Andalusië


9 daagse fie
tstocht door het bergachtige Andalusië

Andalusie
Klik op kaartje voor vergroting

Zaterdag 27 mei 2006
Met RyanAir vliegen we van Brussel Charleroi – Malaga
In de voorbereiding zien we een paar weken voor vertrek, dat het voor een kanotocht in Zweden te koud is. Dat was eigenlijk het eerste plan voor deze vakantie. Dan maar op zoek naar iets warmers. In de Spaanse streek Andalusië is het beter weer. Daar wilden we toch al een keer gaan fietsen. Zomers wordt het daar 40 graden, is het te warm om te fietsen. Begin juni is de temperatuur tussen de 25 en 30 graden. We zoeken een goedkoop vliegticket via internet. We zoeken een fietsroute boekje. Onze keus valt op “Fietsen in Andalusië” van Luc Oteman. Onze fietsen pakken we in fietsdozen die we bij een plaatselijke fietswinkel halen. We worden door een broer van Jeannette met een busje weggebracht. De fietsdozen moeten natuurlijk ook mee. Via het vliegveld van Charleroi kiezen we met Ryanair het luchtruim naar Malaga. Hier aangekomen monteren we de trappers weer aan de fietsen en zetten het stuur weer recht. De lege fietsdozen ‘stallen’ we aan het einde van het luchthavengebouw bij een bouwplaats. Hopelijk staan ze er over 14 dagen nog.

We hebben een uitgeprinte fietsroute bij ons. Gemaakt met een site van Michelin waarmee je ook fietsroutes kunt laten berekenen. Deze route voert ons vanuit de luchthaven naar de camping in Torremolinos, 7 km verderop gelegen. Helaas is ons fietspad versperd. We moeten een andere route nemen. Onderweg tanken we alvast benzine voor onze brander. Brandstof mogen we natuurlijk niet in het vliegtuig meenemen. De camping ligt 5 km vanaf de luchthaven en is leuk. De eigenaar is erg bijzonder. De man heeft lang haar, grof gezicht en draagt een katje op zijn arm. We zoeken een supermarkt richting Torremolinos. Elke dag geopend tot 21.30 uur behalve op zondag. Wel lekker weer, 27 graden. Een halve dag geleden zaten we nog thuis in de regen en was het 12 graden.

Zondag 28 mei 2006
Malaga – Almuńecar

Etappe 19 (in het boekje van Luc Oteman) 89 km 350 m klimmen.
Via de autoweg verlaten we de camping en fietsen via deze weg Malaga in. Het is zondag en dus niet zo druk. We zoeken in Malaga de route op door richting de kust te rijden. De route volgt de grotere weg net boven de steden en dorpen. De verkeerslichten staan vaak op rood. Ze detecteren niet of er een auto of fietser aankomt, maar hebben voor iedere weg of zebrapad een bepaalde tijd. Vaak is er geen mens of auto in de buurt, dan fietsen we gewoon door. Onderweg zien we verschillende Maria processies, ter ere van de meimaand, Mariamaand. Tot Nerja fietsen we gemiddeld 21 km per uur, daarna volgt een aantal beklimmingen van steeds 100 m om dan weer af te dalen. De klimspieren kunnen zo alvast wennen. De omgeving wordt hier ook mooier. Vanaf de hoge rotsen zien we het strand, met zwart zand, en de zee. Camping Paradiso die aangegeven staat in het boekje blijkt niet meer te bestaan. Een paar kilometer terug was wel camping Carambole, net buiten Almuńecar. De winkels zijn op zondag gesloten en dus spreken we ons noodrantsoen aan. In het stadje drinken we nog wat op een terrasje. Bij de drank krijgen we ook gelijk wat lekkere Spaanse hapjes geserveerd. De camping is onbeheerd. De beheerder zal nog wel komen. Het is er niet druk, buiten ons nog 1 man in een tent en een Engelsman met een camperbusje.

