Lycian Way


De Lycian Way is een 500 km lange wandeltocht door zuidoost Turkije.
Wij lopen van Ovacik naar Kas. 
Een wandeltocht van 11 dagen

Kaartje Lycian way
Klik op kaartje voor interactieve map

De voorbereiding
We hebben het boekje gekocht van Kate Clow: The Lycian Way. Tracks en waypoints op de gps gezet. Nauwkeurig onze rugzakken ingepakt met de inpaklijst. Voor het eerst ook een tablet mee. In Turkije hebben ze op veel plaatsen wifi. Op de luchthaven van Antalya kopen we een visum voor 15 euro. We nemen een taxi naar het busstation, Otogar. De taxichauffeur is vriendelijk en zet ons bij de juiste terminal af. Bij binnenkomst worden we weer gecheckt met een metaal detector. Het ding piept als een gek, maar we mogen gewoon door. We vragen bij een kantoortje waar de bus naar Fethye vertrekt. De man wijst ons vriendelijk naar een collega die al staat te roepen dat we bij hem moeten zijn. De bus vertrekt een kwartiertje later al. Na vier uur bussen zijn we in Fethye. Daar vullen we meteen de brandstoffles, om met een dolmus verder te reizen naar Ovacik. Hier zoeken we hotel. We vragen hier en daar om een goede prijs te kunnen inschatten. Voor 50 Tl. hebben we een leuke kamer. Het toeristenseizoen staat hier voor de deur. Veel ondernemers zijn aan het verbouwen of restaureren. De eerste terrasjes worden weer uit de mottenballen gehaald. We zoeken een geocache, maar daarvoor moeten we aanbellen bij een huis. Helaas zijn ze er niet.

Dag 1 Ovacik Faralya
We lopen het dorp door. Met de gps weten we precies waar we moeten zijn. Er zou ook een geocache moeten liggen, maar we kunnen maar tot op 50 m van het punt komen. We vinden de rood witte markeringen al voor dat de Lycian way begint. Bij Montana holiday village staat het begin bord. We zien vanaf het pad de zee. Een diep blauwe kleur heeft het water. De kustlijn zien we veranderen terwijl we aan het lopen zijn. De markering is nog nieuw en prima te herkennen. Bij de start staan 3 stellen klaar om de route te beginnen. Zo druk hebben wij het op een pad nog niet gehad. De route is prachtig, met uitzicht over zee, helemaal af. Bij de eerste koffiepauze nemen we water uit een waterput. Onderweg zien we veel geiten. Het brede pad wordt smaller. Dan over stenen. Het klimt naar 700 m. Er lopen ook opvallend veel Turken. Onderweg staan er her en der verspreid bijen kasten. Als we te dicht langs zo’n kast lopen worden we door een 5-tal aangevallen en gestoken. We dalen af naar 250 m. naar Faralya. Hier vestigen we ons op een campingplaatsje bij het George house. Vlak bij een 250 m hoge klif naar zee. Er zijn veel Turken aan de wandel, die we ook op de camping en pension zien. Het dorpje stelt niet veel voor. Een paar huizen met een winkeltje en overal staat een moskee. De zon laat zich langzaam in de zee zakken.

22 april 2012, 21 km waarvan 3 km gelift, 1104 hoogtemeters
Faralya – Gey
We verlaten de camping, die voor ons gratis was. Alleen eten zou ons geld gekost hebben. We steken de weg over en komen in een rotsachtig gebied met struiken en bomen. Het is rustig op de route. Veel smalle paadjes, veel klimmen en afdalen. Snel gaat het niet, het is wel heel mooi. De berg aan de ene kant, de zee aan de andere kant. We lopen twee Nederlandse vrouwen voorbij. De ene heeft een spier verrekt. ’s Middags passeren we Alinca. Naast de weg bij een open haard zijn vouwen brood aan het bakken. De afdaling die volgt is steil en rotsig.

