Zuid India


Een fietstocht van 6 weken vanaf Mahabalipuram, via het zuidelijkste puntje van India, Kanyakumari, langs de Westkust en via Ooty naar Mysore.

India Kaart
Klik op kaartje voor interactieve map

11 maart – 23 april 2011
Voorbereiding
Na een uitgebreide zoektocht op internet vinden we een gunstig vliegticket vanaf Dusseldorf airport naar Chennai in India. We vliegen met Emirates deze keer omdat onze fietsen “gratis” mee kunnen mits we in totaal niet meer dan 30 kg aan bagage meenemen. De fietsroute regelen via The Global Cyclist. De route heet “Tempels en Toeters” en loopt over het zuidelijke puntje van India. Een visum is deze keer ook nodig. Dat kost in 2011 50 euro maar met administratiekosten en visumdienst (ze doen het ineens niet zonder)120% duurder (dus 110 euro). En dan heb ik het nog niet over de onzinnige papieren die er allemaal mee moeten. Van werkgeversverklaring tot een papier dat je geen journalist bent. We kijken onze inentingen na, een paar zijn er al weer verlopen. Met een goede inpaklijst kunnen we toch alles meenemen wat we willen. De fietsen kunnen niet in een doos omdat we anders teveel overgewicht hebben.

12 maart
Mahabalipuram

Als we vaste voet op Indiase bodem zetten, zien we het al… Het tapijt waarop we lopen is bevlekt en smoezelig. Het dure visum is in een paar tellen afgestempeld. Een Indiaas mannetje vertelt bij navraag dat de fietsen ook over de band zullen komen. Via de haakse hoek die in de band zit, voorzien we dat ze gekreukt en beschadigd aan zullen komen. Gelukkig komen ze door een aparte deur, zonder een schrammetje. Een taxi die ze mee wil nemen naar Mahabalipuram is moeilijker te vinden. Busjes zijn er niet. Een man stelt al voor dat we gaan fietsen. We hebben echter al een nacht overgeslagen en dan het drukke, links rijdende verkeer!? Dat zien we vandaag niet zitten. Boven op een oude taxi die een dakrek heeft kunnen de fietsen uiteindelijk toch mee. Eenmaal van het vliegveld komen we in druk, soms stilstaand verkeer. Het is warm. Alle ramen van de taxi staan wijd open. Er wordt veel getoeterd. Een vrachtwagen harder dan een tuktuk. Wie heeft er dan voorrang? Waar ruimte is gaat de taxi rechts over het weghelft van de andere richting inhalen. Ook als er een tegenligger komt. Die gaat dan weer verder aan de kant. Zo golft het op en neer. De ruimte nemen waar die is maar ook stoppen als het niet kan. 75 km verder in Mahabalipuram is het veel rustiger. Een leuk dorpje aan zee om op adem te komen. We zien, bij het uitzoeken van een hotel, een paar vakantiefietsers. We maken een praatje. Altijd leuk om reiservaringen uit te wisselen. Zij komen fietsend vanaf Londen. Ze zijn tien maanden onderweg. Dan komen wij er met onze zes weken toch bekaaid vanaf.

13 maart
We kennen het dorpje al. Zo denken we als we ergens een halve dag zijn. De belangrijkste voorzieningen kennen we dan. We lopen naar de rots. Er is een grote ronde steen die half op een helling staat. Vraag is hoe die 200.000 ton zware steen kan blijven liggen. Het gewicht hebben we berekend voor een geocache die hier ligt.

Een gids probeert zijn geld bij ons te verdienen. Die truckjes kennen we. Op het laatst moet je iets van hem kopen wat dan veel te duur is. Hij blijft ons maar volgen ondanks de afwijzing. Als we echt de andere kant op gaan komt hij met zijn doosje waar we dan iets van mogen kopen. We slaan de aanbieding vriendelijk af. We lopen verder en vinden een rustig plekje om te lezen. Er komen veel mooi geklede mensen langs. Later wil een groepje kleurig geklede meisjes met ons op de foto. Wat zou er bijzonder aan ons zijn? Verder laten ze ons goed met rust.

Als we meloen kopen komt er een meisje met haar handje open. Ik geef haar de 5 Rupee die ik als wisselgeld terug krijg. Ze blijft vriendelijk lachend rondhangen. Als we haar later tegen komen met vriendinnetje blijft ze zeuren om geld. Dit dan ook niet meer gegeven. Het is hier wel een heel andere wereld. Zoveel mooie mensen. Als we ze willen fotograferen gaan ze er echt voor staan en kijken in de camera. Ook stoppen ze met hun werkzaamheden. We mogen overal afdingen. Het is een sport. Als beide partijen maar tevreden zijn. We beslissen tijdens de lunch op een dakterras dat we morgen gaan fietsen. Later brengen we de fietsen en onze bagage alvast op orde. Het is warm, ongeveer 35 °C. We willen vroeg vertrekken om niet in de hitte te hoeven fietsen.

14 maart
Vendantagal 52 km (58 km)

We ontbijten op ons terras met een echt brood, gekocht bij de German Bakery, en tonijn in blik. We fietsen Mahabalipuram uit met behulp van de gps. De route hebben we ook op een gps-track gekregen. Zo hoeven we niet telkens te lezen of te twijfelen dat we niet goed gaan. Fout fietsen en dan weer terug moeten vinden we niet leuk. De weg bestaat in eerste instantie uit glad asfalt. We zoeven over de vlakke weg. Later komen er steeds meer gaten in de weg. Dan bestaat de verharding uit enkel stenen. We mogen regelmatig van de fiets om het moois wat er te zien is te fotograferen en filmen.