Maandag 29 mei
Almuńecar – Granada (La Zubia)

De tent is hier ook aan de binnenkant droog. Het dauwpunt is dus vannacht niet bereikt. Binnen een uur hebben we alweer alles op de fiets. De campingbeheerder zit vanmorgen wel in de receptie. Hij hoeft alleen maar wat gegevens in te vullen, maar het zweet gutst nu al van zijn voorhoofd. Hij lijkt ook niet zo veel beweging te nemen, te zien aan zijn buikje. We zoeken in het stadje de weg naar Jete op. We mogen al snel wat klimmen. Bij Otivar begint het klimmen pas echt, langs een berghelling. De weg is overal afgezet met betonnen muurtjes. We klimmen hoger en hoger tot we bij het nationale park zijn. Er zijn veel rotsen en wat lage begroeiing. Hier en daar een weggetje. De vallei wordt steeds dieper. Dit is behoorlijk heftig voor de 2e dag. Rond lunchtijd zitten we er al behoorlijk doorheen. Als we eenmaal op 1300 m zijn denken we te kunnen afdalen, niet dus. Het gaat nog 5 keer 100 m omhoog en omlaag. Het gaat steeds langzamer. Als we eenmaal af mogen dalen hebben we 12 km steenslagweg, omdat daar wordt gewerkt. Het is erg opletten om niet onderuit te gaan en we remmen constant. We zien een herder met een twintigtal geiten en een hond die ze bij elkaar houdt. Grote vrachtwagens rijden constant af en aan en waaien veel stof op. Bergop gaan we met 8 km/uur, bergaf 13 km, een hel. Eenmaal weer op de verharde weg gaat het beter. We stoppen regelmatig om te drinken en wat te eten. Dit houden we wel bij met zo’n inspanning. Om 18.00 uur passeren we een camping. We rijden hem voorbij omdat hij vlak tegen de snelweg aan ligt. Bij Dilar, een paar kilometer verderop, zou nog een camping zijn. We klimmen door het dorp verder naar het binnenland, blijkt de camping gesloten te zijn. Dat is een tegenvaller! We kunnen wel inkopen doen in Dilar. Via Gojaar komen we uiteindelijk om 19.45 uur aan op de camping in La Zubia. We zijn doodop. Snel de tent opzetten, wassen en eten. De overbuurman, ziet onze vermoeidheid, komt even een praatje maken en biedt een koel glas bier aan. Morgen gaan we niet fietsen. Even een dag bijkomen.

Woensdag 31 mei
La Zubia – Belmez de la Moraleda

(etappe 24 + een deel van 25)
We rijden de stad in. Met een plattegrond van de toeristeninformatie weten we ongeveer de richting waar we de snelwegen kunnen omzeilen. Via de wijk Palianas verlaten we Granada en zien een bordje richting Güévejar. We klimmen onder de snelweg door naar het genoemde plaatsje en dalen af naar Chaparal. Onder de snelweg door zijn we alweer van de route en missen Embalse de Cubillas. We rijden om het meer heen. De weg naar Iznalloz is rustig en relatief vlak. Alleen het laatste stukje in het dorp is pittig. Ook de weg binnendoor naar Domingao Perez missen we. Zo gaan we via de grotere A323, waar het niet echt druk is. We klimmen naar 1200 m. De omgeving bestaat uit landbouw en natuur, veel olijfgaarden. Het terrein is soms glooiend, dan weer wat vlakker. Een lekkere afdaling brengt ons in Guadahortuna waar we nog een koffiepauze nemen. We willen eigenlijk naar Huelma, het eindpunt van de route, maar we zien dat de route zuidelijk van Huelma verder loopt. We klimmen dus niet naar Huelma, maar dalen nog 13 km af naar Belmez. Bij de eerste horecagelegenheid, Casablanca, vragen we waar een hostal is. Het blijkt er zelf een te zijn. Voor 30 euro hebben we een kamer. Het is vandaag de hele dag bewolkt. Grote kans dat het vanavond en/of vannacht gaat regenen. Dit hadden we gisteren via internet al bekeken. ’s Avonds regent het zo hard dat de weg blank staat. In het hostal zitten ’s avonds eigenlijk alleen lokale mensen.