We moeten opletten om niet met de losse stenen mee naar beneden te schuiven. Er is vandaag weinig water onderweg. We denken al bij een splitsing te zijn, later blijkt dit toch niet. De track die we hebben wijkt hier en daar wat van de route. Toch vinden we makkelijker de route met de track. De 3 km blijken uiteindelijk 10 km te worden. Het laatste stuk is een asfaltweg. Door de warmte een zware kluif. We nemen een lift. Er rijden weinig auto’s. De ene die er rijdt houden we aan. Tegen zessen komen we zo in het dorpje. Daar doen we wat boodschappen en lopen naar het op een bordje aangegeven Lighthouse hotel. Ook hier mogen we kosteloos onze tent opzetten. Het uitzicht is onvoorstelbaar. Het hotel ligt op een uitstekend rotspuntje omringd met zee, vlak bij de vuurtoren.

23 april 725 hoogte meters, daling 707 m 14,5 km
Gey – Gavuragili

De zon staat alweer aan de hemel als we opstaan. We lopen de kilometer terug naar de route, als we een vrouwtje tegen komen die hout heeft gesprokkeld en op haar rug draagt. Die vervolgt over de helling van een berg. Soms moeten we de hele inkeping omlopen om verder te kunnen. Ook vandaag zien we weinig bronnen. Soms wel een watervoorraad in een betonnen bak, maar dat is niet altijd zuiver genoeg om te drinken. Het waterfilter hebben thuis gelaten, een volgende keer weer meenemen dus. De wandeling blijft een hele onderneming. Vandaag is het afdalen van 700 naar 200 meter over een rotsig en steil pad soms gevaarlijk. Als we verder dalen naar zeeniveau komen we bij een dorpje. Bij het eerste huisje nemen we een pension. Best duur 40 Tl per persoon. Het kan alleen met avondeten en ontbijt. Er is ook geen plek voor onze tent. We krijgen een pot thee als welkomstdrankje. Het lijkt wel of ze zelf de markering wat verzet hebben zodat de route langs hun huis loopt en zo inkomsten te krijgen via de wandelaars van de Lycian way. We wassen wat kleding die goed droogt in de zon.

24 april 318 h 354 l 25,3 km, 19 km
Gavuragili – Cavdir (forest tree camp)

Na een Turks ontbijtje krijgen we nog een belegd broodje mee van de pensionhoudster. We verlaten het pension en lopen naar Gavuragili. We dalen verder naar de zee. 2,5 km verder is wel water en een paar honderd meter verder ook kampeerplekjes. We klimmen wat, maar missen een gedeelte van de beklimming, omdat de gpstrack wat anders loopt. We komen bij een kudde geiten die bewaakt wordt door grote honden. Ze blaffen gevaarlijk naar ons. We wachten even totdat ze weg zijn. We lopen een ruïne van een oude kazerne binnen, waar we meteen de route kwijt zijn. De gpstrack werkt nu ook niet omdat de muur voorkomt dat we op de gpstrack terug kunnen komen. We zien een slang de bosjes in glijden. Bang van onze aanwezigheid. Een marterachtige, loopt over een muur. Een schildpad loopt ons voor de voeten. We lopen terug naar de poort en zien dan wel de route en de uitgang. We dalen nu helemaal naar zeeniveau en komen bij een groot kassengebied. Hier worden tomaten geteeld. We verlaten de kassen snel en lopen over strandpaden, maar we zien de zee nu helemaal niet. Bij Letoon komen we de verharde weg weer op. Tussen de tuinbouw kassen en de daar werkende mensen komen we bij de ruïnesite van Letoon. In Kumkuova zijn we het beu om over de harde weg te lopen en houden en dolmus aan. Via Kinrk rijden we tot net voor Cavdir. Hier is een grote picknickplaats die we tot campingplek promoveren. Er is ook een waterkraantje. Eerst zitten er nog picknickers. Turken zien we veel picknicken met hun familie. Het tentje zetten we op als de mensen verdwenen zijn. We wassen ons met een washandje en water in een pannetje. Voldoende om ons weer fris te voelen. Als het donker wordt, maken we een vuurtje van gesprokkeld hout en dennenappels. Eerst komt er een hond kijken. Die eet de resten van de picknickgangers op. We zien ook twee kleine puppies, die waarschijnlijk hier gedropt zijn. Ze begrijpen het niet als ze door ons worden weggejaagd. Ze komen bij ons warme haardvuur liggen.

