Keldonk - Rome


5 weken fietsen via de Reitsma route, 2200 km, van
 Brabant naar de Sint Pieter in Rome

Klik op kaartje voor vergroting

We hebben weinig voorbereidingstijd (twee en een halve week). Dit omdat onze eigenlijke reis, een trek in 25 dagen (zelf georganiseerd), over de Indiase Himalaya niet door kan gaan. We kiezen de route van Reitsma omdat die niet over heel veel hoge toppen gaat. Vorig jaar (september) hebben we 2 weken in de Pyreneeën gefietst (niet beschreven) en hebben gemerkt dat veel klimmen met de fiets en volle bepakking erg zwaar is. Reitsma heeft veel aandacht besteed aan overnachtingsmogelijkheden. Campings zijn voor ons belangrijk. Van Reitsma’s website printen we wijzigingen in de route en aanvullingen uit, om mee te nemen. Onze inpaklijst hebben we vorig jaar goed op orde kunnen brengen. De fiets is nog in orde. Vorig jaar hebben we een cursus gevolgd voor vakantiefietsers bij De Vakantiefietser in Amsterdam. Gezellig, leerzaam, negerzoenen, zeer aan te raden als je nog niet zoveel weet van een slag in het wiel, afstelling versnellingen, remblokjes enzovoorts. Dit jaar nog een nieuw tentje gekocht, licht en met voldoende ruimte.

Het is raar om zo van huis weg te fietsen en dan meteen al het gevoel te hebben op vakantie te zijn. Via de Maas verlaten we bij Roermond, Nederland en fietsen naar de Rijn. Door deze te volgen blijft de route vlak op een uitloper van de Eifel na. Drie dagen fietsen voor de grens met Oostenrijk komt er wat klimwerk aan te pas. Via Bregenz (Bodensee) gaan we over de Silvrettapas waarna we de gevolgen zien van natuurgeweld. De weg blijkt, net voor Landeck, zelfs helemaal verdwenen te zijn. Moeten we dan helemaal terug? En twee dagen om fietsen? Bij de Reschenpas waait een krachtige föhn. We komen in Italië waar we eerst de Po vlakte over mogen. Via het Gardameer en Verona komen we in Toscane met steden als Bologna en Florence. Later volgt de regio Lazio. We doorkruisen ondertussen de Apennijnen. Het venijn zit hem duidelijk in de staart.

We zijn 34 dagen onderweg geweest, waarvan 29 fietsdagen.

22 augustus
Het vertrek
Thuis – Velden (Limburg) 90,5 km
Om 10 uur worden we door onze ouders en een broer van Vincent uitgezwaaid. Het is raar, zo door je eigen omgeving weg fietsen. Normaal gaan we met een auto of vliegtuig op vakantie. We hebben een route uitgestippeld via de knooppunten van het fietsroutenetwerk Brabant. Zo komen we door de straat waar Vincent is opgegroeid. Via Volkel rijden we naar Odiliapeel waar we van onze eerste pauze genieten. Pal aan de Maas zien we rond etenstijd een mooi picknickbankje wat we niet over kunnen slaan en gebruiken voor de lunch. Er zit een wat oudere man aan tafel. We raken aan de praat en schijnen verrassend veel overeenkomsten te hebben over ervaringen met wandelen en fietsen. We steken de Maas bij Oeffelt over. Na Gennep komen we op de route die in ons boekje beschreven staat. We gebruiken: “Reitsma’s Route naar Rome” als routeboekje. Het is even wennen aan de manier van beschrijven. We fietsen dan ook meteen een eindje om. De afstanden zijn veel korter dan we dachten. De route volgt afgelegen weggetjes, niet ver van de Maas, door het Limburgse land. We gaan 3 maal met een veer de Maas over en rijden door plaatsjes als Afferden, Broekhuizervorst en Arcen. De caravancamping bij Lottum aan de Maas trekt ons niet. De volgende camping staat pas over 20 km aangegeven. 10 km verder blijkt er toch nog een minicamping te zijn op de Vorsteweg in Velden. Een prachtige nieuwe boerderij in oude stijl opgetrokken. Echt de moeite waard. Er is nog een paar met een caravan. Ons nieuwe fietstentje (Fjäll Räven Akka R/s 3) staat prachtig. ’s Avonds als het opklaart komt de eigenaar in zijn werkkleding, net thuis van zijn werk, een praatje maken. Hij blijkt de campingschuur in 2½ jaar helemaal zelf te hebben gebouwd, naast zijn werk als bouwvakker.

23 augustus
De grens met Duitsland over
Velden – Echtz (Duren Duitsland)
We hervatten de route en stuiten in Venlo al snel op een omleiding. Het is door de manier van beschrijven en de minder goed gedetailleerde routekaartjes, moeilijk om weer terug op de route te komen. Reitsma beschrijft prima als je op de route bent, de kaartjes hebben echter weinig details, zodat er bij fout fietsen of omleidingen weinig herkenningspunten zijn. Verder dan onze bedoeling is, komen we toch weer terug op de route bij Hout Blerick. Bij Reuver steken we voor een laatste maal per pont de Maas over. In een stad is het vaak moeilijk de route te houden. Zo ondervinden we ook met wandelen. Nu missen we een afslag net na Roermond (dit komt ook omdat we op dat moment de kilometers op de fietscomputer nog niet synchroniseren met het boekje). Door een plaatselijke plattegrond in een bosje komen we, na de grens met Duitsland te zijn overgestoken, weer terug op de route in Odiliënberg. Bij Steinkirchen kiezen we het onverharde pad langs de rivier de Rur (er is in het routeboekje ook een variant over verharde weg aangegeven). Een prachtig stukje natuur, een rivier met regelmatig een stroomversnelling. Ook schieten er konijnen weg over ons pad. 