Met een standaardje op de fiets kunnen we het straatbeeld al fietsend filmen wat veel meer zegt dan al mijn geschrijf. Al fietsend zorgt een fris windje voor verkoeling. We vergissen ons met de eindbestemming en fietsen zo 3 km te ver, die we dan ook weer terug moeten. We eindigen in het “Forrest department rest home”. We moeten wachten omdat de beheerder afwezig is. Gelukkig is er wel plaats, zo vertelt een aanwezige toerist. Het straalt allemaal rust uit. Een man zit uren te zitten op een bankje in de schaduw. Veel Indiërs lopen op blote voeten. De vrouwen dragen een topje en een lange rok en alles wat daartussen zit wordt met meters stof omhuld. Ons wachten wordt beloond. De kamer ziet er mooier en schoner uit dan dat we van de buitenkant dachten. Hier kunnen we zelfs zonder klamboe slapen. 800 rp voor de kamer en 100 voor het eten. In de namiddag bezoeken we het vogelpark. Een natuurgebied waar honderdduizenden vogels komen broeden. Alleen het pad en de entree is gemaakt de rest allemaal puur natuur. Intree is 5 rp (€ 0,08) een fotocamera 25 rp (40cent) en een videocamera 150 rp. Indiase logica die ons ontgaat.

15 maart
Gingee 80 km
Het stuk wat we gisteren te ver gefietst hebben, mogen we vandaag nog een keer fietsen. Het weggetje is niet breder dan een meter of 3. Mensen zijn bezig met opstaan, water halen. Bewoners delen met een aantal hutjes een waterkraan. Een vrouw is haar peuter bij zo’n kraan aan het wassen. Kinderen staan naar ons te kijken en glimlachen. Een “brutale” zegt hi en vindt het prachtig dat we terugzwaaien. Medefietsers rijden we voorbij. De huizen zijn met regelmaat niet meer dan een hutje met bananenbladeren op het dak en onder een muur besmeert met zand en klei. Hoog zijn ze ook niet. Je kunt er net in staan.

In de dorpjes is veel bezigheid. Dan fietsen we weer tussen de akkers met rijst. Terug op de high way rijden we een flink stuk samen met vrachtwagens, bussen, auto’s, tuktuk’s, brommers, fietsen en wandelaars. Top snelheid mag 80 km zijn. Gelukkig overheerst het toeteren niet. Het is hier, alsof ze willen zeggen “héé kijk uit ik kom er aan”. Niet te vergelijken met de megatoeters in Vietnam. Daar sprongen we soms bijna van onze fietsen als een vrachtwagen zijn luchthoorn aanzette. De vlakke asfaltweg maakt dat we goed kilometers kunnen maken. Als we de snelweg verlaten, mogen we over een kleiner weggetje verder. Mensen zijn het land aan het bewerken, zijn een wagen aan het lassen. Ook is er wel een stuk weg waar geen mensen zijn. Daar springt een spaak van het achterwiel van Jeannette kapot. We zetten de fiets op z’n kop en vervangen de spaak. Er staan meteen 2 mannen die ons wel even komen helpen en kijken. Waar die zo snel vandaan kwamen? De reparatie is zo gefikst. Even later rijden we Gingee binnen. Het hotel Shivasan is ‘under construction’ deze maand. Even verder is er wel een hotel Sabati Park guesthouse. We kopen wat fruit voor de lunch. ’s Middags houden we siësta, of hoe dat hier ook heet. We eten in het restaurant van het een hotel. Een eetlokaal waar ook alle Indiase mensen komen. Zij eten vaak rijst met een groentenprutje op een bananen blad, met de hand. Wij gebruiken toch een lepel. We dachten de klamboe in dit hotel niet nodig te hebben. De ventilator zou de muggen wel weg houden. Toch vliegen er wat rond. Met een powerstrip en een haakje hangen we heel gemakkelijk het meegebrachte antimuggennet aan het plafond.

16 maart
Tiruvanamalai 41 km

Fietsen gaat hier snel. Met een snelheid van 24 km per uur fietsen we over Highway 66. Een kleinere weg met net twee rijstroken. Het is er lekker rustig. Zo nu en dan maken we een stop naast de weg. Soms komen er mensen kijken en praten. Ze willen altijd wel op de foto. Jong en oud. Ze gaan er heel plechtig voor staan. Als ze dan de foto terug zien op het lcd schermpje van de camera beginnen ze mooi te lachen. Hier maken we dan ook meteen een foto van.

We maken een praatje. Sommige mensen spreken wat Engels. Namen, burgerlijke staat, land van herkomst etc. worden uitgewisseld. Langzaamaan komen er steeds meer mensen bij staan. De hutjes zijn met regelmaat heel armoedig. Verder zien we een dorsfabriek op het land. Het is een mooi plaatje. Het fietsen bevalt hier prima. Niet gevaarlijk. Links rijden blijft wel opletten, vooral als het pad wat smal is en er een tegenligger tegenover je staat. Dan zijn we toch weer snel geneigd om voor rechts te kiezen. Als we op de weg, ín de weg van een achterligger fietsen begint deze te toeteren totdat hij ziet dat hij toch niet voorbij kan. Dan sluiten ze rustig achter aan en wachten tot er weer ruimte is op de weg om ons in te halen.

