Klik op kaartje voor interactieve map van onze route Pamir highway deel 1/3

Pamir highway 1/3
Dushanbe - Khorog

Dushanbe, 5 augustus 2023

Valse start
Alles is goed geregeld voor de vliegreis naar Tajikistan, zo denken we. Onze Warmshowershosts hebben fietsdozen voor ons geregeld. Wij hebben zelf nog wat extra noppenfolie, karton en tape om de fietsen in te pakken geregeld. Dit verloopt soepel. De taxi met ruimte voor onze fietsdozen is besteld. We hoeven pas laat op het vliegveld te zijn, onze vlucht is pas in de avond. In de middag komt de taxi, wel een stationwagen, maar die fietsdozen passen er niet in. De chauffeur staat met zijn handen in het haar. Hij kan een gedeelte van zijn achterbank niet platleggen. Touw is er ook niet. Met wat kunst en vliegwerk passen we zelf de dozen in de auto met de klep open en de tassen op de achterbank. Op het vliegveld aangekomen zien we onze vlucht niet staan op de vertrekborden. Wij navragen bij info balie, blijkt het vliegtuig te vertrekken van het andere vliegveld in Istanbul. Wij gaan snel naar buiten en vragen een taxi chauffeur om ons zo snel naar het Istanbul airport te rijden. We moeten met 2 taxi’s nemen omdat de fietsdozen in de open achterklep moeten. De taxichauffeurs beginnen als gekken te rijden. Ze rijden 150 op de snelweg. Stellen ons onder het rijden gerust dat we het vliegtuig wel zullen halen. Bellen en regelen nog van alles tijdens het rijden. In 45 minuten zijn we er, super snel en waarschijnlijk nog net op tijd. Dan vraagt de chauffeur vijf keer zoveel als de teller aangeeft. Hij wil 265 euro. We geven hem 120 en lopen verder maar hij wil dit niet accepteren en wil er de politie bij halen. We geven hem nog 30 en dan vertrekt hij. Gelukkig halen we het vliegtuig en landen midden in de nacht in Dushanbe. Met 2 taxi’s rijden we om 2.00 uur in de nacht naar het Green house hostel waar we tevreden in slaap vallen.

Green house hostel
Ons doel is om vanuit Dushanbe de Pamir highway te fietsen. Het is de tweede hoogste berijdbare weg ter wereld. Hij is 1400 km lang en heeft zeven passen boven de 4000 m. De hoogste pas ligt op 4655 m. Bijna de hele weg is onverhard en er zijn weinig voorzieningen. De weg maakt onderdeel uit van de oude zijderoute. Voor veel fietsers is het een enorme uitdaging om de hele weg te fietsen. Nu staan wij ook voor die uitdaging.

De volgende dag zien we bij het hostel veel fietsen en een paar motoren op de binnenplaats staan. Het is er gezellig druk met mensen die de Pamir per fiets of motor willen bedwingen. Er is een keuken waar iedereen zijn maaltijd kan bereiden. Mensen komen aan die de Pamir gefietst hebben. Prima om ervaringen uit te wisselen. Ook over de permit die nodig is om het gebied in te mogen. Er heerst een relaxte sfeer. We regelen eerst een telefoonkaart en doen wat boodschappen. ‘s Middags zetten we de fietsen weer in elkaar.

Dushanbe
Dushanbe is de hoofdstad van het land. Het is er niet druk. De grote wegen zijn geasfalteerd. Veel kleinere wegen, zoals die waar ons hostel aan ligt, zijn gedeeltelijk onverhard.  De helft van de asfaltweg is kapot gereden. Ze hebben wel een groot winkelcentrum met luxe artikelen voor de rijken. Je moet door een metaal detector om binnen te komen. Niet dat ze iets doen als die afgaat, maar toch. Begin augustus is het hier rond de 40 graden in de middag. Dus wel iets om rekening mee te houden. Als het goed is, is het in de bergen wel een stuk koeler.

De permit, om het Pamir gebergte in te mogen, moeten we nog regelen. We gaan naar het kantoor wat de permits uitgeeft. Er wordt een kopie gemaakt van onze paspoorten en visa. Een dag later mogen we terug komen om de permit op te halen. Bij het ophalen krijgen we de permits in onze handen geduwd zonder dat we hoeven te betalen, dat zal wel een foutje zijn geweest.
We horen in het Green house Hostel dat de grens met Kirgistan sinds deze week open is voor toeristen. Er gingen vorige week al wat geruchten maar het schijnt nu echt waar te zijn. Dat is erg goed nieuws. Zo kunnen we de hele Pamir highway fietsen tot aan Osh in Kirgistan. Plan B is om via de Bartang vallei weer terug te gaan naar Dushanbe. Wij vinden het veel leuker om de hele weg te kunnen fietsen, zonder onderbrekingen.

