Backpacken in Turkije


3 t/m 12 november 2006. Istanbul en Capadocië.

Turkije
Klik op kaartje voor interactieve map


The day before

Een medewerker van Corendon airlines belt 12 uur voor ons vertrek, dat onze terugreis op 13 november niet door kan gaan. We ‘mogen’ kiezen of we op 12 of 14 november terugvliegen. En dan niet zoals gepland op Eindhoven, maar op Amsterdam. Moeilijk doen aan de telefoon helpt niet, we kiezen dus maar voor een terugvlucht op 12 november, de 14e moeten we weer werken. Onze rugzak hebben we dan al ingepakt aan de hand van een inpaklijst.

3 november
De reis naar Istanbul

We melden ons op Eindhoven Airport. Vloeistoffen mogen we dan al niet meer meenemen in de handbagage. Als we het vliegtuig instappen lijkt het of we al de stoffige Turkse lucht ruiken. Als we in Istanbul onder de wolken komen zien we al direct de voorspelde regen. Voordat we het land in mogen moeten we eerst voor 10 euro een visum aanschaffen. Als we buiten het kleinere Sabiha Gökçen Airport gebouw komen staat een bus klaar voor vertrek naar het centrum van Istanbul. Het vliegveld ligt 45 km ten zuid-westen van Istanbul. De busreis, die we doordat de busbegeleider ons over het hoofd ziet, niet hoefde te betalen, eindigt na wat fileleed, in Taksim. We gaan hier eerst een stukje met de metro en later met de tram naar het oude en toeristische deel van Istanbul. We reizen eerst halte Sultanahmet in het Sultanahmet District, voorbij met de tram en reizen dus maar weer een paar haltes terug. Het is druk in de tram. Een naar alcohol ruikende man gaat wel heel dicht tegen Vincent aan staan. Als hij bij zijn portemonnee wat gefriemel voelt zijn de bedoelingen duidelijk. Vincent duwt de man van hem af en maakt wat tumult om anderen te laten weten dat we bijna bestolen zijn. We krijgen ondersteuning van de Turkse omstanders, die, samen met ons, afkeurend reageren. Als de tram stopt en de deuren zich openen, duwen we hem naar buiten. Gewillig verlaat hij de tram. Het regent bijna niet meer als wij de tram verlaten. Voor zo’n grote stad heerst er een relaxte sfeer. Je ziet niemand echt snel lopen of rennen. We lopen naar het Istanbul Hostel, aangeprezen door de Lonely Planet. Het staat maar een paar 100 meter van het oude centrum en van de tramhalte. Zeer goed te lopen en te bereizen dus. Het hostel is helaas vol. De eigenaar verwijst ons naar het Cem Sultan hotel 100 meter verderop in de straat. We spreken af 45 YTL (de Y staat voor Yeni=nieuw, er zijn 6 nullen van de Turkse Lire afgehaald) voor een kamer. We vermaken ons ’s avonds in de bar van het Istanbul Hostel. Een klein, leuk en gezellig backpack onderkomen. Ondanks de regen hebben we het reuze naar onze zin.

4 november
Istanbul

Als we de ontbijtzaal van het Cem Sultan hotel inlopen, zien we dat het buiten flink sneeuwt. Niet iets wat we echt verwacht hebben. Na het ontbijt, wat in Turkije bijna altijd in de prijs is inbegrepen, lopen we door de sneeuw naar het informatiebureautje van de stad. We nemen een plattegrond van Istanbul mee, de plattegrondfolder van de metro is op. Waarna we bij een klein reisbureautje een kaartje kopen voor de nachtbus naar Göreme in Capadocië. We vertrekken morgenavond om 20.30 uur en de reis zal 11 uur duren (39 YTL). We lopen verder richting Grand Bazaar. Dit is overdekt dus droog. Vandaar dat we ook voor deze activiteit kiezen vandaag. Hier kunnen we onze paraplu inklappen. Het is er soms zelfs verwarmd. Veel winkeltjes met van alles. Iedereen noemt zich ‘My friend’. Wat hebben we ineens toch veel vrienden, die ons iets willen verkopen. Eigenlijk ‘My cliënt’ dus. We informeren hier en daar wat iets kost zodat we op de hoogte raken hoe dat afdingen in Istanbul werkt. Het is overal anders en de eerste dagen gaat we ervan uit dat we afgezet worden. Jeannette koopt een kleurige sjaal. We zoeken hierna de warmte van het café/restaurant van Istanbul Hostel weer op. Een leuk onderkomen. 

