We zijn in El Calafate


Na twee broodnodige rustdagen vertrekken we vanuit ons hostal in Punta Arenas richting Puerto Natales. We willen weer via een gravelroute, die via een pinguïnpark leidt. De eerste afslag die we willen nemen is afgesloten, daar zijn ze flink aan het werk. Dan maar een stukje verder. Er staat aangegeven dat het pinguïnpark gesloten is. We gaan ervan uit dat we er wel gewoon langs kunnen. Vanaf dat moment trekt de wind flink aan en na korte tijd gaan we niet veel harder dan 6 km/uur. Het is echt knokken tegen de wind in. Na ongeveer 10 km horen we van een tegemoetkomende automobilist dat de weg, die onderdeel uitmaakt van het pinguïnpark, is afgesloten. Dat is een flinke streep door de rekening. We moeten onze route aanpassen en we hebben dat hele stuk voor niks tegen de wind in gefietst. In een razendsnel tempo zijn we weer terug bij de hoofdweg, ruta 9. Voor ons ligt 250 km betonweg rechtdoor om in Puerto Natales te komen.

De wind blijft hard uit het westen waaien en wij blijven er tegenin knokken. Bij een politiepost lunchen we lekker uit de wind en kletsen even met een stel Franse fietsers die vanuit Quito zijn komen fietsen. Aan het einde van de dag vinden we eerst een aangegeven tankstation die bij aankomst in ver vergane toestand verkeert. Er is ook niemand. Even verder is een estancia waar we weer in een huis mogen slapen. Het kleine oude mannetje, waar we geen foto van mogen maken, maakt zelfs de kachel voor ons aan.

Dan nog twee lange dagen fietsen voordat we in Puerto Natales zijn. Tijdens de tweede dag maak ik de opmerking dat het een saaie dag is, beetje bewolkt, niet al te veel wind en uitgestrekte pampa met verder helemaal niets. Op zo’n saaie dag blijft het uitzicht inderdaad wel zo’n beetje de hele dag hetzelfde maar toch zien we dan nog van alles. Koeien en paarden in de wei maar ook lama’s, die eigenlijk guanaco’s heten, flamingo’s, vossen, caracara’s, parkieten en nandu’s. Toch niet de meest alledaagse dingen om te zien. Als we wat dichter bij Puerto Natales komen zien we het landschap veranderen. We zien nu af en toe wat bomen en ook wat meer rotsen. In de verte doemen de bergen van Torres del Paine al op. Mooi om hier doorheen te fietsen.

We zijn legaal in Chili!
15 km voor Puerto Natales zien we een grenspost. We besluiten om te vragen hoe we om moeten gaan met ons tot nu toe illegale verblijf in Chili. Alles gaat in het Spaans maar het lukt me om uit te leggen wat ons probleem is. We krijgen een stempel om Chili uit te gaan, fietsen 3 km Argentinië in om een stempel voor in, en ook voor uit Argentinië, te halen. De douane beambte snapt niet waarom maar zet wel netjes alle stempels. Weer dezelfde 3 km terug en we zijn weer bij de douanepost in Chili. We krijgen netjes een stempel en formulier en zelfs een goedkeuring om de fietsen mee te mogen nemen. Yes! We zijn nu echt in Chili. Gelukkig valt de wind mee. Deze dag fietsen we 112 km voordat we in Puerto Natales aankomen.

Puerto Natales
In Puerto Natales vinden we een leuk hostel waar we twee nachten blijven. Het is een erg relaxed dorp. Allemaal laagbouw, gezellige huisjes en een mooi uitzicht op zee. Het centrum is gezellig met wat winkels, restaurantjes en cafés. Er heerst een goede sfeer. Toch besluiten we om na een dag weer te vertrekken. Het weer is goed en de verwachtingen ook en we willen wat tijd doorbrengen in Nationaal park Torres del Paine. We doen inkopen voor 6 dagen en onze tassen puilen uit van het vele eten. Allemaal om zo lang mogelijk in het park te kunnen blijven.

