Van El Calafate naar Villa O’Higgins


El Calafate
 
Is een erg mooi en toeristisch dorp. Ook wel een keer leuk. Allerlei leuke winkeltjes, cafés en restaurantjes en… voor het eerst ook terrasjes. We maken er meteen gebruik van en zitten lekker in het zonnetje. We maken een uitstapje met de bus naar de Perito Moreno gletsjer. De gletsjer is 5 km breed en is tot 75 m hoog. We horen het gekraak van de gletsjer. Soms horen we geroffel. Er breekt dan een stuk van de ijsmassa en dondert met geweld in het water. We zijn echter altijd te laat voor een foto of een filmpje. Erg indrukwekkend om te zien. Er zijn allerlei paden en terrassen op palen aangelegd om de gletsjer van allerlei mogelijke kanten te bekijken. We zijn er in totaal 5 uur en we vervelen ons geen minuut.

Naar El Chalten
De volgende dag is het weer tijd om op de fiets te stappen. Het is 220 km naar El Chalten en het zou mooi zijn als we dat in 2 dagen halen, als het er 3 worden is dat ook niet erg. Als we El Calafate nog maar net uit zijn begint het te regenen. We doen alle regenkleding aan en we weten nu dat die de komende twee dagen niet meer uit gaat. De lucht is donker en grijs. Het blijft maar regenen maar gelukkig waait het dan bijna niet. We worden bij een politiecontrole gemaand te stoppen. We krijgen veiligheidsvestjes van ze, erg handig want er is weinig zicht met dit weer.

De omgeving blijft uitgestrekte pampa.
Het blijft bijzonder en onherkenbaar in onze wereld. De bergen in de verte zijn verscholen achter de wolken. De wind trekt toch weer aan. We hebben geluk dat we net rond lunchtijd bij een schapenstal aankomen. Hier gaan we lekker binnen zitten. Droog en uit de wind. Even later komen er ook vier fietsers vanuit het noorden, 2 Fransen en 2 Amerikanen die hier ook komen lunchen. Uiteraard worden er weer de nodige verhalen en tips uit gewisseld. Ze hebben overnacht bij “The pink house, wat nog 50 km verderop ligt. Is misschien ook een goede optie voor ons. We gaan weer verder door de regen, de wind gaat weer liggen en inderdaad na 96 km op de teller is daar “Het Roze Huis”. Het is een verlaten stenen geraamte, waar geen ramen en deuren meer inzitten. Het heeft wel een goed dak en de vloeren zijn ook intact. Er zijn ook prachtige kampeerplekken aan de rivier bij het huis maar daar kiezen we vanwege de mogelijke regen toch maar niet voor. We zetten de tent op in een kamer en gaan in de woonkamer zitten. We krijgen gezelschap van Sebastian uit Duitsland. We slapen heerlijk rustig. Het regent wel de hele nacht. 

Nog 120 km te gaan naar El Chalten. Omdat de weg volgens Sebastian redelijk vlak is gaan we dat proberen in 1 dag te halen. Af en toe, zo ook vandaag, komt er een auto voorbij die even verderop stopt om foto’s van ons te maken. We krijgen onderweg vaak goede reacties van de mensen, duim omhoog van een motorrijder of vanuit de auto of even de claxon. Ook vrachtwagenchauffeurs reageren vaak goed en geven ons de ruimte. We fietsen min of meer gelijk op met een Australisch stel die ook richting Noord gaan. Op de gps zien we dat er dichtbij hoge bergen liggen maar helaas zien we ze, door de lage wolken, niet. In El Chalten gaan we naar camping El Relincho. Die heeft een mooie keuken en zitgelegenheid binnen. We blijven hier uiteindelijk twee dagen. De eerste dag doen we boodschappen en brengen alle spullen weer op orde. De tweede dag maken we een mooie wandeling naar het uitzichtpunt van de Fitz Roy, de hoogste berg hier in de buurt, met een hoogte van 2600 m

Richting de Carretera Austral
Om bij de Carretera Austral te komen moeten we nog wat hindernissen overbruggen. Vanaf de camping eerst 38 km fietsen. Het waait erg hard en de eerste 15 km ripio is erg slecht. We stuiteren weer alle kanten op. Daarna wordt het iets beter. We komen aan bij Lago Desierto. Een meer wat we van zuid naar noord met een boot moeten oversteken. Er is een grote (en dure) boot en een kleine (en goedkope) boot. Omdat het hard waait gaat de kleine deze dag sowieso niet en de grote misschien later op de middag. We wachten en om half vijf gaat de grote boot inderdaad vertrekken. We zijn in eerst instantie de enige passagiers op een boot waar 50 mensen op kunnen. Aan de andere kant van het meer is de Argentijnse douane, waar we alvast een uitreis stempel halen. Er is een grasveld waar we kunnen kamperen. Verder zijn er geen voorzieningen. Water halen we uit het meer. Er zijn hier wel tentjes met wandelaars en fietsers, bijna allemaal komen ze vanaf het noorden. 