Er zijn regelmatig schuilhutjes of picknickplaatsen om te pauzeren. Een boer heeft op een asfaltpad modder achter gelaten. We merken het te laat op en kunnen met veel moeite onze fiets rechthouden. Extra link omdat we met de schoenclips vastzitten aan de trappers. Gelukkig komen we door de 20 meter heen zonder te vallen. Gevolg is wel dat onze fietsen onder de kleiachtige substantie zitten, met een behoorlijke kleefkracht. Hopelijk valt het er, door de vliegende kracht van de wielen, weer vanaf. Een eindje verder ligt echter ook nog stro op de weg. We hebben het eerst niet zo in de gaten, maar het stro plakt weer aan de klei, met als gevolg dat onze wielen vast komen te zitten aan het spatbord. We moeten stoppen en maken de banden met een stokje klei en stro vrij zodat we door kunnen. Dit lukt maar gedeeltelijk. We moeten dan nog 45 km. Om bij een camping uit te komen gaan we bij Merken van de route en rijden naar de alternatieve asfaltroute toe. De camping bij de Echtzer See is een recreatieplas met stacaravans. Trekkers kunnen op de zonneweide staan, die overdag door de badgasten gebruikt wordt. Tegen zevenen komen we bij een gesloten poort. Er is echter nog iemand die de eigenaar roept. We mogen binnen. Er is geen tuinslang o.i.d. om onze fietsen en tassen van de modder te ontdoen. Bij een kraantje vullen we bidons die we dan als spuit gebruiken door er krachtig in te knijpen. We zijn  een tijdje bezig, maar de harde klei gaat er uiteindelijk wel vanaf. Er zijn verder geen trekkers op de camping. De kleedhokjes zijn open. Na een douche gebruiken we dit gebouwtje om te koken en te eten. Buiten is het dan al donker.

24 augustus
Eifel
Echtz – Remagen

We vervolgen de asfaltroute en komen bij Urauthaussen weer op de eigenlijke route. Een eerste klimmetje. De uitlopers van de Eifel komen we hier tegen. We mogen vandaag veel over asfaltpaden waar geen auto’s komen, alleen wat plaatselijk verkeer. Lekker rustig naast elkaar fietsen, met weidse vergezichten. Tijdens de koffie pauze blijkt de brandstoffles te lekken. Een klein ringetje van ± 4 mm, specifiek voor een MSR benzinebrander blijkt het lek te veroorzaken.

We zullen dus op zoek moeten naar een outdoorzaak die MSR spullen verkoopt. We verlaten voor Euskirchen de route (deze loopt er omheen) en vragen bij het bereiken van de stad om een outdoor/campinggeschäft. Een man die toevallig Nederlands spreekt legt ons uit dat even verder een winkel is waar ze alles verkopen. We zien een grote supermarkt, een tuinartikelen- en doe het zelf zaak maar niets lijkt op de aanwezigheid van campingbenodigdheden. We vragen een verkoper waar een campinggeschäft is. Die blijkt er dus geen in Euskirchen te zijn. Hij heeft wel wat ringen bij het sanitair liggen. We denken aan afsluitringen voor kranen of toiletten. We lopen ongelovig toch achter hem aan. Hij heeft tussen alle grote ringen ook een zakje met wel 40 kleine ringetjes in allerlei maten. Het kost 8 euro maar er kan een goede bij te zitten. Buiten proberen we meteen of dat zo is. Anders zullen we een goedkoop gastoestel moeten kopen om (tijdelijk) te kunnen koken. Het past! De route geeft ons wat heuveltjes om te klimmen, iets waar we toch wat aan moeten wennen. Dit geeft ons uiteindelijk ook een lekkere afdaling van 4 km naar Remagen aan de Rijn. Op camping “Goldene Meile” spreken we ’s avonds een paar meiden. Zij hebben voor 29 euro gevlogen naar Berlijn en fietsen terug naar Nederland. Altijd leuk, uitwisseling van out-door ervaringen. Ze vertellen over hevige regenval in Zuid-Duitsland en Oostenrijk.

25 augustus
Rijndal
Remagen – St. Goar

Als we wakker worden regent het. We pakken alles binnen in de tent in. Op een droog moment pakken we ook de tent zelf in en vertrekken in de regen. Het is zo grijs dat het lijkt of het de hele dag zal regenen. Met regenponcho aan blijven we redelijk droog. Alleen de schoenen worden wat nat. De poncho geeft ook de mogelijkheid tot ademen, zodat we niet nat worden van het zweet. Na een flink uur is het alweer droog. We fietsen de hele dag langs de Rijn. Jammer dat het zo bewolkt is, zeker voor de foto’s. Soms is er even geen fietspad direct langs de Rijn, dan mogen we over een wat hoger gelegen parallelweggetje. Er zijn veel fietsers hier. Het is natuurlijk ook vlak aan de oever van een rivier zodat alle wielrijders deze omgeving opzoeken. We fietsen sneller dan de grote binnenvaartschepen varen, zodat we die dan ook voorbij gaan. Bij Koblenz nemen we lunchpauze. Er zijn hier veel toeristen, die in kleine treintjes, de stad verkennen. Bij een lunchpauze koken we water voor bouillon en thee. Brood (kopen we ongesneden zodat het langer goed blijft en niet plat wordt) snijden we met een zakmes evenals de kaas aan het stuk. In St. Goar nemen we camping “Friedenau”. Deze ligt op 1 km vanaf de Rijn. Lekker rustig. In het Rijndal horen we de treinen. Het geluid wat ze produceren galmt heen en weer tussen de berghellingen en maakt zo een behoorlijke herrie. ’s Avonds begint het weer een beetje te miezeren. We maken met ons zeiltje (2 bij 3m) een afdakje tegen de regen.

26 augustus
Rijndal en Rheinessen
St. Goar – Nierstein

De route volgt de Rijn tot Bingen. Het is mooi; het kronkelende water tussen de bergen. Later zijn er ook wijngaarden op de hellingen. De route van Reitsma bevalt goed. Reitsma werkt met dagetappes (30 tot 94 km) die je wel of niet kunt aanhouden. Op de kilometerteller kun je bijhouden wanneer je bijna bij de volgende aanwijzing bent in het boekje. Hij gebruikt veelal rustige weggetjes. Met de km aanduiding kunnen we nu goed de route houden, zonder te verdwalen. Als ik een paar honderd meter fout (te ver) zit met de kilometers in het boekje haal ik de kilometerteller even los, totdat de km stand weer overeenkomt (synchroniseren). Minder fietsen dan de aangegeven km in het boekje doen we nooit. We verlaten de Rijn en fietsen door een landschap met appel-, kersen en wijngaarden. Vincent heeft wat last aan de bovenkant van zijn knie. We zetten het zadel wat omhoog. De pijn is na een paar uur weer over. Via kleine dorpjes komen we in Nierstein, wat net weer aan de Rijn ligt. De camping ligt ook aan de rivier. Het is een camping voor caravans met vaste standplaats. Er is eigenlijk geen trekkerscamping meer, deze was er vroeger wel. We kunnen op een weide aan de rivier ons tentje opzetten. Er is een douche met koud water.