25 april 507 hoogtemeters, 444 afdalen, 16,5 km
Cavdir – bij rivier voor Akbel

De hondjes willen ons volgen. We gooien een paar dennenappels weg die ze gaan volgen terwijl wij achter een bosje weglopen. Zelfs Jeannette, geen hondenliefhebster, vindt dit zielig maar wij kunnen er zo ook niets mee. Als we Cavdir voorbij zijn en hoogte beginnen te maken hebben we uitzicht over een groot kassengebied. We lopen over een oud aquaduct en klimmen verder een berghelling op via nauwe paadjes met struiken met scherpe takjes en bladeren. Ze schaven en prikken in onze ontblote schenen. De olijfbomen in de boomgaard staan er goed bij. Ze beginnen net kleine vruchtjes te maken. Bij Poruklu stroomt het water hard van de berg, door een klein met de handgemaakt beekje. Na de winkel in Uzumle gaan we op zoek naar een kampeerplekje. We lopen er een voorbij. Een tweede is een aantal km verderop bij een rivier. We doorwaden het water op onze Crocks (handig, sterk, licht schoeisel). Aan de andere kant van het water zetten we onze tent neer, een paar km voor Akbel. Wel leuk wild kamperen, met een kampvuurtje. Leuk dat er nog landen zijn waar dat gewoon nog mag. Het is aardig rustig geworden op de route. Vandaag hebben we geen wandelaars gezien. Als we het kampvuurtje uit willen laten branden om te gaan slapen, staan er aan de andere kant van de rivier een paar agenten in uniform. Door de begroeiing zien we hen niet goed. Ze steken daarom eerst de rivier over. Een man had ons hier gezien en was bang dat het gevaarlijk zou zijn. De politieagent zelf vind het ook onzin maar hij moest van zijn baas even gaan kijken, om ons zijn telefoonnummer te geven voor het geval dat.

26 april 320 hoogtemeters 458 afdalen 16,9 km
Akbel – Patara

Na het opstaan zijn we met een uur weg. We klimmen de vallei uit. De gpstrack ontbreekt hier, maar met de waypoints, zijn de markeringen nog makkelijk te vinden. Dit omdat de richting al bekend is. Zo nu en dan passeren we een dorpje. Voor Patara mogen we nog door een pad met de bekende scherpe struiken. Later is de weg breed. Bij Patara lopen we naar het dorp toe, naar beneden. Hier nemen we intrek bij Mustafa in het Flowerpansiyon. Ze hebben hier een heerlijke tuin en een leuk terras. De zoon komt ’s avond een praatje maken tijdens het eten. Ook hier hebben ze wifi, zoals op veel plekken in Turkije. Zo kunnen we de zaken in Nederland bijhouden. We blijven nog een dagje. Op onze rustdag lopen we een rondje naar het strand en over de ruïnes van Patara. We krijgen van de zoon van Mustafa de beschrijving. Op het terras zit het ’s avonds vol met wandelaars. De meesten laten hun bagage wegbrengen naar een volgend pension.

