Abel Tasman nationaal park en de Westkust


Naar het Zuidereiland
De overtocht naar het Zuidereiland verloopt prima. We vertrekken in Wellington met een strak blauwe lucht maar hoe verder we richting Picton komen hoe grijzer het wordt. Rond de middag komen we aan in Picton. We gaan meteen fietsen. Er staat 45 km op het programma naar een camping in Havelock. We fietsen over de Queen Charlotte road, een hele mooie kustweg die qua hoogte wat heen en weer gaat maar nooit echt zwaar wordt.

Op de camping ontmoeten we drie Duitsers en een Engelse die allemaal de long distance walk van het noorden van Nieuw Zeeland helemaal naar het zuiden doen. Ze zijn in totaal 3 tot 4 maanden onderweg. Leuk om ervaringen uit te wisselen. We leren dat couscous en wraps de lichtste en meest energierijkste koolhydraten zijn.

Naar Abel Tasman nationaal Park
Via Nelson komen we uiteindelijk aan in Motueka. Vanaf hier kun je allerlei toertjes boeken naar het Abel Tasman nationaal park. Wij willen heel graag de Great Walk doen in het park. Nieuw Zeeland heeft veel nationale parken en een aantal daarvan heeft een Great Walk. Het zijn meerdaagse wandelingen via hutten of eenvoudige campings. Om te kunnen wandelen hebben we natuurlijk een rugzak nodig. Dat blijkt nog best lastig maar uiteindelijk vinden we mooie rugzakken bij een outdoorshop die we kunnen huren.

We boeken de tour via het informatiecentrum. We zullen in totaal vijf dagen wandelen. Vooral niet te veel kilometers op een dag zodat we kunnen genieten van al het moois wat we onderweg gaan zien.

Great Walk
Vanaf het eerste moment is het genieten. Meteen als we door de poort van het park lopen hebben we een schitterend uitzicht. We lopen over mooie beschaduwde bospaden om dan weer bij een baai uit te komen met een wit strand, wat rotsen, blauwe lucht en kraakhelder water. Vanaf zo’n strand klimmen we dan vaak weer om via de rotsen weer bij een andere baai uit te komen. Ondertussen zijn er veel uitzichtpunten waarbij het ene uitzicht het andere steeds weer overtreft. We zien behalve wandelaars ook veel kano’s en bootjes op zee. Watertaxi’s varen op en neer tussen een aantal van de baaien.

Campsite
We komen aan bij de campsite van de eerste dag. Hier is een hut waar je kunt overnachten. Die mogelijkheid hadden we niet, die waren allemaal volgeboekt. Is niet erg het is lekker weer en we hebben alles bij ons.Op de campsite is een shelter om te koken, een waterkraan met meestal drinkbaar water en een toilet. Wat heeft een mens nog meer nodig.

Onze rugzakken waren vandaag best zwaar omdat we iets luxere etenswaren mee hebben genomen dan we normaal met wandelen doen. Is wel lekker en de rugzak wordt iedere dag lichter. Er zijn nergens prullenbakken in het park. Iedereen moet zijn eigen afval meenemen voor de tijd dat je in het park bent.

We delen een picknickbank met een Oostenrijks koppel en wisselen uiteraard weer allerlei vakantie verhalen uit. Aan het einde van dag twee komen we bij een veel kleinere campsite. Er is hier ook geen hut. Weer een bijzonder mooie plek een paar meter vanaf het strand. ’s Avonds horen we andere toeristen vertellen dat ze een grot gevonden hebben met gloeiwormen. We wilden eigenlijk net gaan slapen maar die gloeiwormen willen we natuurlijk zien. De grot is niet groot maar het is echt een mooi gezicht om al die lichtpuntjes te zien en een totaal donkere grot. Helemaal blij gaan we slapen.

Naar het noorden
De laatste twee dagen lopen we meer aan de noordkant van het park. We lopen naar Separation point, een rots waar een zeehondenkolonie leeft. We zitten er wel een uur en zien de zeehonden in het water en op de rotsen. Daarna lopen we nog een uurtje naar onze laatste campsite. Deze heeft wel weer een hut en ligt ook niet direct aan zee. Wel een heel mooie plek in het bos waar we de rest van de middag lekker in de zon zitten en veel lezen.