17 maart
Puducherry 108 km
Vroeg (6 uur) op weg omdat we 105 km mogen gaan fietsen. Het is nog donker als we de brede hoofdstraat op gaan. We hebben geen licht, maar dat is geen probleem. Veel voertuigen hebben geen licht. Zonder licht rijden we de politie voorbij, de stad uit. We zien overal houtvuurtjes waarmee de Indiër het ontbijt bereid. Een jongen fietst zonder versnelling net zo hard als wij, 25 km per uur. Hij praat en hij fietst maar om ons heen. Veel verstaan we er niet van. Zou hij ADHD hebben? Wij worden in ieder geval moe van zijn drukke gedrag. Gelukkig moet hij een paar kilometer verder afslaan naar zijn bestemming en kunnen we weer rustig verder fietsen. Soms even klimmen, dan weer lang afdalen. De weg blijft twee vrachtwagens breed. We zien de omgeving veranderen. We zien meer ontwikkeling dan de eerste dagen van onze route. Er zijn hier meer huizen die van steen zijn gemaakt. Ook zijn er grote landbouw machines. Vaak is de machine aangedreven door een tractor die bovenop is geplaatst. Een grote ketting op het achterwiel van de tractor drijft de hele machine aan. Ook zijn er graafmachines die de grond kunnen bewerken. Langs de weg zien we regelmatig “steenfabriekjes”. De stenen worden ter plekke met een houten mal, twee aan twee gemaakt van klei. Ze liggen dan op het zand te drogen. Als ze wat hard geworden zijn worden ze opgestapeld.

Gedurende de dag wordt het steeds drukker op de weg. Toch kunnen we goed blijven fietsen, rijden overal waar nog plek is en moeten soms uitwijken voor een grote dringend toeterde vrachtwagen. Bijna in Puducherry zwelt het verkeer steeds meer aan. Een herrie!! De route brengt ons in het Frans koloniale centrum. Natuurlijk vaak met de Indiase trekken. Niet alles wat op de menukaart staat is te verkrijgen. We wandelen drie horecazaken af voordat we op een terras een sandwich kunnen krijgen. Bij de eerste zou het nog een half uur duren. We tellen dan een uur. Bij de tweede en derde krijgen we te horen dat het brood op is. We komen zo weer bij de eerste uit. En we hebben natuurlijk honger van 108 km fietsen. De menu’s zien er overal hetzelfde uit. Dezelfde gerechten met ongeveer een gelijke prijs. Wel makkelijk, we hoeven in ieder geval niet af te dingen voor eten. We zien hier weer toeristen. 

Puducherry
18 maart

We blijven een dag langer in deze voormalige franse kolonie. Aan de restaurantjes en ander winkels is de franse invloed te zien. Het Park guesthouse ligt pal aan zee. Het heeft veel regels, maar het is er heerlijk rustig. Het wordt gerund door een yogaman. Lekker ontbijten, langs de boulevard wandelen en de dagelijkse markt en een tempel bezoeken.

Met een tuktuk gaan we naar de botanische tuin. Maar hier zijn teveel muggen. Wat internetten. Verhaaltje, foto’s en video op onze reissite zetten. Alle moertjes van onze fietsen een keer controleren of ze nog vast zitten. Op onze Santos fietsen zit een Rohloff naaf en geen ketting maar een aandrijfriem. Zo hebben we weinig onderhoud. Het is een heerlijke vakantie dag.

19 maart
Chidambaram
Een rustig dagje fietsen. Aan de herrie op straat zijn we gewend. Éénmaal moeten we van de weg af omdat een bus, een tegenligger, onze plaats wil claimen. We zouden het niet winnen van de grote zware naar links door zijn as gezakte bus. We schetsten al dat ze hier de tijd ver vooruit zijn, met verlaagde bussen, zodat je makkelijk kunt instappen. Waarschijnlijk is het uit pure armoede. Op de fiets is een leuke manier om een land te verkennen. Je ziet zoveel van het land en de mensen zelf. Backpackend met een bus zouden we dit alles voorbij scheuren. Nu kunnen we, wanneer we willen, stoppen voor een foto van man die we op zijn fiets met knal roze, gele en groene kuikentjes in een mand voorbij rijden.

We kunnen zo onze eigen tijd indelen. De helft van Chidambaram bestaat uit tempel. In de namiddag is die open zodat we deze kunnen bezoeken. Het is een hele beleving. We weten niet waarom dat nu gebeurt; omdat het zaterdag of een ander feestdag is maar er zijn veel mensen. Voor de tempel moeten we de schoenen weer achterlaten. Ze worden netjes opgeslagen en we krijgen een nummertje. In de tempel mogen we niet fotograferen. Er rinkelen bellen, mensen gaan met ontbloot bovenlijf een kleinere tempel in. Sommige hebben kleding bestaand uit twee witte doeken. Op hun voorhoofd heeft iedere Hindi een rode stip. Sommigen hebben er een witte streep onder of is een gedeelte van het voorhoofd wit gemaakt. Een man sjouwt met een waterkan een tempel binnen. Dit allemaal geeft een bijzonder tintje aan dit bezoek.

20 maart
Thanjavur 118 km

Door de vlakke weg fietsen we net iets meer dan 21 km per uur, pauzes niet mee gerekend. Met het licht worden vertrekken we, anders wordt het te warm. Vandaag wordt de route regelmatig onderbroken met vele dorpjes. Hier is altijd wat te doen. ’s Morgens zien we een dode koe op straat liggen. Een stuk later een vrachtwagen die zijn hele voorgevel aan diggelen heeft. Wat er van de chauffeur geworden is…? Verder zien we niet veel ongelukken. We leren ook steeds meer van het Indiase eten. Overdag eten we vaak brood met tonijn of kaas. 118 km zonder maaltijd valt niet mee.