28 april 22,2 km waarvan 7 km met de auto
Pantara – Kalkan

We klimmen weer naar de route en volgen de markeringen. Bomen en rotsen wisselen elkaar af. Met de ruïnes van Patara op de achtergrond vinden we een Geocache. We belanden in een mooie, bijna onbewoonde baai. Hier en daar staat een huisje wat dan weer onbewoond is. Een breed pad wat de omgeving er telkens anders uit laat zien. Rond koffietijd is er naast de weg een bankje. Als we net alles uitgestald hebben, komt er een man gelopen, die ons uitnodigt voor de thee. Een goed gebruik in Turkije. Omdat we alles klaar hebben staan wijzen we het aanbod af. Eigenlijk stom want het is best leuk, bij een ander op de thee. Zeker in Turkije. Een stukje verder beland de route bij een mooi strandje met drinkwater. We blijven er een paar uur, nemen nog een duik in zee en besluiten dan niet te blijven overnachten, maar verder te lopen naar Kalkan. We moeten later over de weg verder omdat de wandelroute naar Kalkan te gevaarlijk is met een grote rugzak. Hiervoor waarschuwt Kate al in het haar boek. We lopen naar de snelweg en liften naar het stadje. Op advies van Mustafa nemen we intrekt in het Gul pension. Op het dakterras hebben we prachtig uitzicht over Kalkan, de haven en de zee. Ook hier nemen we een rustdag.

30 april 19 km 1125 hoogtemeters 490 afdalen
Kalkan – stenen kring, Sidey voorbij

Na een ontbijtje op het dakterras kopen we een brood en wandelen naar de snelweg. Er zijn niet veel auto’s dus goed te doen te voet. We klimmen na 2 km de bergen weer in. Eerst door terrassen met olijfbomen en gerst, dan hoger over een breed rotspad naar boven de 700 meter. Daar verliezen we het uitzicht over Kalkan en lopen door de geitenweides over geitenpaadjes. We komen een herder tegen die vindt dat zijn geiten te ver weg lopen en ze terug roept. Dan komen we in de vallei van Berirgan. Opvallend is de vlakte in dit gebied. Er wordt landbouw bedreven. Ze hebben er ook opslag schuurtjes voor de producten. Na de lunch op een verhoogd picknickplateau, doen we inkopen in een klein winkeltje en lopen omhoog naar de grote weg.

Na een omzwerving en een mooi riviertje naar Saribelen. Hier staat een mannetje met een brommer al klaar om ons binnen te loodsen voor zijn pension. We wijzen de man af en zeggen dat we wild gaan kamperen. We tanken water bij een kraantje, steken bij Sidek de berg over en overnachten bij een opvallende stenen cirkel in de vallei. Helaas is er geen stromend water. We hebben 5 liter water bij ons. Daarmee zullen we het moeten doen. Het is vooral lastig dat we niet onbeperkt kunnen drinken. Een ander stel loopt door, ze hebben geen water bij zich en moeten doorlopen. Zo nu en dan komt er een herder voorbij. Dan staan er weer een paar honden, maar die laten zich met een steen goed weg jagen. Een geit met een jong komen ook grazen. Als ze bij onze tent willen komen jagen we ook die weg. We maken een washandje een beetje nat en wassen ons hiermee en doen (de) andere kleren aan. Je voelt je dan toch weer fris. Afwassen doen we met een wc papiertje en het beetje water wat over is van het afgieten van de macaroni. We sprokkelen weer hout. Meer dan voldoende te vinden hier. Het vuurtje geeft als het donker wordt een leuke afleiding en bezigheid.