27 augustus
Bovenrijnvlakte
Nierstein – Walldorf (Heidelberg)

We worden wakker aan de oever van de Rijn. 2,7 km later zijn we bij het pont waar we de route gisteren verlieten. Vandaag veel smalle asfalt- en betonweggetjes. Elke 5 km komen we wel door een dorpje. Een wat ouder Nederlands echtpaar fietst dezelfde Reitsma route. Wij passeren hen en zij ons weer. In het mooie centrum van Ladenburg raken we aan de praat. Zijn overnachten in pensions en hotels en willen naar Bregenz fietsen. Later spreken we ook nog een Engelsman. Hij wil in 21 dagen naar Rome fietsen. Hij maakt vooral ’s morgens en ’s avonds kilometers. Overdag bekijkt hij de dorpjes en steden die hij tegenkomt. Hij kampeert vaak wild. Na Heidelberg zoeken we de camping op in Walldorf. Een trekkerscamping voor caravans. Veel mensen die op de snelweg zitten en willen overnachten, maken hier gebruik van. Het is daardoor een sfeerloze camping. Ook is er veel herrie van de snelweg die 300 meter verderop ligt. Achteraf gezien hadden we toch beter een picknickplaats die even verder in de route staan aangegeven kunnen gebruiken.

28 augustus
Het Zwartewoud
Walldorf – Schellbronn (522 m)

Eerst is de route nog vlak. Bij Forst raken we van de route. Met de kaartjes van Reitsma zijn er dan weinig details te zien om de route gemakkelijk terug te kunnen vinden. Na Bruchsal vinden we de route pas weer terug. Na Pforzheim komen we in de heuvels boven de 500 meter. We verlaten rivier de Wurm om naar onze camping te fietsen. Er is een omleidingsroute naar de camping. We klimmen 265 meter in 11 km soms met hellingen van 10%. We kiezen ervoor om niet op de camping bij Karlsruhe te overnachten, omdat dat weer een camping is vlakbij een snelweg. De camping in Schellbronn is leuk en lekker rustig. In reisverslagen van andere fietsers lezen we vaak dat zij veel last hebben van tegenwind. We hebben tot nu toe bijna geen (tegen)wind gehad. De zon schijnt heerlijk wat het aangenaam maakt op de camping.

29 augustus
Het Zwartewoud
Schellbronn – TübingenTübingen aan de Neckar

Vandaag willen we een halve dag fietsen en de rest vrij nemen. Omdat de campingroute ons gisteren boven de 500 meter heeft gebracht mogen we vandaag ook weer veel afdalen. Net na Ehningen krijgen we een klimmetje van 3 tot 7 %, maar verder valt het wel mee. In het natuurpark Schönbuch krijgen we 8 km prachtig onverhard pad door een bos voorgeschoteld. Ongemerkt komen we in Tübingen. Een mooi oud stadje waar we ’s middags een internet café opzoeken om onze achterban op de hoogte te stellen van onze belevenissen. Bij een schoenmaker laten we nog wat kampeerspullen herstellen. ’s Avonds is het gezellig op de camping. Veel mensen met een tentje. De één is aan het barbecuen, de ander ligt de ander in gaten te houden. Rond 21 uur is het donker. Een uurtje later duiken we ons tentje maar weer in.

30 augustus
Schwäbische Alb
Tübingen – Sigmaringen (Donau)

Ja, vandaag de zwaarste etappe van het eerste deel zo schrijft Hans Reitsma. Van de eerste 100 hoogtemeters merken we nauwelijks iets. De route blijft voornamelijk over fietspad, landbouwpaadjes of andere niet drukke wegen lopen. Net na Talheim moeten we inderdaad over een paar kilometer een klein aantal hoogtemeters maken. Het stelt in vergelijking met de Pyreneeën van vorig jaar niet veel voor (vorig jaar hebben we van Barcelona, dwars over de Pyreneeën richting het westen gefietst waarbij ook nog Andorra aangedaan hebben. Toen was het elke dag flink buffelen. Soms 1000 hoogtemeters per dag). Vandaag hebben we twee maal een wegomlegging. We kunnen er ook met de fiets niet doorheen. Het is dan wel weer even behelpen om de route weer terug te vinden. Net voor Sigmaringen hebben we nog een paar heuveltjes van een paar 100 lengtemeters. Dan komen we bij de Donau. Sigmaringen heeft een slot wat vooral in de avond sprookjesachtig verlicht wordt.

31 augustus
Oberschwaben
Sigmaringen – Langenargen (Bodensee)

We volgen de Donau en gaan dan het land van Oberschwaben in. Bos, heuvels, akkers en weiden. Dorpjes met vakwerkhuizen en barokke kerkjes. Veel korte klimmetjes en een lange afdaling van 8 km van Eckbeck tot Obersiggingen. Om vervolgens langs het riviertje Schussen, waar veel appel- en peergaarden zijn, naar de Bodensee te fietsen. Net voor we naar de camping fietsen kiezen we, zoals gewoonlijk, een dorp waar we kunnen winkelen. Zo hoeven we na aankomst op de camping niet meer op zoek naar een supermarkt. Het is hier aanzienlijk toeristischer. Zeker op de camping, waar de tentjes dicht bij elkaar staan. ’s Avonds koken we dan ons potje en drinken er een wijntje van de streek bij. Ik mag het natuurlijk niet opschrijven, maar we hebben tot nu toe nog amper last gehad van (tegen)wind tijdens het fietsen. We hebben veel zon en soms een uurtje regen. Geen stukken aan de fietsen, tent of andere belangrijke spullen. We hebben weinig kleding meegenomen. Omdat het soms toch wat fris is zou een fietsshirt met lange mouwen nog wel een goede aanvulling zijn. We koken met één (benzine)brander. Dit lukt goed met enig vernuft en creatief warm houden (bijv. rijst niet 10 min laten koken maar warm houden in een kussensloop van fleecestof) lukt dit goed. Er zijn weinig trekkers op de camping, veel meer seizoensplaatsen. Dit maakt voor ons de camping minder leuk. Er ligt veel hout aan de oever van de Bodensee. Dit is een gevolg van de hevige regenval waarover die fietsmeiden in Duitsland vertelden.