We stoppen bij een eettentje in een dorp. De man heeft nog iets liggen wat op in olie gebakken dun plat brood lijkt en hij serveert er een curry papje bij. Een meisje van 10 kan watEngels en legt uit dat we na de maaltijd zelf ons bananenblad weg moeten gooien. Ook kunnen we onze handen wassen. We gebruiken onze “spork” (lepel mes en vork ineen) met de handen eten valt voor ons toch nog niet mee. De spoorbomen gaan dicht. Eens kijken of we een foto kunnen maken van een rijdende trein. Er is in de verste verte nog geen trein te zien. Mensen staan wel stil voor de totaal gesloten overweg.

21 maart
Trichy 78 km

Crazy India. Wild plassen kost in Nederland € 100,-. Hier trekken ze hun broek omlaag naast de weg en beginnen te plassen. Te snel rijden doen ze hier niet. Ze passen zich aan de medeweggebruikers aan. Ze hebben hier wel veel drempels liggen, waar wij als fietser soms al stapvoets over moeten.

Op de Highway wordt niet sneller gereden dan ± 80 km per uur. In de stad fietsen we de bus regelmatig voorbij die op zijn beurt ons weer inhaalt. Bumperkleven, roekeloos rijden. Men rijdt boven op elkaar, al zien we eigenlijk geen ongelukken, zelfs geen blikschade. Een wandelaar met een waterkruik moet goed op blijven letten of ze door kan lopen. Spookrijden? Ze doen hier niet anders. Rijden zonder helm? Moet je bij ons eens aankomen. Onnodig toeteren? Ze toeteren hier in een kwartier wat ik in een paar jaar bijeen zou moeten sprokkelen. Verdrijvingsvakken hebben ze hier niet, de weg lijkt wel één groot verdrijvingsvak. Ik kan je verzekeren dat ze hier ook geen APK hebben. Verzekering is ook maar zeer de vraag.

Toch is het verkeer niet agressief. Het mooie is dat niemand boos op elkaar wordt. Althans niet in het verkeer. Onderweg zijn er soms wegafzettingen in de vorm van hekken waarop politie staat en sponsoring van een lokaal hotel of juwelier. Een ieder moet dan door een smalle doorgang rijden. Kleine trucks hebben hier nog geen net over hun lading en het lokale en doorgaande verkeer rijdt hier trouwens nog over dezelfde weg. Zonder bon komen we aan in Trichy waar we twee dagen langer blijven omdat een van ons overhoop ligt met z’n darmen. In Trichy is de Vinakaya Ganesh-tempel die we bezoeken. Deze tempel is op een 83 meter hoge rots gebouwd. De trap telt 437 treden.

24 maart
Madurai 140 km

We wijken van de route af en nemen de directe weg naar Madurai. Jeannette is nog maar net herstelt en moet eigenlijk nog aansterken. Onderweg is er geen hotel, al zijn de meningen van de receptionisten er nog over verdeelt. We moeten de stad uit zien te komen. Met de gps kunnen we in deze stad zelfs veel straten erop herkennen. Het is een achterbuurt waar we doorheen fietsen. Straathonden zijn nog bezig een meningsverschil op te lossen. Totdat ze ons zien. Dan komen ze achter ons aan. Ze blaffen, maar blijven wel op afstand door onze bidon, die zo nodig wat water sproeit. We hebben een weggetje wat een spoor over gaat. Alleen is er geen spoorwegovergang. Dus met de fiets lopend het talud op. Eerst het oude spoor over dan anderhalve meter omlaag. Gelukkig komen er meer mensen en is er een paadje naar beneden. Het spoor over en dan zitten we snel op de highway 45b. Het is een vierbaans weg met een fiets, brommer strook ernaast. Het is niet druk op de weg. De weg loopt helemaal tot Madurai. De omgeving begint te veranderen. We zien wat bergen. Mensen begroeten ons vriendelijk. Ze vinden het erg leuk om een reactie terug te krijgen. Sommigen staan alleen te lachen als ze ons zien. Andere roepen hi. Een brommerrijder rijdt wat langzamer en komt een praatje maken. We wisten dat het een zware en hete dag zou worden en 130 km wordt uiteindelijk 140 km. 7 uur later stoppen we bij het West Tower hotel. Vlak bij de Wester toren van de tempel. Het is hier gezellig druk. Verkeer wringt zich door de kleine straatjes. Stalletjes aan de kant. Een bedelaar komt onze kant uit maar krijgt ook van ons nee op zijn vraag. Ze blijven dan niet hangen. Wij blijven we nog een dag langer en bezoeken de tempel. De fietsen mogen ’s avonds binnen bij de receptie staan. De stroom valt elke dag wel een paar uur uit. De noodgenerator van het hotel springt dan aan. In dit hotel werken dan de lift en airco’s niet meer.

26 maart
Silvakasi 75 km
Na 50 km verlaten we de eentonige highway. We hebben twee uur lang 25 km per uur kunnen fietsen vanwege een windje in de rug. We komen weer op een kleinere en veel leukere weg. We zien mensen bomen door zagen.