Vandaag vertrekken we echt
Op 4 augustus vertrekken we om half 6 in de ochtend om zo de ergste hitte te vermijden. Via de Gps fietsen we de stad uit. De weg lijkt eerst nog op een soort snelweg en er is redelijk wat verkeer. Maar gaandeweg wordt de weg smaller en het verkeer minder. Jeannette voelt zich een beetje ziek. (misselijk en moe). We stoppen een paar keer. Het fietsen valt haar erg zwaar. We krijgen nog een grote zak appels aangeboden van een jongetje. We pakken er twee uit en geven de rest weer vriendelijk terug.
Op onze Openstreetmap (OSM) app zien we een motel staan. Als we er bij uitkomen lijkt het helemaal niet op een motel, maar we kunnen er wel slapen op een bed in een groot lokaal. Met wat rusten gaat het ’s avonds al een stuk beter. Zodat we de volgende dag gewoon weer op tijd, 5.15 uur, kunnen vertrekken.

Al fietsend wordt de weg smaller. De weg wordt onverhard en we mogen steeds meer klimmen. En het is stoffig. Auto’s en vrachtwagens zorgen voor de stofwolken. Ook loopt de temperatuur steeds meer op. Om 12 uur zijn we er wel klaar mee mede door de zon en de hitte. Het is bijna 40 graden. Na een lunch in de schaduw zien we op de OSM app dat er een stukje verder een restaurant moet zijn. Daar gaan we kijken. Er blijkt aan de andere kant van de rivier een mooie kampeerplek voor ons te zijn. De lokale bevolking wijst ons die ook. Hier overnachten we dan in onze binnentent, net naast de rivier. De buitentent is niet nodig in verband met de warmte. Er lopen wat koeien, auto’s stoppen op de weg met oververhitte motor en proberen de radiator met water uit de rivier te koelen. Voor de auto’s en vrachtwagen(tje)s, is deze weg ook een geweldige uitdaging. Evenals voor de passagiers die in een bloedhete auto zitten. Er rijden hier vooral auto’s van het merk Opel. Waarom, daar zijn we nog niet achter gekomen. Een ezel komt langs en gaat naast de rivier liggen. Er is een “bron” slang waar water uit komt, die van hoger op de berg komt. Die zorgt voor schoon water. Ook alle passanten kunnen hier hun verfrissing halen, billen van een kind met vuile luier worden schoongewassen, water halen voor de wc die hoger op is.  Er zijn een paar restaurantjes. We vragen brood aan een man en krijgen het zo mee. Het is er niet te koop. ’s Avonds verdwijnt de drukte en duiken wij ons tentje in.

“Hotel”
De volgende dag klimmen we verder over de onverharde bergweg. De weg naar Darband is vooral kort klimmen en dalen. In het dorp zoeken we een onderkomen. Een man zegt dat er geen hotel is, dat er achteraf wel blijkt te zijn, en stuurt ons naar een vriendin die een kamer heeft en zegt dat het een hotel is. Er is geen stromend water, alleen water uit flessen. De koeien horen we loeien. Alles achter een muur, met de rest van het “hotel” nog in aanbouw. 

We gaan de eerste pas over
s Morgens als onze wekker afgaat regent het. We blijven een uurtje liggen en vertrekken dan alsnog voor een dag van 63 km en 1100 hoogte meters. Het is lekker fietsweer, rond de 20 graden. We tanken onze benzinefles vol bij het plaatselijke tankstation. We mogen de halve liter zo meenemen. De omgeving veranderd. We fietsen in de bergen over een onverhard pad. De regen heeft gezorgd dat de weg niet meer stoffig is.  ’s Middags begint het te regenen. Eerst miezeren later steeds meer regen. We ontwijken de plassen. Auto’s rijden er steeds minder. Op dag 5 starten we in op 1600 meter hoogte. We moeten een pas over van ruim 3200 meter. Dit halen we niet in 1 dag. We stranden op 2800 meter op een vlak stukje gras, net naast de zandweg, met schitterend uitzicht op de vallei. Vincent heeft last van buikloop, en heeft de wc’s die door Europese landen geschonken zijn geprobeerd. Een hokje met een vrouwen en mannen kant met een gat in de grond. Op dag zes van de Pamir mogen we nog 450 meter klimmen. Toch pittig met de hoogtemeters van gisteren in de benen. ’s Morgens zien en horen we marmotten op de berg. 

Super mooie afdaling naar Qal’ai Khumb
Dan hebben we een afdaling naar 2000 meter over een onverharde weg maar een omgeving om jaloers op te worden. Het is prachtig en we stoppen regelmatig. Uiteindelijk komen we aan in Qal’ai Khumb. Hier nemen we een Homestay. Een plek waar je bij mensen thuis een kamer huurt en mee eet wat de pot schaft. We blijven hier twee nachten. We zijn hier aan de grens met Afghanistan. De rivier de Panj, die we stroomopwaarts volgen, is de grens.