1 september
Bodensee
Langenargen – Lindau

We fietsen een stukje langs de Bodensee naar een camping vlak voorbij Lindau. Deze camping, net voor de grens met Oostenrijk, is een stuk aangenamer dan die van vannacht. De receptioniste is vriendelijk we kunnen eerst bekijken waar we onze tent neerzetten. Er is gras en ruimte genoeg. Leuk strand. Ze hebben hier het hout van de stranden gehaald. Op het grasveldje is het een komen en gaan van kampeerders. We besluiten er nog maar een dagje vakantie aan vast te plakken. We gaan eerst onze vieze was wassen in een machine. ’s Middags verkennen we Lindau. Met name het eiland. Later gaan we, op de camping aan het strand, een wel verdiend pilsje pakken. Er is een soort strandtentje waar ze drank en ijs verkopen. Het is een gezellige drukte. Kleine kinderen komen verlegen een ijsje kopen bij de kraam. Duitsland is ons qua fietsland goed bevallen. De route die wij hebben is hier vlak met een paar heuveltjes. Behulpzame mensen die, eigenlijk al als je alleen al de route aan het bestuderen bent, willen helpen en de weg wijzen. We zijn ook geen luidruchtige of irritante Duitsers tegen gekomen.

2 september
Rustdag in Lindau
De fietsen krijgen een wasbeurt. We zijn vergeten wat autoshampoo mee te nemen. Dit was wel de bedoeling, maar door de korte voorbereiding is dat er bij ingeschoten. Dit hadden we vorig jaar al geleerd. We wassen nu met gewone shampoo. We stellen de remmen wat bij en controleren of er een slag in een wiel zit. Bij Jeannette is dit het geval, dus die halen we eruit. ’s Middags gaan we Bregenz verkennen. We lopen in elke stad vaak standaard naar de toeristeninformatie en vragen waar een supermarkt is. Die hebben we toch elke dag nodig. Zodoende krijgen we eigenlijk altijd een stadsplattegrond mee. Aan het meer lezen we een Nederlands krantje en lunchen op een mooi terras vlak bij het meer. Weer terug op de camping blijken vertrokken kampeerders een barbecue achter gelaten te hebben. Deze gebruiken we vanavond dus maar voor een lekker stukje vlees. ’s Avonds zitten we tijdens de zonsondergang op een muurtje met uitzicht op het meer. Nevel bedekt de overkant (Zwitserland).

3 september
Lindau – Tschagguns

Ja, weer opstaan, inpakken en een uur later op weg naar Bregenz. De laatste 5 km van deel 1 van het routeboekje. We volgen nog een deel van de oever van de Bodensee en fietsen Oostenrijk in. Bij het station zetten we de teller weer op 0 (synchroniseren) en pakken boekje deel 2 erbij. Eerst in de uiterwaarden van de Rijn, waar we de gevolgen van de enorme regenval in dit gebied nog kunnen zien. Het fietspad loopt door de winterbedding. Er is echter veel slip van het fietspad gehaald. Vorige week zouden we hier langs of door een wild razende rivier gefietst hebben. Overal slip en hout van meegevoerde modder en bomen. Even later zijn er stukken fietspad helemaal weggespoeld. We verlaten de Rijn in gezelschap van een drietal Zwitsers, die naar hun weekendhuisje in Oostenrijk fietsen. We raken leuk aan de praat, maar door onze bepakking is het tempo voor ons te hoog. Na Feldkirch kiezen we ieder onze eigen snelheid weer. Net na de middag zijn we al in Bludenz, eigenlijk het geplande eindpunt van vandaag. We kiezen ervoor door te fietsen naar Tschagguns, zodat we morgen een iets minder zware dag zullen hebben. De bergen doemen in de verte al voor ons op. We maken een begin met de beklimming van de Silvrettapas. Op de (winter)camping hebben we een uitzicht op een alpenweide met her en der huizen, bebossing en weides.

4 september
Silvrettapas
Tschagguns – See

Op weg voor de hoogste en langste beklimming van onze route. Eerst rustig stijgen naar Partenen. Dan 7 km: stevig 10%, echt niet gemakkelijk. We maken regelmatig een stop om even bij te komen. Snelheid ongeveer 5 km per uur. Dan 1 km vals plat en weer 3 km: 5 tot 12%. Het duurt een uur of 3 voordat we dit allemaal overwonnen hebben. Eenmaal over de pas van Silvretta zien we steeds meer schade rondom de rivier. De wegen worden steeds slechter. Door de hevige regenval zijn stukken weg weggeslagen tot in Nederle. Daar ligt zelfs een heel woonhuis 30% gekanteld in de rivier. Overal hout van ontwortelde bomen. Een heel triest geheel. We hebben uit respect voor de bewoners geen foto gemaakt (later horen we wel dat in veel kranten een foto heeft gestaan van dit huis). Ook is er een brug weggeslagen die vervangen wordt door een legerversie. Militairen staan erbij op wacht. Onderweg naar Pains zeggen we op een gegeven moment tegen elkaar dat het toch wel heel rustig wordt op de weg. 