Donderdag 1 juni, dag 5
Belmez – Cazorla (800 m klimmen)
’s Avonds en ’s nachts regent het zo hard dat we het binnen in het hostal kunnen horen. Mooi dat er hier geen camping was! Onderweg regent het eerst nog wat. Het landschap maakt alles goed. Steeds heuveltjes van een paar honderd meter met olijven of koren. We dalen af naar Jodar (700 m) waar we meteen wat inkopen doen. Dwars door de zojuist beschreven heuvels fietsen we richting het westen. Er gaat nu water door het riviertje wat we passeren, vaak staan ze droog. Een spoorlijn over. Het doet allemaal erg schilderachtig aan. Geleidelijk klimmen we naar Cazorla. Een stadje wat tegen een berg aan ligt. Camping San Isicio is een natuurlijk aangelegde camping met terrassen op verschillende niveaus. Bij elke plaats hoort een tafeltje en twee stoelen. Er zijn een aantal overdekte zitjes en stookplaatsen. Voor het eerst hebben we gras als ondergrond i.p.v. zand, steen en stof. De eigenaar is een Nederlander.

Vrijdag 2 juni, dag 6
Cazorla – Cazorla

We hebben bedacht om vandaag een ronde te fietsen van 115 km en vanavond weer terug te komen op dezelfde camping. De tent kunnen we dus laten staan. We willen een groot deel van de route naar Ubeda volgen en bij Villacarillo weer richting Cazorla gaan. We beginnen met een klim naar de pas van het Cazorla gebergte (1200 m). In de schaduw duwen we de pedalen weer rond. Het is soms wel even zoeken, onze route staat niet zo duidelijk aangegeven. Halverwege moeten we de gewonnen meters prijs geven in een afdaling. Met een paar haarspeldbochten bereiken we Puerto de las Palomas. Er zijn uitzichtpunten om van het mooie uitzicht te genieten. De in het boekje aangegeven vale gieren zweven door de lucht. Ze hebben een spanwijdte van meer dan 2 m. Wel machtig. We zetten de afdaling in en volgen onder in het dal het beekje Quadaquivir vanaf een afstandje. Het landschap is hier mooi. Veel mooie loofbomen, waaronder steeneiken. We blijven tussen de 600 en 700 m boven NAP fietsen. Zo nu en dan zien we een auto. De beek wordt een brede rivier. Tijdens de lunch, 8 km voor Trancho komen we erachter dat we vandaag geen 115, maar 135 km mogen fietsen. Een rekenfoutje. Vanaf Tranco zetten we de afdaling in naar 500 m om net voor Villanueva weer 300 m in hoogte te klimmen. Het begint dan echt heet te worden. Water is er gelukkig genoeg. Vanaf Villanueva moeten we nog 57 km. Via de N322 komen we in Villacorilla waar we een koele cola drinken in een bar en onze waterflessen nog eens vullen. We dalen nog 400 m af naar Mogon. We hebben geen puf om nog 600 m naar Cazorla (en ± 20 km verder) te klimmen. In Ste Tome kiezen we er dan ook voor om verder te liften. Er komen weinig auto’s, busjes of jeeps langs die ons mee zouden kunnen nemen. Na 20 min houden we een busje aan die ons wel mee willen nemen. Vincent met de fietsen in de laadruimte, Jeannette voorin. Zo komen we aan in Cazorla waar we na een bezoek aan de supermarkt de laatste kilometers naar de camping klimmen.

Zaterdag 3 juni
Rustdag Cazorla

We lopen even naar het dorp, doen inkopen en zitten op een terras. Het ziet er allemaal nog erg authentiek uit.