’s Middags bezoeken we het Aya Sophia museum. Een gebouw dat eerst een kerk, daarna een moskee is geweest. Het is een groot gebouw met muurschilderingen die men aan het repareren is. Er staan helaas grote steigers binnen. Als we weer buiten komen regent en sneeuwt het nog steeds. We zien nog een groentekraampje wat bijna bezwijkt. Niet eens van de sneeuw maar gewoon van het krakkemikkige opbouwen. Het mannetje wat erbij hoort ziet er hetzelfde uit. Hij laat zich gewillig fotograferen. Er is verder niemand in de straat die iets komt kopen in dit gure weer. Van een auto pakken we wat sneeuw, maken een sneeuwbal en werpen die op straat. Puur en alleen om kunnen we zeggen dat we zelfs sneeuwballen gegooid hebben. Istanbul ziet er leuk uit met winkeltjes en restaurantjes. We zoeken het Mesale café op, vlak bij ons hostel. Het is eigenlijk een openlucht café, maar is nu gedeeltelijk afgedekt en voorzien van warmtelampen. Ook aanbevolen in de Lonely Planet. Er wordt thee gedronken, waterpijp gerookt aan kleine tafeltjes en dito stoeltjes. Er wordt ook veel backgammon gespeeld. Hier komen veel turken maar ook backpackers.

5 november
Istanbul

We hebben vanuit ons Cem Sultan Hotel uitzicht over rivier de Bosporus. We slapen en ontbijten alleen in ons hotel. De bar/restaurant is gesloten. We gebruiken de bar van het Istanbul hostel als huiskamer omdat het er gezellig is. We pakken de rugzak in en geven die in bewaring bij de receptie van ons hotel. We hoeven nu echter maar 40 YTL te betalen per nacht omdat er iemand anders achter de receptie staat en niet van de afgesproken 45 YTL weet. De zon schijnt maar het voelt met 5 °C koud aan. Het is wel een stuk beter dan gisteren. We komen op onze weg toch langs de Blauwe Moskee en Aya Sophia en nemen de foto’s van gisteren nog een keer, omdat we nu een strakblauwe lucht op de achtergrond hebben. 

We lopen naar de rivier de Bosporus, die op de grens ligt van Europa en Azië. Turken staan massaal te vissen op de brug en mensen staan in de rij om met een boot de Bosporus te verkennen. We steken via een brug de Bosporus over. We lopen toevallig naar de weg waar nu de marathon van Istanbul plaatsvindt. We steken het parcours over en gaan naar de Galata tower. Bovenin hebben we een mooi uitzicht over Istanbul en de zee. Te voet verkennen we verder de stad en bezoeken de Blauwe moskee van binnen. De schoenen moeten uit en de vrouwen hebben een sjaal over hun hoofd. ‘s Avonds stappen we de shuttlebus in die ons naar het grote busstation van Istanbul brengt voor de nachtbus naar Capadocië. Er staan honderden bussen, zoveel bussen hebben we nog nooit bij elkaar gezien. Hier wachten we in de ‘kantine’ van de busmaatschappij Kent totdat onze bus halverwege de avond vertrekt. Een zeer luxe bus met ruime stoelen (we zijn locals gewend). De bus stopt eerst nog op een paar plaatsen, maar dan rijden we de hoofdstad uit, door de nacht, naar Göreme in Capadocië . Onze hosteleigenaar adviseerde voor vertrek nog om wodka of cognac mee te nemen, maar een slaappil en oordopjes werken ook prima om te slapen.

6 november
Capadocië Göreme

Als het licht wordt is het hele land bedekt met een paar cm sneeuw. Zo ook in Göreme waar we na ruim 11 uur arriveren. Redelijk uitgerust gaan we op zoek naar een hostel. We bezoeken een hostel met kamers uitgehakt in de rotsen en een uit stenen opgebouwd hostel. We kiezen voor het ‘gewone’ hostel, omdat het veel goedkoper is. Het heet Walnuthouse. Een plezierig hostel met een grote huiskamer.

Even later lopen we het dorp uit, de Içeri Dere vallei in. Capadocië bestaat uit een tufsteenlandschap, ontstaan door uitbarstingen van de Dagi-vulkanen en kalksteen. Door langzame verwering, water wat de steen wegspoelt en de verschillende gesteentetypen die elk anders en met een andere snelheid eroderen, is een bijzonder en grillig landschap ontstaan. Omdat het tufsteen erg zacht is, is men rond de middeleeuwen al begonnen met het uithakken van de steen. Vaak zelfs om er hele woningen of kerken in te bouwen. We komen bij zo’n uitgehakte kerk waar twee heren in een kantoortje bij het kerkje zitten om kaartjes en rondleidingen te verzorgen voor het kerkje. Ze zijn nog aan het ontbijten. ’s Middags gaan we naar het Open Air Museum, waar bijna een heel dorp van uitgehakte woningen en kerken te zien is. Hier woont niemand meer, In Göreme zelf zijn vooral nog veel hotels en hostels die de grotwoningen nog gebruiken. De slaapkamers zijn in de grotten uitgehouden en is het restaurant er tegenaan gebouwd. 