Vandaag, onze laatste dag, lopen we maar drie uur. Wel klimmen we nog even naar 400 meter om weer af te dalen naar zee niveau. We komen aan op dezelfde plek als waar we gisteren hebben overnacht. Dit is het punt waar de watertaxi ons weer oppikt. Met een snelheid van dik 40 km per uur brengt de taxi ons in drie kwartier weer terug naar de bewoonde wereld. We hebben een ticket voor de bus maar die gaat pas over vier uur. We proberen een lift te krijgen. Dat lukt eigenlijk meteen en we worden op de camping afgezet. Wat een service!

De eigenaresse herkent ons meteen en we vertellen dat we een fantastische wandeling hebben gehad. We halen onze fietsen en achter gelaten bagage uit de garage en zijn binnen een uur weer helemaal geïnstalleerd. Nog een machine was wassen en we zijn weer ready to go.

We fietsen naar het dorp om de rugzakken terug te brengen. Ook daar vertellen we weer hoe leuk we het hebben gehad. Nog even langs de supermarkt om onze voorraad weer aan te vullen.

We besluiten om hier morgen nog een dag te blijven. Het dorp ziet er gezellig uit en we hebben nog helemaal geen tijd gehad om daar van te genieten. Dat gaan we morgen dus doen.

Zaterdag zitten we weer op de fiets. We gaan richting de Westkust.

westkustEen rijk verleden

Sandflies
Ik heb een offline app op mijn telefoon met alle campings in Nieuw Zeeland. Als ik de commentaren lees gaat het heel vaak over de grote aantallen sandflies die overal zitten. Daar hebben we geen zin in. Daarom fietsen we vanaf Motueka meteen 120 km om op een camping terecht te komen en niet op een gratis campsite met sandflies. Het is een heel eind maar onze opzet is geslaagd, weinig tot geen sandflies en een keuken met allemaal horren om ze buiten te houden. Die beesten komen vooral ’s morgens en ’s avonds opzetten en vooral op plekken waar geen wind is. Het zijn kleine beestjes maar ze kunnen hard bijten wat behoorlijke jeuk kan geven. We hebben ons goed gewapend met repellent en anti jeuk crème. Maar voorkomen is nog altijd beter dan genezen.

Onze route voert over een redelijk rustige weg door het binnenland. Na ongeveer 80 km nemen we de afslag naar highway 6. Die gaan we voor ruim 900 km volgen, Queenstown here we come!

We komen nog een Franse fietser tegen die al 20 maanden onderweg is, 33.000 km heeft afgelegd en de halve wereld al heeft gezien tijdens zijn reis. Altijd leuk om ervaringen uit te wisselen.

Wow, de Westkust!
Na 2,5 dag fietsen komen we aan de Westkust. We zitten in een afdaling en hebben opeens zicht op de ruige rotsige kust met hoge golven. Het is een geweldig gezicht en lijkt bij iedere bocht mooier te worden. We stoppen vaak voor foto’s en filmpjes en lunchen met uitzicht op zee.

We komen aan in Punakaiki, bekend van de pancake rocks. Op de camping treffen we een fietser uit Valkenswaard die vanuit het zuiden komt. We wisselen veel ervaringen en tips uit. Van hem krijgen we ook de tip van de Wilderness trail.

’s Avonds gaan we nog naar de Pancakerocks. Rotsen die 30 miljoen jaar geleden zijn gevormd en uiteindelijk boven de zeespiegel uitkwamen. Door de verschillende lagen die slijten lijkt het net of er allemaal pannenkoeken op elkaar liggen. Het mooiste is nog dat de rotsen allemaal gaten hebben waar het zeewater tussen- en onderdoor kan. Vooral met vloed levert dat een prachtig schouwspel op van opspattend water, soms compleet met regenboog. We vinden het zo indrukwekkend dat we de volgende ochtend nog een keer terug gaan.