2 km voorbij See komen we bij een blokkade. Een politieagent die bij de afzetting midden op de weg staat vertelt ons dat de weg is weggeslagen en nog niet gerepareerd is, en dus afgesloten. Hij vraagt of we niets gehoord of gezien hebben dat de weg geen doorgang meer zou geven. Niet dus. Hevig teleurgesteld vragen we wat dan!! Terug fietsen over de Silverettapas en via de andere pas…. weer naar Landeck. Een omweg van minimaal 2 dagen. Bij aandringen vertelt hij dat er een smal bospad is, maar dat we die hindernis niet met onze fietsen, en zeker niet met onze bepakking, kunnen nemen. We gaan het toch proberen via het pad. Beter een paar uur sjouwen dan 2 dagen om fietsen/klimmen. We rijden terug naar See en nemen het aangegeven weggetje de berg op. Het begint te regenen, het komt uit een wolk die net boven ons blijft hangen. Rondom ons zien we op de hellingen de zon schijnen. Deze wolk achtervolgt ons ook de weg naar het smal pad toe. Het is echter al laat in de middag, dus gaan we net voordat het pad begint maar op zoek naar een kampeerplekje. Een vrouw komt vragen wat we aan het doen zijn. We geven aan een plek te zoeken voor een tentje. Eerst is ze wat stug, even later geeft ze aan dat we wel op een parkeerplaats van gras net even wat lager kunnen overnachten. Er is een vlak stukje maar daar staat net een auto, verder is het zo steil dat we er geen tent kunnen plaatsen. We gaan water halen bij de vrouw. Er is wel een hooischuur in de buurt. We gaan eerst maar koken. Er komen steeds auto’s voorbij met mensen die ook over het pad naar Landeck moeten. Ook komen mensen van de andere kant en die nu omlaag lopen. Het is een komen en gaan. Als het bijna donker is zetten we onze tent in de hooischuur op. De ondergrond is van balken. Met de spijkertjes die we bij ons hebben voor dit soort gelegenheden zetten we de tent strak. De tent zetten we op om muggen en ongedierte buiten te houden. Als het donker wordt neemt de drukte wat af.

5 september
Landeck
See – Ried

Om 6 uur horen we opeens veel lawaai. Een man komt luidruchtig de schuur binnen. Hierbij pakt hij de gammele deur uit het geheng en vraagt ons wat we aan het doen zijn. Hij vertelt meteen dat als hij ons niet geloofd, hij de politie erbij zal roepen. En dat allemaal in het Duits. We leggen hem uit dat het gisteren te laat was om het pad over te gaan en dat we van het vrouwtje toestemming gekregen hebben. Hij vertrekt, wij slapen weer in. 20 minuten later staat de politie binnen. We leggen het nog maar een keer uit. Ze zijn bang dat we hier langer dan 1 nacht blijven. Als we zo meteen vertrekken is het goed. Dus inpakken, eten en vertrekken. Op het beruchte wandelpad kunnen we in eerste instantie ieder onze fiets zelf duwen. Maar het wordt steiler; met zijn tweeën 1 fiets duwen en weer terug voor de andere. Het wordt smaller en natter en steiler. Dan de tassen achter ook apart. We doen telkens een bepaald stuk en halen dan het volgende. Het is behoorlijk pittig. Soms staat er naast het pad een afzetting omdat het te steil is naast het pad. Hier en daar nog een beekje. Ondertussen passeren ons van beide kanten mensen die ook naar de ander kant moeten. Waarschijnlijk voor school of werk. Het is een heel gesjouw. Modder, stenen, boomstronken. We zijn blij als we op hoogte zijn en het asfalt aan de andere kant bereiken. Over een stukje van een half uur wandelen doen wij twee en een half uur. We merken dat we behoorlijk moe zijn en dalen af naar Landeck. We lassen een extra pauze vlak bij een bakker in en fietsen richting de Reschenpas. Wat is dat dan toch lekker, een kopje koffie met een gebakje. We hebben geen puf meer om verder te klimmen en stoppen rond de middag op een camping in Ried. Effe lekker uitrusten, de buren bieden ons een paar tuinstoelen aan wat we niet afslaan. We lezen een krantje en genieten van de zon.

6 september
Reschenpas
Ried – Prad

De Reschenpas over vandaag. Na veel vals plat begint een klimmetje van 6 km 6%. Dit is goed te doen in vergelijking met de 10% een paar dagen terug. Eenmaal boven is er veel (tegen)wind die als een föhn door de pas jaagt. Het vals plat en de wind zorgen mede voor een snelheid van 10 km per uur. Bij de Italiaanse grens zoeken we beschutting voor een lunch. Na het stuwmeer volgt een afdaling naar telkens kleine dorpjes, waar we vanaf boven uitzicht op hebben voordat we het inrijden. Glurns is een prachtig oud stadje, nog helemaal tussen de oude vestingmuren. Hier en daar een kasteeltje. Prachtig, schilderachtig dat Italië.

7 september
Prad – Auer
We komen zuidelijker. De tent is ’s morgens minder nat. Inpakken gaat steeds sneller. In iets meer dan 50 minuten na het opstaan, zitten we weer op het zadel. Het blijft opletten met de route. Er is een routewijziging die op internet staat aangegeven. We rijden al meteen fout. De route vervolgd door 1.80 meter brede paadjes door appelgaarden en een fietspad langs rivier de Ádige. We zijn in de tweetalige provincie Bolzano. In dit Italiaans deel spreekt men nog voornamelijk Duits. We dalen langzaam maar zeker af van boven de 900 meter naar 300 meter. Zo gaat het fietsen ook snel. Een 3 tal fietsers op mountainbikes met een klein rugzakje als bepakking fietsen ons voorbij. Later halen we hen weer in. Er volgt een uitwisseling wat een ieder aan het doen is. Zij nemen de routes over de bergen. Hun bagage wordt dan weer naar het volgende pension gebracht. Onze Route van Hans Reitsma is prima voor ons. Hij zoekt vlakke gedeeltes op, waardoor we niet meer klimmen dan nodig is. In een dorpje kopen we in een sportwinkel thermo shirts met lange mouwen. We hebben het de laatste week tijdens het fietsen voornamelijk in de ochtend nog wel eens te koud. Al vroeg in de namiddag komen we aan op Camping / Hotel Markus. Ze hebben hier schaduw gemaakt door druivenranken als een dakje boven het kampeerplaatsje te laten groeien. Smaken doen ze echter niet. ’s Avonds scoren we een pizza bij een plaatselijke pizzaboer.