’s Middags zorgt de zon voor wat warmte tussen de sneeuw.’s Avonds willen we in het dorp een restaurantje opzoeken. Er zijn er genoeg. Eerst naar het Oriënthouse, maar daar zit niemand. Een stukje terug, bij het Sofra Adem restaurant, zit ook niemand maar daar gaan we toch naar binnen. Het ziet er leuk uit. We bestuderen de menukaart, maar dat blijkt achteraf niet echt nodig. Volgens de ober kunnen we alleen Turkse pizza bestellen. Even later merken we dat de verwarming niet aanstaat. Onze tafel wordt dichter bij de houtkachel gezet, het is er behoorlijk fris. Er zijn 7 mannen die in het restaurant bij het personeel en of eigenaar horen. Er is een doorkijk naar de keuken, waar we zien dat ze zelf de soep maken. Verder is er in de keuken geen actie. We zien ondertussen een van de 7 mannen weg lopen. Uit ervaring weten we dat ze dan vaak met iets terugkomen wat wij nog moeten eten of drinken, maar niet in huis hebben. Na de soep komt de man terug met, na achteraf blijkt, de Turkse pizza. Die hebben ze dus niet zelf gemaakt maar bij een ander restaurant gehaald. Overdag is de sneeuw wat gesmolten het is nog wel koud. We gaan snel terug het Walnuthouse waar een potkachel gestookt wordt en het lekker warm is.

7 november
Cappadocië Göreme

We gaan, nadat we het dorp verlaten, al snel van de weg af en houden richting het noorden aan. Het landschap veranderd snel, de rotspilaren blijven. We doorkruisen het landschap richting het dorp Cavusin. Prachtige vergezichten door de roze en rode vallei. We lopen na het dorp nog door naar Pasabagi waar de rotsen bovenop het tufsteen rusten. Dan liften we naar het volgende Turkse dorp, Avanos. Hier fotograferen we de gezichten van een aantal Turkse mannen met de telelens, zomaar op een pleintje. We liften weer terug naar Göreme. Terug in het ons hostel bekijken we de vandaag gemaakte digitale foto’s op de computer.

8 november
Capadocië Göreme

We regelen eerst een buskaartje naar Aksaray en voor zaterdag een nachtbus naar Istanbul bij een plaatselijk travelkantoortje. Daarna lopen we de Guvercinlik valley in. We hebben voor de wandeling, net zoals gisteren, een kaartje en uitleg van de eigenaar van ons guesthouse gekregen. Het kaartje is niet echt duidelijk en in tegenstelling tot gisteren lopen we dan ook niet meteen goed. De vallei eindigt overal met steile bergwanden dus we kunnen er ook niet zomaar overal uit lopen. Uiteindelijk komen we toch boven, op de weg naar Uchisar. Het is een dorp gebouwd tegen de hoogste rots in de omgeving. Eenmaal boven hebben we een groots uitzicht op de omgeving. Bij een winkeltje scoren we nog een foto van een leuk oud mannetje. Hierna lopen we de Love valley in. Het is even zoeken om in de vallei te komen. We lopen door een soort vlakke droogstaande rivier die steeds breder wordt. Ook hier zien we veel apart gevormde rotsen. Bij de asfaltweg keren we om en lopen via een zandweg terug naar Göreme. Weer terug in het dorp treffen we de Belgische guesthouse genoot op het terras van een café/restaurant. Later zoeken we weer de warmte van het guesthouse op.