Zondag 4 juni, dag 7
Cazorla – Villafranca

Het is de zaterdag voor Pinksteren en dat is hier reden om de hele nacht door te feesten, tot 06.30 uur. Er wordt harde muziek gedraaid en we doen geen oog dicht. Om 06.00 uur houdt de herrie op en om 06.30 uur begint de mis. Na de mis wordt er vuurwerk afgestoken zodat de mensen die om 6 uur in slaap zijn gevallen daar weer wakker van worden. Wij wilden eigenlijk om 6 uur opstaan, maar dan is het nog donker. Om 6.30 uur is het licht genoeg om onze spullen weer in te pakken. We dalen af richting het dorp. Vandaag willen we binnendoor naar Andujar fietsen, we denken dat het in totaal 120 km is. We hebben de etappes zelf aan elkaar gemaakt met de Michelin kaart. Van Cazorla terug over de route naar Hornos de Peal. Dan over een pad langs het spoor richting Puente del Obispo waar we weer op etappe 27 komen. Via de eigenlijke route zouden we vooral meer hebben moeten klimmen. We willen graag naar Andujar omdat daar een camping zou zijn. Onderweg zien we steeds zwart/witte bordjes. Ze zijn bedoeld om een gebied van een eigenaar aan te geven. We nemen eerst nog een stukje route langs de rivier de Guadalquivir, die we al een paar dagen hebben gekruist. Vanaf hier blijven we op en neer golven, 100 m klimmen en weer 100 m afdalen, 60 m klimmen …, bekaf zijn we. Na 135 km komen we aan in Andujar. De gemeentecamping is er niet meer. Het is Pinksteren en bijna alles is dicht. Uitgeteld gaan we bij een bar wat drinken en vragen naar een hostal. De eigenaar en een vriend zijn erg behulpzaam en bellen naar een paar hostals. We kiezen voor hostal Botigo, een kamer voor € 28. ’s Avonds eten we wat in het stadje en gaan op tijd slapen.

Maandag 5 juni, dag 8
Etappe 28, Andújar – Villafranca de Córdoba

De spullen staan al ingepakt. De fietsen uit de stalling, tassen erop en fietsen maar. Volgens het hoogtekaartje bij deze etappe blijft onze route vrij vlak. Na een half uurtje fietsen, zien we een geschikt plekje om te ontbijten. De zon schijnt gelukkig nog niet zo fel. De omgeving is mooi en glooiend. Het gaat na 7 km echter constant op en neer. Als we net 100 m geklommen hebben kunnen we weer afdalen, langs een groot stuwmeer bij Marmolejo en Yeguas. De route is vandaag 99 km lang, misschien wat ver voor hete dag als vandaag met temperaturen van bijna 40 graden. In het boekje, bij Adamuz staat duidelijk aangegeven dat we moeten opletten, omdat Villafranca niet aangegeven staat. Toch fietsen we fout. Hiermee en met de lunch zijn we in totaal 2 uur kwijt. Het wordt nu wel erg heet en we zijn al behoorlijk verbrand. Gelukkig vinden we om 15 uur toch nog onverwacht een camping in Villafranca. Deze stond niet in het routeboekje. (Misschien wel slim om bij een volgende voorbereiding en de summier overnachtingsmogelijkheden volgens dit boekje, zelf naar campings te zoeken op internet). Ze hebben een zwembad met een grasveld, daar brengen we de rest van de middag door. Later fietsen we naar het dorp om inkopen te doen. Diverse plaatsen op de camping hebben een raamwerk met schaduwdoek boven de plaats. Dit geeft wat afkoeling. De camping is pas 6 jaar oud en de bomen zijn nog niet voldoende groot om schaduw te geven.

Dinsdag 6 juni, dag 9
Villafranca – Córdoba, rest etappe 28

Voor vandaag hadden we een rustdag gepland maar omdat we gisteren de route tot Cordoba niet helemaal hadden gered, doen we dat vandaag alsnog. Het is nog 30 km naar Cordoba. Het is nu ’s middags echt te heet om te fietsen. Na 2 uur fietsen, staan we op de gemeentecamping van Cordoba, El Brillante. We krijgen eerst een heel klein plaatsje toegewezen. Zelfs te klein om de tent op te zetten. Voor 2 euro meer hebben we een iets grotere plaats. ’s Middags gaan we met de bus naar de stad. We zoeken nog even op internet naar de volgende camping(s) waar we kunnen overnachten. Het blijkt dat er veel meer campings zijn dan ons boekje aangeeft. De avond blijft broeierig warm. Zelfs van liggen op je matje ga je al zweten. Het is om acht uur nog 34 graden.