8 september
Ádige
Auer – Torbole

Verder langs rivier Ádige. Het traject blijft vlak. Sinds we over de Reschenpas, Italië in fietsen omzeilen we de bergen en hoeven zodoende niet veel te klimmen. Het is een verhoogde dijk waar we overheen fietsen en een oude spoorlijn. Met al die bepakking een goede keuze. Het is vlak en we hebben weinig oponthoud, dat we daadwerkelijk 21.750 meter in één uur halen. Er zijn een paar bruggetjes waarvoor we amper voor hoeven te remmen. Zo fietsen we langs Trento en Rovereto. We verlaten de rivier bij Mori en gaan richting het Gardameer. Bij aankomst aan het Gardameer, in Torbole, zijn er veel surfers op het water. Ze gebruiken de zuidelijke wind, die elke middag opsteekt om lekker over het water te surfen. In Torbole zetten we onze tent op. Het is een leuk stadje. We besluiten om in de buurt een paar dagen aan het Gardameer te blijven.

9 september
Gardameer
Torbole – Cisano
Hans Reitsma adviseert in zijn routeboekje de boot te nemen naar Bardolino. Wij fietsen het 45 km lange stuk langs het meer. Het regent. We fietsen op de tweebaansweg waar ook veel verkeer rijdt. We gebruiken onze fluoriserende en reflecterende veiligheidsvestjes om op te vallen in het verkeer. Garda voorbij, in Bardolino vinden we geen leuke plaats voor onze tent. Te veel caravans of modderplekken. Een paar km verder in Cisano vinden we een camping met veel gras. ’s Middags klaart het wat op. We bezoeken Bardolino.

10 september
Rustdag in Cisano

Wasdag en onderhoud aan fietsen. Vanuit een internetcafé boeken we voor 29 september een vlucht van Rome naar Eindhoven. Krantje lezen aan het meer, naar Lazise geweest, mooi dorpje. Lekker weer, veel bootjes.

11 september
Rustdag in Cisano

Weer de toerist uitgehangen, met een boottaxi naar Peschiera. Een plaatsje waar we met de vriendengroep een aantal jaren geleden een week zijn geweest. Ziet er nu toch anders uit anders uit dan we in gedachten hadden.

12 september
Cisano – Montguana

We verlaten het Gardameer richting Verona. Het fietsen gaat opvallend gemakkelijk. We fietsen zonder veel inspanning 23-24 km op de teller. We zijn ondertussen goed getraind. Ook onze bovenbenen zijn dikker en sterker geworden. We verlaten de bergen. Na de middag is de route vlak. We zien alleen nog in de verte bergen. De appel- en wijngaarden gaan over in landbouwgebieden. Om 15.00 uur hebben we de geplande 90 km er al op zitten. De jeugdherberg blijkt geen campingplaats te hebben. We kunnen er pas om 17.30 uur terecht. We zoeken alvast een supermarkt en verdoen onze tijd in Montguana. Een vestingstadje met grote poorten, lange vestingmuren en straten van oude keien. De jeugdherberg is gevestigd in een slotpoort van de vestingmuur. We hebben een kamer helemaal bovenin, 119 traptreden omhoog. Het doet allemaal ridderlijk aan. Aan de muur hangen posters van de jaarlijkse ridderfeesten. We spelen op de 1e verdieping van het gebouw Kolonisten van Catan, wel zo toepasselijk. De 2 persoonsversie, die klein en licht is om mee te nemen.

13 september
Povlakte
Montguana – Ferrara

Het wordt nu echt vlak. De Povlakte, genoemd naar de grootste rivier van Italië, die in deze streek loopt. De huizen zijn nog steeds Italiaans. Landbouw, veel groen. Alleen zijn de dorpen hier en daar uitgeleefd. Lege huizen, soms in verval. Net na de middag hebben we de 71 km er weer op zitten. Onze camping ligt vlak bij Ferrara. Tijd genoeg om de stad te verkennen en wat te internetten. We moeten nog een vlucht regelen voor onze fietsen. Het bureau van Ryanair was op zaterdag dicht. Vandaag zouden ze wel bereikbaar moeten zijn. We proberen het via een callcenter, maar ook dat lukt niet. Op de camping regelen we een tuinsetje zodat we gemakkelijk kunnen zitten en eten. We zien veel mensen op straat met water lopen en ook de supermarkten hebben schappen vol met water. Het signaal voor ons om ook over te stappen op drinkwater uit flessen.

14 september
Ferrara – Bologna

We staan een half uurtje later op, omdat we anders de ± 70 km voor vandaag al voor de middag gehad hebben. Eerst dwars door Ferrara. De route is vandaag zo, dat we na de stad alleen soms een keer links of rechtsaf moeten. De rest is alleen de weg volgen. De route kan niet echt langer, want nóg 74 km verder is er pas weer een camping. Net voor Bologna leggen we net na de middag aan op een camping. Terwijl een Nederlands stel voor onze komst al bezig is om een tent op te zetten, hebben we onze tent al staan, zijn al gedoucht en kleding gewassen voordat zij klaar zijn. We raken aan de praat. We besluiten hier een dag langer te blijven en morgen Bologna te bezichtigen.

Chinese kleding foto
Chinese kleding foto

15 september
Rustdag in Bologna

We bezoeken Bologna. Een mooie oude stad. Ze hebben hier ook scheve torens. Bologna is niet heel erg toeristisch. Veel Italiaans dus.

16 september
Bologna – Monte di Fò

We mogen vandaag door het drukke verkeer van Bologna (55m). Na 14 km zijn we het stadsverkeer ontstegen en fietsen richting de heuvels (Appenijnen). Meteen een heel ander landschap. Mooie bergjes, leuke huisjes. We doorkuisen het vriendelijke landschap. In eerste instantie zonder noemenswaardig veel te klimmen. Later wordt het wel serieus en blijven we veel klimmen en soms wat dalen. Hoogste punt is de Passo die Raticosa (968m). Het is een zware dag. Op de camping bij Monte di Fò kopen we een ijsje en een plaatselijke koek. Lekker om de zware dag wat te compenseren. We hebben een picknickbankje tot onze beschikking. Er zijn verder geen trekkers op deze camping. Het kopen van eten is vandaag niet gelukt bij gebrek aan winkels. We gebruiken onze noodvoeding; macaroni, zakje tomaten saus en blikje tonijn.