Goudmijnen
Dit deel van de Westkust was vroeger zeer welvarend door de goudmijnen. Resten van de mijnen zijn nog terug te vinden. We komen soms door dorpen waar nu nog minder dan 100 mensen wonen waar in de 19e eeuw wel 80 hotels en 10 banken waren. Je ziet vaak nog wel aan de gebouwen hoe welvarend deze streek vroeger was.

Verplichte rustdag
Gisteren had ik behoorlijk veel last van een spier in mijn bovenbeen en uiteindelijk van mijn knie. Helaas is hier geen masseur te vinden. Morgen in Greymouth, wat een veel grotere plaats is, nog maar eens kijken. Meteen als we wegfietsen heb ik pijn. Gelukkig is het maar 50 km naar Greymouth.

Opeens schakelt mijn fiets heel zwaar en een kilometer verder houdt hij er helemaal mee op, schakelen lukt niet meer. We zijn bang dat de Rohloffnaaf stuk is. Dat zou echt balen zijn, de experts zitten op zijn minst in Christchurch maar misschien wel in Auckland. Liften valt niet mee inclusief fiets en bagage. De rustige weg is heerlijk om te fietsen maar levert ook weinig lift mogelijkheden op. Uiteindelijk kan ik met een boer en zijn gezin mee. Vincent fietst de overige 30 km naar Greymouth.

Ik wordt netjes afgezet bij een fietsenzaak. Die man had wel eens van Rohloff gehoord en er zelfs wel eens één gezien. Hij weet niet wat hij ermee aan moet. Na wat bellen met zaken in Christchurch en Wellington, hulp van Vincent en het bekijken van You Tube filmpjes zijn we er achter dat een merk specifiek schakelkabeltje stuk is en dat het redelijk eenvoudig is te vervangen. De onderdelen komen met een koerier vanuit Wellington. Als we geluk hebben morgen al. De eigenaar van de fietsenzaak brengt me met zijn auto naar de camping, service van de zaak.

Een dag later is mijn fiets er weer helemaal klaar voor. Vincent heeft hem samen met de eigenaar van de fietsenzaak gerepareerd. Door de dag rust is de pijn in mijn knie ook wat weggezakt. Helaas ook in Greymouth geen masseur kunnen vinden.

Wilderness trail
We fietsen niet via de kust verder maar gaan de 100 km lange Wilderness Trail fietsen. Een fietspad van gravel meer het binnenland in. Het fietst in eerste instantie best zwaar op het gravel maar dat gaat al snel beter. Het is echt de moeite waard. Het hele pad is autovrij en loopt via mooie meren, bossen, rivieren en gorges. We overnachten bij Cowboys Paradise. Een soort van cowboydorp is hier nagebouwd. Helaas is het allemaal nog niet af, toch hangt er wel een leuke sfeer.

We fietsen vandaag de laatste 35 km van de trail en komen al op tijd en in Hokitika. Daardoor heb ik een afspraak met een masseur kunnen plannen. Erg goede massage gehad. We zullen morgen zien of het heeft geholpen.

Afscheid van highway 6, we zijn in Queenstown
We hebben ruim 900 km over highway 6 gefietst. Dat leek van te voren een lange weg maar zo voelde het helemaal niet. Soms liep de weg langs de kust, dan weer wat verder het land in. We zijn langs twee gletsjers gefietst en hebben fantastisch mooie bergmeren gezien. Al met al zeer de moeite waard.

Het weer
Iedereen praat iedere dag over het weer. Dit keer is dat voor ons erg positief. We hebben de hele westkust zonnig weer gehad, veel blauwe luchten en temperaturen vaak boven de 25 graden. Veel droger en zonniger dan dat het hier normaal gesproken is. Dat is dan ook weer reden om het veel over het weer te hebben. Vinden we helemaal niet erg.