Richting Silvakasi staan er meer huizen langs de weg. De Lonely planet is hier nog niet geweest. Een hotel zoeken we op zicht uit. Hotel Bell is veel te duur voor ons. 2700 rp. 43 euro. Hotel Pandyan past beter in ons buget. 1100 rp, 17,50 euro. Ze eten in India met de ene hand de andere gebruiken ze om hun gat af te vegen. Dat eten met de hand vereist nog een hele oefening. Bijna iedereen doet dit. Ze gebruiken geen bord maar een bananen blad om van te eten. Dit wordt dan met lokaal water besprenkeld en zou dan schoon moeten zijn. Er zijn allerlei zeer smakelijke gerechten te krijgen. Wij vragen vaak om de kaart. Daar staat dan op: rijst met bijgerechten, Chapatie, of ander plat brood (naan, roti) met dezelfde bijgerechten. Dosai (soort pannenkoek van linzen en rijstmeel). Het ziet er uit als een papieren brood. Overal krijg je er verschillende sausjes en papjes bij. De ene wat heter of scherper dan het andere. Sidedishes van groente potporie met heerlijke jus of saus. We zien ook vaak vegetarische restaurants. Ze scheuren het brood of pannenkoek met de vingers van 1 hand en wrijven het samen met een groenten gerecht of een saus met diezelfde hand. Vervolgens wordt het dan naar de mond gebracht. Bij het drinken van water, wat je overal bij krijgt, raken ze ook de roestvrij stalen beker met de mond niet aan. Heeft te maken met het geloof. Wij eten hier geen vlees. Lijkt ons te gevaarlijk in verband met bacteriën. Ook bestellen we water uit een fles. Vaak komen ze er zelf al mee aandragen. Bier is in de wat betere restaurants te krijgen en in restaurants waar vlees te verkrijgen is. Staat vaak niet op de kaart. Van het geloof mag het niet. Er wordt ook wat heimelijk en niet openbaar mee gedaan. Je kan er naar vragen. Ze eten hier snel. Binnen een paar minuten staan de gerechten op tafel. Het lijkt hier ook geen moment van gezellig samen zijn, maar een noodzakelijke actie. Ze hebben ook inloopmenu’s met rijst, dahl en een aantal groenten sauzen op een bananen blad. Als de tafels vol zijn schuift men gemakkelijk bij een ander aan tafel. Het bananenblad wordt door verschillende obers telkens aangevuld totdat het voldoende is. Ongevraagd krijg je ook meteen de rekening. Toeristen hoeven deze niet zelf bij de kassa te voldoen. De ober die je bedient hoopt op een tip. Eten in India is echt een attractie. We beginnen te wennen als ze een soort nee schudden met een dansje vanuit hun nek. Wij kunnen het niet goed nadoen.

Iedereen doet dit als ze iets goed vinden, ze het ergens mee eens zijn, ze zich begrepen voelen of het geld wat je geeft klopt. Het ziet er heel grappig uit. Ze geven dan niet eens een verbale bevestiging meer. We hebben niet meer echt last van het verkeer. We gaan er goed in op en vinden het leuk om eraan deel te nemen. We beginnen ook steeds meer op het geluid af te gaan. Hoor je niets achter je dan is het veilig en kun je inhalen. We rijden wel eens bijna tegen een wandelaar aan. Die hoort ook niets. En bellen doen we zelf niet echt. Onze bel is klein en wordt hier niet gehoord. De Indiërs hebben bijna allemaal dezelfde fietsen met 28 inch wielen. Vaak een stevige uitvoering met velgremmen. De velgen hier hebben echter geen zijkant. En kan daar dus ook niet geremd worden. Wel aan de onderkant bij de spaken. Veel mannen dragen een longi, een wikkelrok tot aan de enkels. Omdat zo’n lengte de bewegingen nog al belemmert wordt de onderkant om de middel vastgemaakt waardoor er een werkbare (knie)lengte ontstaat. In de tempels hebben de inlanders vaak bloemen in het haar, deze worden geofferd, samen met kokosnoten en bananen.

27 maart
Tirunelveli 102 km

De track van onze voorgangers is 113 km. De route is voor ons te veel over grote wegen. Daarom laten we de gps zelf een route berekenen. Erg gemakkelijk. We krijgen kleine weggetjes voor geschoteld.

Soms is de weg wat slechter, maar we zien altijd nog dat het een weg is. Leuke kleine dorpjes waar waarschijnlijk nog niet veel vakantiefietsers langs zijn gekomen. Mensen staan soms met open mond naar ons te kijken. Een jongen vouwt zijn handen bij elkaar en zakt door zijn knieën.

Als we een cola-stop maken in een dorpje staan er in een mum van tijd wel 50 mensen om ons heen. De kapper is net iemand aan het scheren. Hij is trots dat we hem fotograferen. Hij schud en danst nadien flink met zijn hoofd ten teken dat hij het leuk vindt.

28 maart
Kanyakumari 93 km

Ook vandaag stuurt het routeboekje ons over grote wegen. Iets wat we juist niet verwachtten. Daarom de gps het eerste stuk van de route laten doen. Een mooie eigen route voert ons over een smal weggetje. Hier en daar rijst, dan weer een steenfabriek. Het tweede stuk zou nog 12 km meer om zijn dus toch maar een stuk via de NH 7. Hier fietsen we over de Highway. Er staan hier veel, heel veel windmolens.

Vandaag staan ze stil tot het laatste stuk dan krijgen we wat wind tegen. Uiteindelijk krijgen we de zee weer te zien en kiezen we een luxe hotel Tamil Nado met zeezicht. 1300 rp. Hier kun je de zon in zee zien op- en ondergaan. Er staan veel toeristische stalletjes met schelpen. Op een aparte rots staat een onafhankelijkheidsbeeld. We bezoeken het Gandi Huis.