De wegwerkzaamheden en even niet fietsen
We verlaten Qal’ai Khumb. Onderweg verwachten we wegwerkzaamheden. De chinezen zijn de weg aan het upgraden. Soms staat er een mannetje op de weg om ons tegen te houden of door te laten gaan. We zien ze  in eerste instantie nog niet zoveel. Soms is de weg verhard. Het landschap wordt gevormd door kale, maar wel erg mooie, bergen. En dan opeens is er een soort oase van bomen en huizen. Daar is dan water, van een bergbeek, waar mensen dus ook kunnen leven. De rivier waar we steeds langs fietsen is één grote kolkende massa van bruin water, er zal vooral heel veel zand in zitten en is niet geschikt als drinkwater. In de middag komen we bij zo’n oase aan en stoppen midden in het dorp bij een beekje. Vrachtwagens en auto’s stoppen hier om bij te tanken. We blijven een tijd en zien ook andere fietsers. Een fransman en duitser. Meteen na de middag fietsen we tegen een wegversperring aan. Ze zijn delen van de berg aan het opblazen en een kraan moet de weg weer vrijmaken van de los gekomen rotsblokken. Het verkeersmannetje zegt dat het 10 minuten duurt. Het worden er 50. En maar weer door. Er is tussen door niet echt een plek om onze tent op te zetten. We hebben het plan om op een i Overlanderapp plek onze tent neer te zetten. We zijn er nog geen km vandaan en dan is er weer een wegblokkade. Duitsers, met de fiets in een vrachtwagen, vertellen al 3 uur stil te staan. Twintig minuten later mogen wij er langs. Er staan al veel auto’s en vrachtwagens te wachten. Met onze fiets kunnen we voor in de rij en staan zo vlak bij de kraan die nog een heleboel stof en rotsblokken verzet. Het wordt ondertussen al wel laat en voordat de 2 wegblokkades en file die aan de andere kant staat voorbij zijn blijkt de kampeerplek door de werkzaamheden verdwenen te zijn. Op de weg ligt een stoflaag van wel tien centimeter dik die opwaait door de wind. Het is een echt stuk horrorweg. Wij moeten lopend met de fiets door de dikke stoflaag. Auto’s en vrachtwagens staan vast. Iedereen toetert en wil er door. Ook wordt het al bijna donker. We fietsen naar het dorp en zien daar een verhoogde slaapplek bij een familie. We vragen of we er kunnen slapen maar moeten meteen mee eten. Dat hadden we beter niet kunnen doen … We liggen vlak langs de stoffige weg net achter een muurtje, maar het stof komt er ’s nachts ook overheen. Een dag later kunnen we maar 10 km fietsen voordat Vincent niet meer verder kan. De buikloop, waarschijnlijk van het vlees van gisteren, maakt hem ziek zodat hij niet meer verder kan. Er is toevallig een chauffeurs onderkomen waar we terecht kunnen. Ze hebben zelfs bedden. Alles is wel erg vies en er is geen stromend water. Een badkamer is er ook niet en het toilet is het openbare toilet aan de andere kant van de weg. Het gezin is wel erg betrokken en vraagt regelmatig hoe het met de zieke is. Na twee dagen kunnen we gelukkig weer verder. 

Ziek
Ook wordt het al bijna donker. We fietsen naar het dorp en zien daar een verhoogde slaapplek bij een familie. We vragen of we er kunnen slapen maar moeten meteen mee eten. Dat hadden we beter niet kunnen doen … We liggen vlak langs de stoffige weg net achter een muurtje, maar het stof komt er ’s nachts ook overheen. Een dag later kunnen we maar 10 km fietsen voordat Vincent niet meer verder kan. De buikloop, waarschijnlijk van het vlees van gisteren, maakt hem ziek zodat hij niet meer verder kan. Er is toevallig een chauffeurs onderkomen waar we terecht kunnen. Ze hebben zelfs bedden. Alles is wel erg vies en er is geen stromend water. Een badkamer is er ook niet en het toilet is het openbare toilet aan de andere kant van de weg. Het gezin is wel erg betrokken en vraagt regelmatig hoe het met de zieke is. Na twee dagen kunnen we gelukkig weer verder. 

Naar Khorog
Onderweg zien we nieuwe elektriciteitsmasten die door Europese landen geschonken zijn. Via Qalot en Rushon, waar we in een leuk hostel slapen, komen we een paar km voor Khorog in een wegblokkade. Ditmaal omdat de President van het land op bezoek is in de buurt. In Khorog zoeken we een onderkomen en komen uit bij Laalmo Homestay. Khorog is de hoofdstad van de Pamir regio, er wonen hier 30.000 mensen. Alle vrachtwagens die ons voorbij reden en tegen kwamen bevoorraden ook vooral dit dorp. Hier is nog enige luxe te vinden en kunnen we onze voorraden aanvullen. We zijn nu op 2000 m hoogte en we hebben vanaf Dushanbe 500 km afgelegd. Vanaf nu gaat het voorlopig alleen nog maar bergop, tot aan de passen van 4000 m en hoger.

Dit bericht heeft 2 reacties

  1. lenykitslaar

    Het blijft geweldig om jullie te volgen. Ik hoop wel dat je de komende tijd verlost blijft van buikloop enz.
    Ik wens jullie nog veel mooie kilomters.
    groeten
    Leny

Geef een reactie