Woensdag 7 juni 2006
Etappe 29, deel I Córdoba – Santaella

Zodra het licht is, om half zeven, staan we op. We willen weer vroeg vertrekken in verband met de hitte. We fietsen dwars door de stad en komen uit bij de N432. Het kompas op de hoogtemeter heeft ons daarbij goede hulp geboden. De scherpte in de beklimmingen blijkt er wat vanaf in deze omgeving, het is hier veel glooiender. We fietsen over een drukke weg, niet zo leuk. De dorpjes bestaan voornamelijk uit cafetaria’s, benzinepompen en bars. Bij Santa Cruz stoppen we voor een eigen gezet bakkie koffie. Na een aangegeven rivier, die natuurlijk droog staat, zoals bijna alle rivieren nu, slaan we af naar een kleinere en minder drukke weg. Er zijn hier veel zonnebloemenplantages, die nu net in bloei staan. Ook veel grote korenvelden, meestal al gemaaid. Allemaal niet spectaculair maar wel rustig en mooi. Bij La Guijarrasa doen we bij de plaatselijke supermarkt nog wat inkopen. Een paar kilometer verder komen we, nog net voor 12 uur, aan bij de camping. ’s Middags koelen we af bij het zwembad.

Donderdag 8 juni
Santaella – Fuente de Piedra

We dalen meteen 100 m af, maar mogen die voorbij Santaella ook weer omhoog. De weg is druk door het ochtendverkeer. Bij Puente Genil is het verwarrend om de stad door te komen. Er staan hier, net zoals in de rest van het gebied, weinig borden om de weg te wijzen. Na een koffiepauze op een plein komen we toch weer op de goede route terecht. De weggetjes zijn minder druk, wel moeten we daarvoor meer klimmen en afdalen. De laatste 11 km is de weg slecht. Een lappendeken van verschillend asfalt met overal gaten. De stenen komen er soms doorheen. Na het dorp Alameda stijgt het eerst wat om vervolgens boemelend af te dalen. Soms liggen er zelfs nog drempels in die slechte weg, hoe krijgen ze het verzonnen. Een bord geeft voor auto’s de maximum snelheid aan van 60 km/uur, harder kunnen ze hier echt niet. Gelukkig zijn de fietsen en dragers wel bestand tegen deze beproeving, maar het is een heel gestuiter. We klimmen uiteindelijk naar 500 m en komen net na de middag aan in Fuente de Piedra.

9 juni
Rustdag
In Fuente de Piedra. De camping heeft een lekker zwembad waar we ons met een boek wel vermaken.

10 juni 2006, dag 12
Fuente de Piedra – Torremolinos
Alles inpakken gaat vlotjes, in 50 minuten zijn we weg. Eerst terug naar de route en via een dorpje naar een nieuwe spoorlijn. Net na Antequera mogen we een klim maken van een paar honderd meter waar we vervolgens 19 km gebruik van mogen maken naar Valle de Abdalajis. De omgeving ziet er heel schilderachtig uit met veel verschillende teelten, waaronder sinaasappel- en citroenbomen. Naar Alora mogen we soms nog wat stijgen maar erg veel is het niet. In Alora zou een camping moeten zijn. Die is er ook, maar wel in het 18 km verderop gelegen El Chorro. De andere kan op. Een klim van 18 km zien we niet zo zitten. We besluiten dan ook om door te fietsen naar de camping in Torremolinos waar we 14 dagen geleden gestart zijn. Dat is nog 37 km fietsen. We dalen steeds verder af naar de zee en komen weer in het drukke verkeer richting Churriana en Malaga. In Torremolinos zoeken we de camping weer op. Het is hier veel minder heet dan in het binnenland. Wel waait het nog steeds, maar niet meer zo veel als een paar dagen geleden.

Dagje Torremolinos
Na een dagje Torremolinos vertrekken we 12 juni weer. Omdat de werkzaamheden aan het vliegveld klaar blijken te zijn, zijn onze fietsdozen ook van het bouwterrein verdwenen. We schermen de belangrijkste delen van de fiets af met karton en plakband. We vliegen met Virgin van Malaga naar Brussel.

Dit bericht heeft 2 reacties

  1. Bianca

    heerlijk om even in Andalusië te zijn. Jullie website ziet er prachtig uit, top gedaan

Reacties zijn gesloten.