29 maart
Kovalam Beach
Vandaag verlaten we het zuidelijkste puntje van India over een mooie route met erg veel klimmen en dalen. Zeker het stuk over de minder grote weg dan de route van de Global Cyclist voorstelt. Veel kleine dorpjes. De mensen zijn hier zichtbaar rijker. Veel huizen van steen. Veel mooie huizen met een afrastering er omheen. Meer mannen met lange broeken in plaats van lenderokken. Stalletje met een specifieke verkoop in plaats van ondernemers die van alles verkopen. Mannen zitten op een muurtje in het dorp. Kinderen lopen in schoolkleding over straat. Water is op veel plekken te krijgen. Meestal hangen de flessen buiten aan een stuk touw. Wonder boven wonder hebben ze dan ook nog een koelkast in het kleine hutje staan zodat we ook nog wat koels kunnen drinken. Een gedeelte van de weg is helemaal versiert met oranje bogen en andere versierselen. Die versieringen zijn er kilometers lang. Er staat hier een feest te beginnen. Tegen twaalven komen we aan in Kovalam. We moeten steil naar beneden om bij het strand te komen. Onderaan staat meteen een mannetje te wachten die ons naar een hotel wil brengen. Blue See wordt het. De airco werkt echter nog niet. De eigenaar verzekert ons dat deze vanmiddag nog gemaakt zal worden. Kovalam is een tropische baai, mooi gelegen aan de Indische oceaan. Prachtige golven, mooi strand en veel toeristen. In Kanyakumari hebben we er een paar gezien. Hier zijn er veel meer. De restaurants en hotels zijn luxe. Hier lijkt het wel mogelijk om niet vegetarisch te eten. Iets wat we wel blijven doen. Indiaas eten is gewoon lekker. Hier is geen vlees of vis voor nodig.

30 -31 maart
Kovalam Beach 2

We ontbijten vandaag niet met brood of cream crackers met banaan of tonijn, maar in een echt restaurant. Vanuit het dakterras van het restaurant zien we vissers met een boot de baai rond varen om er een net uit te gooien. Mannen staan op het strand en trekken aan beide kanten het touw. Zo halen ze het net in anderhalf uur weer binnen. In het midden zit een sleepnet dat alle vis verzamelt. Toeristen mogen ook mee helpen. Als de vis binnen is begint het verdelen onder de deelnemende vissers. Er lijken soms harde woorden te vallen voordat de vis verdeelt en opgehaald wordt met een bak. Die bak vis wordt op het hoofd van een tenger mannetje afgevoerd.

Onze hotelkamer is prachtig met uitzicht op zee, maar zonder airco is het gewoon te warm om lekker te kunnen slapen. De man van de receptie zegt dat de airco gemaakt zal worden. Na een middagje strand is de airco nog steeds niet gemaakt. We pakken onze spullen in, betalen de man voor kamer zonder airco en vertrekken we naar een hotel even iets verderop. In de namiddag relaxen we op een dakterras. We zien de zon ondergaan en eten in één van de vele leuke restaurantjes. Het strand is mooi. We zien hier ook weer meer toeristen. De golven slaan hard op de kust wat een mooi geluid geeft.

1 april
Varkala 68 km

We moeten eerst met de bepakte fiets omhoog naar de weg zien te komen. We verlaten het strand aan de noordzijde. Even over een grote weg met meer verkeer. Er zijn hier ook flatgebouwen, die er nieuw uitzien en ook een paar futuristische ontwerpen, met ovale vormen en glas. Later fietsen we weer rustig over een klein weggetje. De mooie stenen huizen veranderen dan ook weer in hutjes.

Kleine stalletjes met van alles te koop. In Varkala zoeken we een hotel. Er zijn er vele. Het dorp ligt aan een hoge klif. Beneden is een strand. Een heerlijke relaxte locatie.

2 april
Varkala – Alappuzha

We fietsen eerst 36 km om vervolgens de boot over de backwaters naar Kollam te nemen. De fietskilometers gaan via een klein weggetje. Net voor Kollam komen we op een drukkere weg. We moeten twee keer stoppen voor een trein. Het mannetje draait de hekken wel heel vroeg naar beneden. We willen een foto maken van de met veel herrie langs komende trein. Nadien vraagt hij ons om hem ook op de foto te zetten. Hij moet dan wel eerst zijn uniform aan. Hij duikt zijn huisje in en komt naar buiten met een oranje hesje dat hij over zijn tenue aantrekt en gaat dan stokstijf met zijn rode en groene stok buiten zijn spoorhuisje staan. In Kollam mogen de fietsen mee op de boot. Dat kost wel 50 rp extra. We doen vaak moeilijk als we voor de fietsen extra moeten betalen omdat ze er vaak zelf aan willen verdienen. Dat schijnt nu niet het geval te zijn. We krijgen er ook tickets voor. Wel 5 tickets van 10 rp maar nu komt het in ieder geval niet in de zakken van het ontvangende mannetje terecht. Onze fietsen krijgen een plaatsje helemaal voor op de boot.

Tocht van Kollam naar Alappuzha
De tocht is leuk. We krijgen veel van de oevers te zien. Bootjes, mensen, vogels, houseboten, vissers. De wind die de boot maakt door te varen is heerlijk koel. Voor de lunch en thee maken we een stop. Acht en een half uur later leggen we aan in Alappuzha. Hier liggen veel houseboten. Deze huizen op boten zijn met bemanning te huur per dag om rond te varen. Je kunt er op relaxen, slapen, eten met je hele familie of met een andere groep. We blijven hier een dag om de verjaardag van Vincent te vieren.