9 november
Selime

We slapen 11 uur lang. We worden een keer wakker door de imam die via de luidsprekers weer veel herrie maakt. We horen later ook het gas geven van een aantal luchtballonnen die boven het mooie landschap hangen. Als we opstaan zijn ze niet meer te zien. Als we naar het busstation lopen, ongeveer 75 meter verderop, vertelt de jongen aan het loket dat de datum van ons buskaartje naar Istanbul niet klopt. Gelukkig had hij het in de gaten en al in de computer gewijzigd. We hadden natuurlijk de datum moeten controleren. We reizen eerst per bus naar Aksaray. Een turk spreekt ons in het Nederlands aan en help ons de dolmus te vinden die naar Selime gaat. Met een vol busje kunnen we meteen weer verder reizen naar Selime waar we worden afgezet bij het Çatlak pension, 2,5 km voor het dorp. Een kamer kost na wat onderhandelen 35 lire. ’s Middags lopen we naar het dorp. Het ziet er behoorlijk armoedig uit, veel stenen gebouwtjes en geen verharde wegen. En dan te bedenken dat het hier in de schaduw nu al rond de 0 °C is. We maken een rondwandeling door het dorp en zitten een tijd op het dorpsplein in de zon. Mannen drinken thee, kinderen spelen in het zand en vragen om geld (money, para). We informeren naar de wandeling door de Ihlara vallei voor morgen. Op de terugweg willen we een zakje chips kopen. Meestal proberen ze ons als toerist meer te laten betalen als medelanders. Voor een zakje Doritos wil een winkelier 3 lire hebben. We laten het zakje liggen en loop meteen weg. Meteen wordt de prijs 2 en vervolgens 1 lire. Zo weten we meteen de prijs. Bij het volgde winkeltje krijgen we het zakje wel meteen voor 1 lire. In het hostel kunnen we niet eten. Ze hebben wel een gratis haal- en brengservice van personen naar hun eigen restaurant, 3 km verderop. Het blijkt een houten keet waar binnen de houtkachel brand. Ze hebben vis, kip of rundvlees menu. De koks staan buiten het eten te grillen, we zijn de enige toeristen. Er zitten nog wat Turkse mannen te eten. Een ober komt een bloemetje van een Turkse man brengen. De inwoners van Turkije ervaren we als heel vriendelijk en hebben gemeende behulpzaamheid. Waarschijnlijk mede ingegeven door de Islam.

10 november
Ihlara vallei

We willen vandaag de Ihlara vallei bewandelen. Een kloof waarvan de Lonely Planet schrijft dat de wandeling 7 tot 8 uur duurt. We hoorden al dat dit in werkelijkheid veel korter is. We willen in Ihlara beginnen zodat we met de rivier mee omlaag kunnen lopen. De mini busjes komen volgens de hosteleigenaar om de 2 uur. We verlaten het hostel en kijken of we een lift kunnen krijgen. Er komt niet veel verkeer langs, maar de 2e auto stopt al. Een man in een net pak die onderweg is naar zijn werk in Ihlara brengt ons naar het begin van de kloof, hij moet hiervoor 3 km omrijden, maar hij vindt dit wel leuk. Bij de ingang van de vallei moeten we 5 YTL betalen. We dalen af, de kloof in. De rivier loopt er midden tussendoor. In het begin zijn er vele kerkjes die uit de rotsen zijn gehouwen. Soms ligt er nog sneeuw. We zien mannen midden in de rivier staan om hout stroomafwaarts te begeleiden. De stammetjes blijven telkens achter stenen in de rivier hangen. 

Doordat we zo laat in het seizoen hier zijn zien we geen toeristen. Wel lekker rustig. In een dorpje onder weg: Belisirma lunchen we. Het is jammer dat de bomen in het dal geen blad meer hebben, het is desondanks een mooie wandeling. Het entreekaartje van de vallei geeft ook toegang tot de kathedraal die is uitgehakt in de rotsen aan het einde van de vallei. We lopen de 3 km terug naar het hostel. In het dorp staan voor het schoolgebouw alle kinderen te zingen, schreeuwen en spreken net voordat ze naar huis mogen. De vlaggen hangen in het dorp halfstok. We horen later omdat een belangrijke grondlegger van het huidige Turkije, Mustafa Kemal later Ataturk genoemd, op deze dag 68 jaar geleden is overleden. In tegenstelling tot gisteren, toen we de enige gasten waren in het hostel, zijn er nu 4 franse mountainbikers. ’s Avonds gaan we weer naar het enige, toch wel aftandse restaurant, in de buurt. Door zo door het achterland te reizen zien we veel van het echte Turkije en het volk wat er woont.