Hoe ziet een gemiddelde fietsdag eruit:
Om 07.20 uur loopt de wekker af, om 07.30 uur voor de tweede maal en dan staan we ook op. We verzorgen eerst onszelf. Dan maken we de tent leeg en leggen alle spullen op het droge zeil. De tent en het gras zijn ’s morgens eigenlijk altijd nat van de dauw. We pakken alles in de fietstassen, behalve de spullen die we nog nodig hebben om te ontbijten. Alles heeft een vaste plek in onze tassen gevonden. Achterin kleding, tent, gereedschap, boekjes, eten, schoenen en toilettas (eigenlijk wat we overdag niet nodig hebben). In de voortassen; eten voor overdag, kookspullen en kleding die we overdag nodig kunnen hebben. Achterop nog een waterdichte kanozak met slaapmatje en slaapzak. Kleding die we nog willen drogen zit onder een elastisch netje achterop de kanozak.

Een uur nadat we zijn opgestaan kunnen we meestal gaan fietsen. Nog even de camping betalen en paspoort ophalen. Om ± 10.30 uur zetten we koffie en thee. En om 12.30 uur is het tijd voor de lunch. Als we een langere route hebben dan zetten we rond 14.30 nog een keer koffie en thee. Liefst zijn we voor 16.00 uur op de camping. Een dag van te voren kijken we in welke plaatsen we inkopen kunnen doen voor het avondeten en ontbijt. Meestal neemt het winkelen overdag ook nog wel 20 tot 45 minuten in beslag. Bij aankomst op de camping zetten we de tent op. Dan gaan we douchen. We wassen meteen onze fietskleding en laten de slaapzak luchten. Na een zware dag nemen we een lekker ijsje. Om 18.00 uur eten en daarna schrijft Vincent meestal het verslag van de afgelopen dag. Bij vertrek uit Nederland was het rond 21.00 uur donker, toen we in Rome aankwamen was de zon al om 20.00 uur onder. We zetten ’s avonds nog een keer koffie en thee en nemen daarna nog een wijntje met wat lekkers erbij. Om 22.00 – 22.30 uur gaan we slapen.

17 september
Monte di Fò – Florence

Afdalen. De meters die we gisteren nog niet afgedaald zijn mogen we vandaag inhalen. Er volgt een klim van 8 km 2-5% naar 518 meter Vetta le Croce. Dan is het alleen nog afdalen door het mooie landschap van Toscane. De vriendelijke heuveltjes, mooie huisjes en Italianen. We tanken bij een tankstation; benzine. Op 50 ml na was onze brandstof op. In Florence lunchen we aan een picknickbank in een park. Kinderen spelen onder toezicht van ouders, vlak naast een rivier die we oversteken. Nog wat klimmen over de “Via Michelangelo” waar onze camping is. Deze camping heeft een mooi uitzicht over de stad. Er is weinig gras en er zijn veel schuine hellingen. Helaas is het bewolkt. In de namiddag gaat het ook regenen. Eerst gaan we onder ons, tussen bomen gespannen, zeiltje zitten. Later worden we door de wind hier ook nat. We lezen ons boek verder in de tent tot het al wat donker wordt. Het blijft maar regenen. De voortent is ondertussen al in een modderpoel veranderd. We moeten toch gaan koken. We pakken onze kookspullen en lopen naar het overdekte terras. Er zijn hier meer mensen aan het koken. Langzamerhand zit het helemaal vol met kokers en is het een gezellige boel. Aan dezelfde tafel zitten een aantal mensen waarvan we de taal maar niet thuis kunnen brengen. We raken met het viertal aan de praat (in het engels). Ze blijken uit Slovenië te komen. Ze begrijpen niet dat we helemaal uit Nederland zijn komen fietsen. Zij hebben een grote luxe camper bij zich. De regen blijft vallen. Bij de tent is het zand, onder het tentzeil, intussen ook helemaal tot modder verworden. Zo slapen we op een “moddermatras”.

18 september
Rustdag in Florence

Door de aanhoudende regen slapen we weinig. We ontbijten op het overdekte terras. Halverwege de ochtend wordt het pas weer droog. Het heeft 18 uur achter elkaar geregend. We gaan Florence verkennen. Echt een mooie stad. Met veel beelden en muurschilderingen van Michelangelo. Als we ’s avonds weer op het terras zitten hebben we uitzicht over de stad. Sprookjesachtig; allemaal lichtjes.

19 september
Florence – Siena
Vannacht is het weer gaan regenen, totdat we opstaan. Inpakken duurt door de nattigheid een half uurtje langer. De route verlaat Florence via een drukke weg. We moeten vandaag 1140 hoogtemeters overwinnen. Veel klimmen dus. Het lijkt wel een intervaltraining. Telkens als we iets afdalen moet er weer iets meer geklommen worden. De omgeving maakt veel goed. In Siena zoeken we de camping weer op. Het regent hier niet dus we kunnen onze spullen wat drogen.

20 september
Siena – Montalcino
Een receptionist van de camping belt op ons verzoek naar een volgende camping. Deze blijkt alleen voor campers te zijn. We kunnen dus vandaag geen camping nemen. We zoeken de route weer op in de stad. Via poort Sant Marco verlaten we Siena. Het heldere weer geeft de omgeving een schilderachtig en sprookjesachtig geheel. Cipressen, olijfgaarden, bergen. Wat met zich meebrengt, dat we ook weer veel mogen klimmen. Tot Buonconvento valt het eigenlijk nog wel mee. Maar dan moeten we 7,5 km klimmen. Vaak 4-6% maar soms ook 10%. Montalcino zien we in de verte al op een berg liggen. Waarom moeten ze toch zo’n dorp altijd boven op de berg leggen vraagt Jeannette zich af. 400 hoogte meters verder zoeken we de Informatie Turisma op. Een camping is er dus niet in de buurt, wel kamers en appartementen. Montalcino is mooi. Oude huizen en straten. Bij een pizzeria huren we een kamer (€55). De ingang is aan een 1.30 meter smal en steil straatje. De tent drogen we in de douche. Je moet wat. We lopen door het dorpje en kopen de nodige etenswaren. Er zijn veel toeristen, wat het ook wel gezellig maakt.