4-5-6 april
Forte Kochi 65 km
Vandaag een route zonder track, maar met waypoints van Global Cyclist. Van de geschreven route is niet zo veel te maken. Met de waypoint route is het prima richting houden. De grote weg blijft groot en druk. Wordt zelfs vierbaans. Jammer dat er geen kleinere wegen opgenomen zijn in de route. Als mensen naast de kant hun hand opsteken gaan we automatisch iets meer midden op de weg rijden. Vaak is het zo dat de bus achter ons de weg afsnijdt en dat we dan met wat remmen er omheen gaan, nu gaat de bus achter ons stoppen. Als we de grote weg weer verlaten en dichter bij Forte Kochi komen wordt het weer leuker langs de weg. Meer stalletjes. Het verkeer zwelt ook weer aan.

We zoeken een goed hotel omdat we hier weer een paar dagen zullen blijven. Forte Kochi is toeristisch. Je kunt er bij het strand goedkoop vis kopen en laten bereiden bij een restaurant voor een kleine vergoeding. In Forte Kochi is ook weer van alles te koop wat we in de westerse wereld kunnen kopen. De laatste weken hebben we dit niet meer gezien. We logeren in The Spencer Home, een duurder hotel, maar wel heerlijk rustig met achter een eigen veranda. We verkennen vanaf hier ook de andere kant van het water met een ferry.

We kopen bij de plaatselijke fietsenmaker zes nieuwe spaken. Die kosten in totaal 10 cent. We doen een dagtrip naar de Backwaters. We wijzigen onze fietsplannen. We gaan de kustlijn verlaten en willen het binnenland en de bergen in. Dit om de warmte wat te ontvluchten en een andere omgeving te zien. We vragen bij een toermannetje, het treinstation en The Spencer Home eigenaar, om informatie, zodat we het uitstapje over de bergen aandurven. Er moeten wel onderdak mogelijkheden zijn. En een fietsdag kan geen 130 km zijn in de bergen.

Adimali 570 m, 915 hoogtemeters 111 km
We gebruiken een gedeelte van de track van twee andere fietsers om bij weg nummer 49 te komen. Verder doen we het dan weer met de routeplanner op de gps. In de stad en net er buiten is het verkeer nog wat drukker, al is het ’s morgens altijd relatief rustig. Gaandeweg zien we steeds meer plantages en akkerbouw. De dorpjes zien er minder rijk uit, ondanks dat de huizen wel mooi blijven. We fietsen van dorpje naar dorpje. Alles klopt op de gps. Alleen blijkt Adimali 15 km verder te liggen dan “afgesproken”. Onderweg zien we dit aan de km bordjes. Na 70 km blijken er 2 spaken gebroken in het achterwiel van Vincent. De noodspaak en een andere spaak is bij het midden afgebroken. Dit terwijl de fietsenmaker er maar twee mee heeft gegeven. Want die gaan toch niet meer kapot. De nieuwe spaken komen goed van pas en zijn makkelijk te vervangen. Door de Rohloff-naaf kunnen we steeds makkelijk bij de spaken. Bij de reparatie komen twee meisjes voorbij gewandeld en maken een leuk praatje. Het oudste meisje is 13, het jongere zusje 10 jaar.

We maken een foto en geven beiden een compliment dat ze zo goed Engels spreken. Ze lopen verder maar komen even later terug om ons uit te nodigen bij hun huis. We slaan het aanbod niet af ondanks dat we niet veel tijd hebben, het zal weer snel warm worden vandaag. We lopen met hen naar hun huis en krijgen een glaasje fris van moeder. Na een korte stop fietsen we weer verder. Na de laatste hotels bij Oonnukul begint de klim naar Munnar. De eerste 15 km is pittig. De laatste 15 km gaan weer simpel Het klimmen is klaar terwijl we gedacht hadden nog een moeilijke klim te krijgen. Dat valt dan toch weer mee. We zoeken een hotel in Adimali. Geen toerist meer te zien hier. We eten in een restaurantje en mogen 155 rp afrekenen. Leuk om weer onder de Indiase mensen te zijn. We lopen over de avondmarkt die er vanmiddag ook al stond. Het is hier minder warm, prettig.

8 -9-10 april
Munnar 1500 m 830 hoogtemeters 30 km

We klimmen in een mooie omgeving. De weg wordt steeds smaller. Als er nu twee bussen elkaar moeten passeren … De ene bus wacht dan, als hij toch niet verder kan. Auto’s proberen ons nog net te passeren voordat ze de tegenligger de ruimte geven. Soms is een noodstop nodig. Elk voertuig toetert voor de bocht dat hij er aan komt, in de bocht en na de bocht. Tuktuks komen voorbij. Tuktuks rijden naar beneden zonder motor aan, om brandstof te sparen. De theeplantages beginnen.

Een mooi uitzicht, al die kleuren groen. Toch zijn het 30 zware kilometers. De bergen blijven wat in de wolken. We trekken weer kleding aan met lange mouwen en doen de broekspijpen weer aan de afritsbroek. We ontmoeten Rachel en Mika uit USA. Ze zijn ook op de fiets en zien onze fietsen staan als we een hotel aan het zoeken zijn. Ze hebben net een leuk hotel gevonden, met een tuin en rustige sfeer. Leuk om wat ervaringen uit te wisselen. ’s Avonds dineren we in het relaxte onderkomen. We krijgen een privé maaltijd in John’s Homestay waar we beide een kamer hebben. Er zijn geen andere gasten. We bezoeken een thee museum waarin ze uitleggen dat het staalconcern Tata ook in de thee zit en dat er als een soort commune gewerkt wordt in de plantages. Kinderopvang, voedsel, onderkomen. Voor alles wordt gezorgd. Ze laten ook zien hoe thee gemaakt wordt, en welke blaadjes ze voor welke thee soort gebruiken. We vinden een Riksja-chauffeur die ons voor 600 rp naar het topstation wil rijden voor een uitstapje. We vertrekken vroeg als de zon net op is. Hij stopt als hij denkt iets uit te moeten leggen of te laten zien. En als wij een foto willen maken of denken iets beter te moeten bekijken. We nemen een massage waarbij we van top tot teen in de olie worden gezet en gemasseerd worden. We maken zelf een wandeling door de thee velden. Met de gps verdwalen we niet. Met een tuktuk komen we weer thuis. Erg mooi en leuk. Zeker als ze ook nog thee aan het plukken zijn.