11 november
Güzelyurt

Vandaag liften we naar Güzelyurt. Er komen bijna geen auto’s. De auto’s die wel langs komen en niet afslaan bij de kruising waar we staan zitten vol. De chauffeurs verontschuldigen zich dan met ruime gebaren. Dan komt een jeep/vrachtwagentje dat wel ruimte heeft en stopt. Er zitten 3 jongens in. We gooien de rugzakken in de open achterbak. De chauffeur kent wel wat gebrekkig Engels. Dit rit gaat echter niet helemaal naar Güzelyurt. 6 km voor het dorpje moet hij toch opeens de andere kant op. We staan net weer te liften als een auto met oudere man en kind stoppen en ons meenemen. Hij lijkt wel heel zenuwachtig ineens want hij probeert in de derde versnelling weg te rijden, schakelt zonder gas terug te nemen zodat de motor hard brult. Al stotterend rijdt hij weg. Het komt heel lachwekkend over wat we overigens maar niet doen. Later gaat het hem veel beter af. Hij vertelt een restaurant te hebben en zet ons daar ook af. We willen een plaats waar we zolang onze rugzak kunnen achterlaten, dus gaan we bij hem een glaasje Turkse thee te drinken. We mogen niet betalen maar wel onze rugzak achter laten. 

Turken zijn over het algemeen goed te vertrouwen, ze zijn trots dat ze het vertrouwen krijgen om op onze spullen te mogen passen. We informeren eerst bij het buskantoortje wanneer er weer een busje naar Aksaray vertrekt. Ze gaan nog 2x vandaag. Om 13 en 16 uur. Dan wandelen we door het oude gedeelte van het dorp waar ook veel oude grotwoningen zijn. Het steile straatje is bezaaid met poepresten van dieren. In het oude dorpje is niet zoveel te beleven het is er wel relaxt rustig. We lezen wat aan een picknicktafel op de markt. Taxichauffeurs en restauranthouders komen hun diensten heel vriendelijk aanbieden. Kinderen komen met ons praten. In het Engels maken ze duidelijk hoe ze heten, hoe oud ze zijn en ze vragen ook dingen aan ons. Soms lopen ze even giechelend weg om te overleggen welke vraag ze nu zullen stellen. We durven niet in het restaurant van onze liftgever te gaan eten. We weten van te voren al dat we niet mogen betalen. Dit voelt ook wel raar. We kopen in een winkel brood en tonijn in blik en eten in een parkje vlak bij de markt.

Dan nemen we de bus naar Aksaray, 45 km verderop, zetten onze rugzak bij het travelkantoortje van Kent (de organisatie waar we de nachtbus naar Istanbul mee hebben geregeld) en slenteren wat door het stadje. Jongens komen spontaan in het vloeiend Engels vragen of we hulp nodig hebben. Ze hebben ons zien lopen vanuit hun huis en dachten dit gezien te hebben aan onze houding. We bedanken ze voor de zorgen maar vertellen hun dat we ons goed redden. Verder lopen er geen toeristen rond. We lezen een boek in een bakkerij/theehuis. De eigenaar komt een praatje maken. Hij heeft 3 jaar in Vlaanderen gewoond en spreekt nog wat Nederlands. ’s Avonds moeten we naar een kruispunt waar onze bus ons zal oppikken. We zijn de enigen in de stad die die bus moeten hebben. We hopen dat het goed gaat in het donker. Er loopt geen dolmus naar toe dus moeten we een taxi nemen. Die moeten in Turkije verplicht de meter gebruiken. We zijn blij als de motor na 4 keer proberen toch aanslaat. De chauffeur rijdt weg zonder licht. Het kruispunt ligt 5 km verderop bij een tankstation met restaurant. De teller staat op 10,05 lire. Hij probeert er ons echter 15,50 lire voor te laten betalen, doordat we met een biljet van 20 betalen. Hij vertrekt met 10,50 lire. We gaan ruim op tijd op de afgesproken plaats staan. Bang de bus te missen. De bus komt keurig op tijd.

12 november
Bij aankomst in Istanbul op het grote busstation proberen we eerst uit te zoeken hoe we vanavond naar het kleine vliegveld Sabiha Gökcen Airport kunnen komen. Vanaf hier rijdt er geen bus naar toe. Dus eerst maar terug naar stadsdeel Taksim waar we uitgestapt zijn toen we aankwamen. Hier staat toevallig een bus van Havas, een man die dit regelt spreekt goed Engels en vertelt dat er per dag 2 bussen rijden. Een ’s morgens en een ’s avonds. We bezoeken het paleis Topkapi, wat zeker een bezoek waard is. Er is veel te zien van de geschiedenis van de Sultans en we zien hier oude wapens zoals houten geweren en zwaarden. ’s Middags eten we in Itimiz, waar zowel toeristen als turken komen. Het is er gezellig. Veel mensen spelen hier backgammon, wat wij (nog) niet kennen. Wij spelen het tweepersoonskaartspel van de kolonisten van Catan wat zij er moeilijk uit vinden zien. Met Corendon air vliegen we ’s avonds dus terug naar Amsterdam.