1 mei
Sidek voorbij – geitenweide Stepping Stones voor Eren T ruïne

Na een uurtje lopen zien we een mooie waterput. Op het weilandje heeft ook een tentje gestaan, dat zien we aan het platte gras. Waarschijnlijk van het stel wat gisteren nog doorliep. Even verder zitten ze bij een boer op de thee. Wij worden ook uitgenodigd. We krijgen een hele maaltijd voorgeschoteld. Thee, zelfgemaakt heel plat brood, jam, kaas, tomaat, komkommer enzovoort. Er lopen ook kinderen rond. Ze laten foto’s zien die anderen opgestuurd hebben. Meestal de betaling voor de thee. Als we weer verder willen lopen geven we een fooi omdat het andere stel dit ook doet. Maar de 5 TL die we geven is niet genoeg. Ze willen 20 TL, bijna 10 euro. We zijn dit niet gewend hier. Meestal wil men helemaal geen vergoeding. Een rare gewaarwording. Ze zijn hier aan de kust commerciëler. Een volgende keer zullen we… We lopen door. De omgeving is prachtig. Steen, rots, weitjes, bomen. In Gökcerören missen we het winkeltje. Verderop is een prachtige verhoging om te picknicken. We maken er dankbaar gebruik van. Nadien lopen we over een brede half verharde weg naar beneden. De lucht raakt bedekt met donkere wolken. Het begint al te rommelen in de lucht. Onweer. Net na de middagkoffie begint het te regenen. Niet lang. We schuilen even als het wat harder gaat regenen. Een eindje verderop zetten we de tent op aan de andere kant van een riviertje. Later schijnt de zon weer. Ons vuurtje verlicht de omgeving als het donker wordt.

2 mei 485 klimmen 613 dalen 15,2 km
Stepping Stones – Cukurbag

Als we wakker worden horen we het beekje nog kabbelen. We klimmen snel. Even problemen met de route. Steenmannetjes helpen ons waar de markering ons in de steek laat. We klimmen 500 meter naar 1000 meter hoogte. Bij het op hoogte blijven moeten we vaak door te smalle paadjes met de bekende struiken met scherpe stekels. In de verte zien we bergen met sneeuw. Bij Phellos, een ruïne, zien we weer de eerste mensen.

We dalen af naar Cukurbag en bedenken dat we hier ook wel een nachtje kunnen blijven voordat we gaan afdalen naar Kas. Het dorp voorbij staat guesthouse Eflatun aangegeven. Het ziet er erg mooi uit. Turks, maar goede gebouwen. Er werkt een meisje die Nederlands is. Ze werkt als vrijwilligster in de tuin, in het guesthouse en als kinderoppas, in ruil voor kost en inwoning. De kamers hebben namen van ruïnes hier in Lycian. Ze rekenen hier wel in euro’s, 38 per persoon met eten. In de kamers is kunst opgehangen. Het is een ware art galery. ’s Avonds komen zich nog een paar vrijwilligers melden. Een Argentijnse jongen en meisje willen hier ervaring opdoen voor het vrijwilligerspension wat ze zelf in Argentinië op willen starten.

3 mei 59 meter klimmen, en 464 meter afdalen
Cukurbag – Kas
We ontbijten gezamenlijk op het buitenterras. Wat een heerlijk weer is het hier. We zien vanaf de rots Kas al liggen. We proberen ons te oriënteren vanaf deze hoogte en zien de camping en de beschreven moskee al liggen. We dalen steil af naar Kas. Na wat brood gekocht te hebben zoeken we de camping op. Deze ligt een paar honderd meter buiten Kas. Zeer goed te lopen. We hebben op de digitale Loneley planet al gelezen dat ze ook goedkope bungalows hebben. We dingen af naar 50 TL per nacht. De camping ligt echt mooi, direct aan het water, met mooie gemaakte terrassen over de rotsen heen. In het dorpje treffen we nog een Canadees- Engels stel die we de afgelopen dagen herhaaldelijk ontmoet hebben. In Pantara hebben we er al een praatje mee gemaakt. We schuiven bij hen aan op het terras. Een zeer bereisd koppel, die al veel van de wereld gezien en bewandeld hebben.

We blijven nog een paar dagen en nemen dan de bus naar Antalya. D rit duurt 4 uur. In Antalya zoeken we de oude binnenstad op. Een pension wat in de Loneley Planet staat en in onze prijsklasse zit, is vol. Hij wijst ons naar een ander pension waar we 60 YTL, inclusief airport service, mogen overnachten.