De volgende ochtend starten we met het pad, door een bos, wat we helemaal zullen mogen lopen. Omdat we van te voren al wisten dat de voortassen al snel van de fiets af moeten, doen we de spullen van 1 voortas ieder in een rugzak. De andere tas binden we op de achtertassen. Dat blijkt achteraf een super idee te zijn. We hebben geen enkele keer tassen hoeven over te dragen. Het pad is eerst erg steil en uitgesleten. Regelmatig moeten we met z’n tweeën een fiets duwen over rotsen, boomwortels of een steile helling op. Dan weer terug om de andere fiets te halen. Andere fietsers moeten hier dus nog een keer op en neer lopen om de voortassen over te dragen. We passeren ook regelmatig een beekje, daarvoor doen we steeds onze schoenen en sokken uit en de teva sandalen aan. We hebben al veel verhalen over dit pad gehoord en hebben het super zwaar voorgesteld. Uiteindelijk denken we steeds wanneer de zware stukken zullen komen. Nou, die komen dus niet. Het enige wat tegenzit is dat het de hele dag regent. Dat is erg jammer want het is best leuk om dit pad zo af te leggen en de omgeving is prachtig. Een mooi bos, leuk pad, regelmatig een riviertje. Na 5,5 uur hebben we de eerste 6 km afgelegd. Dan volgen 15 km via een soort breed bospad.

Geweldig mooie omgeving, met in het laatste deel regelmatig uitzicht op Lago O’Higgins. In dit deel komen we meer dan 20 fietsers en een aantal wandelaars tegen die net van de boot komen en aan hun deel van deze route beginnen. We komen bij de Chileense grens. De douanebeambte heeft wel 15 minuten werk om onze paspoorten over te schrijven. We warmen ons lekker op bij de houtkachel. De beambte mag er wat ons betreft best langer over doen. Hij gelooft ons op ons woord dat we geen groenten, vlees en zuivel bij hebben. Hij gaat met dit hondenweer ook echt niet buiten kijken. Bij het meer aangekomen nemen we een kijkje bij de steiger. Er is niemand en er is ook niets te zien van een tijdschema voor de boot. We gaan naar de camping, die ligt iets hoger en heeft een schitterend uitzicht over het meer. De voorzieningen zijn eenvoudig maar goed. Goede warme douche en een ouderwetse houtkachel waar we ook op kunnen koken. Een superplek om te zijn. We krijgen te horen dat de volgende dag misschien een boot gaat, misschien ook niet. Dat hangt van de wind af. We slapen wat langer en ontbijten rustig. Daarvoor hakken we eerst wat hout om de kachel op te stoken. Dan horen we dat er een boot komt, dat het waarschijnlijk de enige van de dag is en dat hij meteen weer weg wil als hij aankomt, vanwege de wind. Snel alles inpakken dan maar. Eigenlijk jammer, we hadden het helemaal niet erg gevonden om hier nog een dag te blijven, maar omdat je nooit weet wanneer er weer een boot komt, gaan we meteen maar mee.

Het waait inderdaad erg hard. We worden 2,5 uur lang met de boot op de golven gekwakt. Jeannette krijgt hoofdpijn van het harde neerkomen op de golven. Aan de overkant worden onze Santosfietsen en de Rohloffnaaf met riem, door de wachtende fietsers bewonderd en er worden zelfs foto’s van gemaakt. Het is nog 7 km fietsen naar het dorp over een mooie weg die langs het meer loopt. Erg leuk om te fietsen. Villa O’Higgins is een klein dorpje waar maar 500 mensen wonen. Het bestaat pas sinds 1966. Er zijn een paar straten en de huisjes zijn eenvoudig. We gaan naar camping/hostal Mosco. We zetten de tent op en zitten heerlijk binnen in het hostal bij de kachel. We blijven hier een dag om inkopen te doen voordat we aan de Carretera Austral beginnen.

De Carretera Austral
Een nieuwe fase in de fietsroute. Pinochet heeft de 1200 km lange onverharde weg, als een soort prestige project, aan laten leggen in een periode van 20 jaar. In 1996 was hij gereed en hij eindigt … helemaal nergens. Hier staan wel bomen en heeft niet de wind, maar de bergen de meeste invloed. Wij fietsen hem andersom; het einde van de weg, is ons begin. Bij het meer van O’Higgins kun je alleen oversteken met een boot. Aan de andere kant kunt je alleen met de fiets of te voet verder. We gaan bossen, meren, bergen, watervallen, vulkanen zien. En nog veel meer…