Torres del Paine
De route naar het park is erg mooi en het is vandaag compleet windstil. Een beetje op en af met mooi uitzicht op de besneeuwde bergen van Torres del Paine. Af en toe een meertje maakt het uitzicht compleet. Ook dit is weer een alternatieve route en we zien bijna geen verkeer. Even later komen we op de reguliere route naar Torres del Paine. Die is wel iets drukker maar nog steeds prima te doen. Op ripio is het altijd zoeken naar de beste plek op de weg. Niet te veel stenen, ook liever geen wasbordprofiel. Dan blijft er vaak nog maar 1 paadje over, voor ons vaak links van de weg. We blijven vaak gewoon links fietsen en gaan er maar van uit dat de auto’s en bussen voor ons uitwijken. Het venijn zit hem vandaag in de staart. Er zijn nog een paar pittige klimmetjes, tot 11%, nodig om bij de eerste camping in het park te komen. De camping is onverwacht mooi en luxe. We hebben een hutje, ter beschutting van de wind, een picknicktafel en zelfs elektriciteit. We kunnen ook heerlijk warm douchen. Daar hadden we allemaal niet op gerekend dus genieten we er echt van.

De volgende dag fietsen we 16 km verder naar camping Pehoe. Dit keer moeten we een aantal hellinkjes tot 14% bedwingen. Gelukkig hebben we al wat kilometers in de benen en komen we in ieder geval fietsend boven. Ook deze camping is weer super mooi. Hij ligt aan een gletsjermeer met diepblauw water. We blijven hier twee nachten en lopen naar een uitkijkpunt waar je ook condors zou kunnen zien. Gisteren zagen we ze in de verte wel vliegen maar nu we er zijn zien we ze niet. Het uitzicht is in ieder geval de moeite waard. We zijn gewaarschuwd voor de gordeldieren die hier de hele dag rond snuffelen, op zoek naar eten. We hangen iedere keer netjes alle tassen met eten op in ons hutje. Eén onbewaakt ogenblik, als we even gaan douchen, slaat een gordeldier toe. Hij heeft al wat brood op en doet zich nu tegoed aan onze kaas. Wegjagen dat beest en redden wat er nog te redden valt van de kaas en het brood. Gelukkig valt de schade mee. Dat gaat ons niet nog een keer overkomen.
Een dag later fietsen we 35 km naar de volgende camping in het park, camping Torres. Ook hier willen we weer twee nachten blijven. Je kunt hier nu alleen maar terecht met een reservering en die hebben we niet … We fietsen de afzetting voorbij en gaan naar het kantoortje op de camping. Het voorstel is om het dubbele tarief te betalen omdat we geen reservering hebben. Daar hebben we natuurlijk geen zin in en na een beetje onderhandelen betalen we 5.000 pesos (7 euro) meer dan de eigenlijke prijs. We zijn er tevreden mee. We zoeken een mooi en windvrij plaatsje. Ook deze camping is weer erg mooi. Deze keer niet met vaste plaatsen. Alleen maar kleine wandeltentjes. Onze tent is veruit het grootste van de hele camping.

Vandaag willen we naar het uitzichtpunt op de Torres lopen. Drie granieten punten in de bergen waar het park zijn naam aan te danken heeft. Het punt ligt op 900 m, dat is voor ons 750 m stijgen. De dag begint met een stralende zon, blauwe lucht en bijna geen wind. Vol goede moed beginnen we aan de wandeling. Het landschap is mooi en het pad gaat op en af. Het is uiteindelijk nog een hele klim tot aan het uitzichtpunt. Het is ondertussen ook veel meer bewolkt geworden. Na een half uurtje komt er wat meer blauw in de lucht en zien we de Torres net zonder wolken. Ze zijn 2600 en 2800 m hoog. Dan weer via hetzelfde pad terug. Het valt behoorlijk tegen. Bergop gaat erg langzaam en onze benen doen zeer. In die paar weken hebben we toch al behoorlijk wat fietsspieren gekweekt. De wandelbenen zijn verdwenen. Als we weer terug zijn op de camping blijkt dat we meer dan 20 km hebben gelopen maar ook in totaal 1300 meter hebben geklommen. Geen wonder dat onze benen zo’n zeer doen. Vandaag maar vroeg slapen om morgen weer lekker te kunnen fietsen. We kijken al twee dagen tegen de eerste klim van morgen aan waar de auto’s en bussen tergend langzaam tegen omhoog kruipen.