De tent
We hebben er voor gekozen om onze ruim 10 jaar oude tent mee te nemen. Hij zal dan na deze reis wel afgeschreven zijn. We zijn blij als hij het einde van de reis haalt. Er breken nu regelmatig tentstokken door midden en ook de ritsen werken niet meer allemaal even goed. Beide geen onbelangrijke onderdelen. Ook de UV straling doet goed zijn best, het tentdoek is in die paar maanden al een stuk valer geworden. De zonsterkte is in Nieuw Zeeland aanzienlijk hoger. We smeren ons ook telkens in met factor 50. We hebben gisteren in Wanaka nog een paar reservestokken kunnen kopen en hopen maar het beste voor een goede afloop.

De route
Onze route liep nog een groot deel langs de kust maar dus ook door het binnenland met gletsjers. Die gletsjers hebben we alleen van een afstand gezien, de weg loopt er niet vlak langs. Dat levert natuurlijk wel flink wat toeristen op. Toch wordt de highway 6 nooit druk. Het is al die tijd een fijne weg geweest om te fietsen die geen minuut heeft verveeld. We hebben uiteindelijk toch een paar keer op de eenvoudige DOC campings gestaan, inclusief veel sandflies. De kampeerplekken zijn te vergelijken met de Staatsbosbeheer campings in Nederland. Het zijn steeds hele mooi plekken bij een meer of rivier, altijd een (compost)toilet aanwezig en soms ook stromend water. Wassen doe je in de rivier of het meer. Allemaal prima te doen en goede overnachtingsplekken voor fietsers. Die zien we daar dan ook iedere dag wel een paar. Op een bepaald moment stonden er 8 fietsers op dezelfde kampeerplek. Dat levert natuurlijk veel verhalen op en er wordt veel informatie uitgewisseld.

Uiteindelijk fietsen we via de Haastpas, 564 m, naar de andere kant van de Alpen. Na de pas fietsen we langs een aantal geweldige bergmeren. Tientallen kilometers lang en meer dan 300 m diep. Op de dag dat we over de pas gaan willen we naar Wanaka fietsen. Ik was zo moe dat we uiteindelijk 16 km voor Wanaka op een camping zijn gestrand aan het Hawea meer. Achteraf helemaal prima. Het was een schitterende plek met een kampeerplek direct aan het meer. De volgende dag nog even die laatste 16 km voordat we een leuke plek vinden op de camping in Wanaka. We staan op een veldje waar geen auto’s mogen komen. Het gevolg is dat er wel 7 fietsers zijn waaronder Ronnie en Linda uit Heerenveen. Er zijn ook twee Oostenrijkers. De vrouw heeft de achterpad van haar derailleur door midden. Toevallig hebben wij precies zo’n achterpad bij ons. Terwijl de Oostenrijkers zitten te eten fixen Vincent en Ronnie de fiets van de vrouw. Ze zijn ons allemaal erg dankbaar en hij blijft maar eten, bier en koekjes brengen. Daardoor wordt het erg gezellig ’s avonds en we gaan met z’n allen pas om half elf slapen. Nachtbrakers!

Crownrange pass
Gisteren zijn we via een kortere maar wel hogere route naar Queenstown. Het is maar 70 km maar we stijgen wel naar een hoogte van 1067 m. Halverwege de klim nemen we een koffiepauze en worden we ingehaald door Ronnie en Linda. We fietsen met z’n vieren naar de top en later ook verder naar Queenstown. Het is erg gezellig en we besluiten om onze routes op elkaar af te stemmen en een tijdje samen te reizen.

Queenstown
We zijn nu in Queenstown. Hier is het bungeejumpen uitgevonden. Daarnaast kun je hier nog allerlei andere spannende dingen doen zowel in de bergen als op het water. We komen in de stromende regen aan op de camping. Die is vol vanwege een feestdag, maar even later blijkt er toch nog een piepklein plaatsje te zijn. Precies genoeg voor onze twee tenten. We blijven hier nog een extra dag.

Morgen gaan we met een stoomschip naar de andere kant van het meer. Daar fietsen we twee dagen over een gravelweg. Halverwege willen we kamperen op een DOC camping bij een meer. Het schijnt een mooie plek te zijn.