21 september
Montalcino – Casteldelpiano (665 m)

Inpakken zonder tent is natuurlijke een eitje. We kunnen ook nog gebruik maken van het keukentje voor het ontbijt. Wat een luxe. We dalen 10 km af, ook lekker. De remmen zijn belangrijk bij afdalen. Onze 12 jaar oude fietsen hebben nog geen V-brakes, waarbij je de remmen maar een beetje hoeft in te drukken om al hard te kunnen remmen. Goed profiel in de voering van de remblokjes en vooral grip vergroten de remkracht. Deze grip is te verkrijgen door het afstellen van de blokjes. De rest van de dag mogen we klimmen. Met 20 kilo bepakking is dat best heftig. Sommige stukjes hebben een helling van 13%. We klimmen rustig, zodat we het de hele dag vol kunnen houden. Niet te hard de berg op om vervolgens weer uit te moeten rusten. Vaak zitten we op de laagste versnelling. Dit komt vooral door de bepakking. Door het korte dagje kunnen we ’s middags de tent een beetje Florencemodder vrij maken. Vooral de onderkant van de binnentent. Ook meten we de bandenspanning na (± 5 bar= 75 psi). Op de zijkant van een fietsband staat altijd wat de maximum druk mag zijn. Een Duits stel op de fiets komt in de namiddag aan. De eigenaar heeft voor fietsers en wandelaars 2 kampeerplekken met een grote partytent overkapt. Zodat deze trekkers altijd droog kunnen zitten. We moeten lachen als we zien dat ze een hamer bij zich hebben om de tentharingen in de grond te krijgen. Wij duwen deze met de stijve fietsschoen de grond in of gebruiken een op de plek aanwezige kei. Ook heeft het meisje een föhn bij zich. Op het terras raken we aan de praat met de andere vakantiefietsers. Zij doen een rondje van 3 dagen in deze omgeving. Als de zon achter de bergen verdwijnt, zitten wij op het terras te eten. Het is zonder zon wel fris.

22 september
Casteldelpiano – Capodimonte

Het mooie landschap blijft zijn tol eisen. Een zware dag voor de boeg. Jeannette zit er tijdens de koffie in de ochtend al doorheen. We eten wat extra’s (boterham en halve mars) om weer wat energie op te doen. Dan gaat het ook weer beter. Na 40 km wordt het vlakker. We dalen af naar Lago de Bolsena waar we de tocht voor vandaag beëindigen. Een meer van 20 bij 25 km. Groot en mooi. Het waait hard, wat het drogen van de was bevorderd. We hebben weer een tafel en een paar stoelen van het terras kunnen lenen. We zijn vandaag een maand onderweg. We hebben 1 rol toiletpapier bij ons die nog niet op is. Als er op een toilet wat we tegen komen wc papier hangt nemen we papier mee voor de volgende gelegenheid als het er niet hangt. Zo hoeven we geen grote pak te kopen. Je hebt anders minstens 3 rollen te veel bij je. Het is verder weer heel rustig op de camping La Perla del Largo. Een paar gasten. We zoeken de beschutting op achter het sanitairgebouw tegen de wind.

23 september
Capodimonte – Lago di Bracciano

We zijn ’s morgens na een half uur al weer onderweg omdat we niet meteen eten. We ontbijten in het volgende dorpje Marta. We kopen eerst vers brood bij een bakker gebruiken dit op een grote trap midden in het dorp. We kopen etenswaren voor de rest van de dag omdat we tussen 13 en 16 uur in deze streek niet kunnen winkelen. Alleen hele grote supermarkten blijven open. Omdat we door kleine dorpjes zullen komen moeten we dus nu al inkopen doen. Ook belangrijk. De laatste dag voordat we in Rome aan zullen komen. We willen de laatste dag geen 82 km fietsen vandaar dat we vandaag wat verder fietsen. Het landschap golft wat minder en is dus ook minder spectaculair dan de laatste dagen. We fietsen vandaag weer veel over rustige wegen en soms een stukje drukke weg. Soms zijn de wegen bar slecht. Hele stukken asfalt die verkorreld en weer half opgelapt zijn. We moeten erg goed opletten om niet te vallen. Vooral het afdalen is gevaarlijk. Zeker op de stukjes waar het druk is en het verkeer langs raast. Midden op de weg is het asfalt vaak beter, maar hier kunnen we dan niet rijden. We passeren Sutri. Ook een bezienswaardig dorp. Dan nog 1 klim van 2,5 km en lekker afdalen. Dan komen we bij het volgende meer waar we zullen overnachten. Lago di Bracciano. Een aangenaam water, zeker met het zonnetje en de temperatuur van boven de 20 graden.

24 september
Lago di Bracciano – Sint Pieterplein in Rome

Voor de laatste maal alles inpakken. De tent is helemaal droog, dat pakt snel in. We hervatten de route. Etappe 32 van het boekje. Je raad het al, weer klimmen. We zullen toch blij zijn als we dat niet meer hoeven. Dat is toch het zwaarste. Gelukkig is het stijgingspercentage maar 5 tot 7%. Een stukje over een vierbaans weg, dan weer binnendoor over de heuveltjes. Zo worden we via Prima Porta naar het rode fietspad geloodst, wat ons, langs rivier de Tiber, naar het centrum van Rome zal leiden. We verbazen ons erover, dat we zolang zonder verkeer de stad in kunnen rijden. Net na de lunch, op een bankje langs het fietspad, verlaten we bij Viale Giulo Cesare het fietspad en komen in het drukke verkeer. Amper een kilometer verder zijn we bij de Sint Pieter in Vaticaanstad. Dat hebben we dan mooi geflikt. Helemaal naar Rome fietsen. Op het plein aangekomen valt er toch iets van ons af, we blij dat we er zijn. We maken een paar foto’s. Als we op een muurtje, onder halve ronde met pilaren van het St. Pieterplein zitten, komt een man vragen waar we vandaan komen met de fiets. We raken zo wat aan de praat. Verder is er niemand met een fiets op het plein. Na een half uurtje mensen kijken op het plein zoeken we de camping op. Dit is niet gemakkelijk in zo’n grote stad. Onderweg naar Rome hebben we Camping Rome uitgekozen om onze tent neer te zetten, terwijl we Rome gaan bezichtigen. Deze camping is vlak bij en is goed bereikbaar met de bus.