Op weg naar El Calafate
Het klimmetje is 20% maar wel te doen omdat we harde wind mee hebben. Het grootste deel van de dag rijden we op asfalt en hebben we de wind mee. Bij de Chileense grens treffen we een Duitse fietser waarmee we nog wat info uitwisselen. 10 km verderop halen we de nodige stempels om Argentinië weer in te mogen. Dan is het nog 45 km naar Tapi Aike. Daar is een politiepost waar je kunt overnachten. Omdat de wind nog steeds gunstig is besluiten we om door te fietsen. Doordat we een verkeerde afslag nemen komen we op de oude weg naar Tapi Aike uit. Allemaal ripio, 10 km langer maar wel erg mooi. Om 18.30 uur, na 118 km en 1150 hoogtemeters komen we bij de politiepost aan. Tent opzetten is geen probleem en we mogen de douche en het toilet gebruiken. Het waait nog steeds hard maar we vinden een mooi plekje om te koken uit de wind. Nog even zitten en vroeg slapen na een zware en lange dag fietsen. Morgen ligt er 65 km hele slechte ripio voor ons.

Na de politiemannen te hebben bedankt gaan we op weg. De ripio is inderdaad erg slecht. We stuiteren soms echt op de fiets. Het is eigenlijk niet te geloven dat alle tassen op de fiets blijven zitten en dat de fietsen niet uit elkaar trillen. We hebben eerst de wind mee dus dan is het nog te doen. Rond 11 uur draait de wind en krijgen we hem schuin van voren. Het laatste stuk is bijna niet meer te fietsen tegen de wind in. Uiteindelijk doen we, inclusief pauzes, meer dan 8 uur over de 65 km ripio. Als we bij de asfaltweg komen zien we precies 1 gebouw staan. Daar dus maar naar toe want verder fietsen is vanwege de wind absoluut geen optie. Het blijkt een meteorologisch station te zijn wat wordt bemand door een echtpaar, Oscar en Mercedes, wat er ook woont. Ze hebben een kamer met bedden voor ons, een warme douche en we zitten in de keuken/woonkamer. Even na ons arriveert er een Mexicaan, Herman, die vanaf Cusco onderweg is naar Ushuaia. Altijd leuk om tips uit te wisselen. Omdat Herman bijna geen eten meer heeft vraagt hij of Mercedes voor hem wil koken. Uiteraard doet ze dat, en ook voor ons. De volgende ochtend maakt ze ook nog een ontbijt. 

Omdat de verwachting is dat er ook deze dag weer veel wind zal zijn vertrekken we vroeg, om 7 uur. Het waait al behoorlijk en uiteraard hebben we wind tegen. We houden elkaar uit de wind en wisselen iedere 2,5 km. Zo is het op zich wel te doen. We klimmen in 30 km naar het hoogste punt van de dag op 800 m hoogte. Dan volgt er een fijne maar wel koude afdaling. We zetten koffie en thee op een parkeerplaats en zitten heerlijk in het zonnetje. Als we weer vertrekken blijkt de wind wat te zijn gaan liggen. Als dat zo blijft gaan die 95 km naar El Calafate vandaag wel lukken. En dat is ook zo. In de middag is er nog minder wind en rond 15.00 uur zijn we al op de camping. We vinden een mooi plaatsje, met gras ondergrond, voor de tent en lopen even het dorp in. Wat direct opvalt is dat er erg veel toeristen zijn maar vooral dat alles er mooi verzorgd en ook groen uitziet. Prima plek om weer een paar dagen bij te komen. Iedereen is hier vanwege de gletsjer, Perito Moreno. Die is 75 m hoog en er vallen regelmatig stukken van af. Morgen doen we een tour naar deze indrukwekkende gletsjer.

Op naar de Carretera Austral
De eerste 1000 km fietsen hebben we erop zitten. Vanaf hier fietsen we in 2 of 2,5 dag naar El Chalten. Vanaf die plek gaan we richting de Carretera Austral. 1200 km ripio over een schitterende weg. Vanaf daar is de wind verdwenen maar hebben we weer met andere elementen te maken zoals hogere bergen, steile en lange hellingen, slechte ripio en waarschijnlijk veel regen. Om op de Carretera Austral te komen moeten we een stuk van 6 km overbruggen waar eigenlijk geen weg is. Het schijnt een pad door een bos te zijn wat helemaal is uitgesleten. Zo ver dat in ieder geval de tassen van de fiets moeten. Voor ons is het pad bergop dus we zullen ook regelmatig elkaar moeten helpen met de fiets naar boven duwen. Er schijnt ook nog een stuk moeras te zijn …
Avontuur genoeg wat we de komende tijd tegemoet gaan.