Munnar is een relaxed dorpje, al is er geen terras waar je lekker wat kunt drinken. We komen nog een Pool tegen die al een jaar aan het fietsen is. Hij is toevallig Rachel en Mika tegen gekomen en heeft olifanten gezien op de route die wij morgen gaan fietsen.

11 april
Pollachi 760 m klimmen 1850 afdalen 118 km
We klimmen eerst 12 km naar 1900 meter. Leuke klim door de theevelden. Die vervelen nooit. Jammer genoeg is de afdaling naar 1500 m erg steil waardoor we steeds weer moeten remmen. Een motorrijdend stel komt in een dorpje op ons af om te vragen wat wij aan het doen zijn. Als we de theeplantages achter ons laten begint het Wildlife natuurpark van Annamalai. We fietsen er zo doorheen. We zien net voor ons een bizon de bossen in spurten. Wat een kolossaal beest zeg. De olifanten en tijgers laten zich niet zien vandaag. Waarschijnlijk te warm om aan de wandel te gaan. Bij Udumalaipettai slaan we links af naar Pollachi.

Onderweg zoeken we in een gehuchtje een eettentje op. Hier eten we chiapati met omelet. Een tip van Rachel en Mika. Vaak eten we brood met banaan. Onderweg eten in zo’n tentje heeft ook wel wat. Vaak zien we alleen maar rijst met verschillende groente prutjes. In Pollachi, wat niet in de Lonely Planet staat, vragen we een mannetje om een hotel. We komen bij Sakthi hotel uit richting Coimbatore.

12 april
Mettupalayam 78 km 400 hoogte meters
De stad weer uit. Bij Coimbatore fietsen we 18 km door een drukke stad. Er is veel stof en veel verkeer. Na Coimbatore is de weg met stukken verdwenen. Linkse rijbaan is er nog wel, of de rechtse is er wel en rijden we links over keien. Naast de weg zijn vaak hutjes en kraampjes. Regelmatig fietsen we door een dorpje. In Mettupalayam regelen we eerst de stoomtrein naar Ooty. Deze kunnen we niet definitief boeken. Nu moeten we, waarom weten we niet, morgen afwachten of we mee kunnen. De gereserveerde stoelen zijn vol. Niemand kan ons uitleggen hoe het nu werkt. Morgen moeten we om 5.30 uur aanwezig zijn om om 7.30 uur de trein te halen!! Als wij mee mogen, mogen de fietsen ook mee. Dat zijn we wel te weten gekomen.

13 april
Ooty (Udhagamandalam) 2250 m

We staan even over vijven in de nacht op het treinstation. De wachtlijst blijkt geslonken, maar of we mee kunnen is nog steeds niet duidelijk. De wagons staan op een extra smal spoor. We zijn de eersten en zoeken de stationsmanager op. Hij legt ons uit waar we moeten wachten. De fietsen moeten nog aangemeld worden, maar dat zal hij doen. 20 minuten later komen de eerste reizigers. Nu blijkt dat als je voor in de wachtrij staat je als eerste mee mag. Nummer 81 en 82 op de lijst telt nu niet meer. Komt goed uit dat we vooraan staan. Het blijkt even na zessen dat een hele wagon is vrijgehouden en we kunnen dus mee.. Met de Indiase mensen is het een waar spektakel om in de trein te zitten. Kinderen maken herrie. De stoomlocomotief wordt aan de trein gekoppeld zodat we om tien over zeven inderdaad vertrekken. We zijn blij dat we mee kunnen. Vijf kilometer verder stopt de trein. Zal wel een gewone stop zijn. Mensen blijven eerst zitten. Vijf minuten later stappen er mensen uit. 15 minuten later blijkt de locomotief kapot te zijn. Er zal een andere trein komen om naar Ooty te gaan. Dan gaat de trein weer niet naar Ooty maar terug naar Mettupalayam.

Om een lang verhaal kort te maken, we vinden een taximannetje die ons, de fietsen en een toerist uit USA naar Ooty zal brengen. Een Indiaas mannetje wat telkens in de buurt staat en wat vertaalwerk doet stapt ook in het busje. Zo zitten we nogal krap. We vertellen hem een paar minuten later dat hij ook moet betalen. Hij is echter niet van plan te betalen. Hij zegt een hulpje te zijn van de chauffeur. Hij zat echter ook in de trein. We regelen met de chauffeur dat hij bij de volgende bushalte stopt. Nu hebben we wel voldoende plek en gaan naar 2250 meter. We zoeken een goed onderkomen. Reflections guesthouse wordt het. Het is hier heerlijk koel. We ontmoeten Randy uit Amerika. Hij woont en werkt eigenlijk in Bangkok maar hij ontvlucht momenteel de warmte. Hij vertelt dat hij in de jaren tachtig in een dorp vlak bij onze woonplaats heeft gewoond en dat hij het contact met die kennissen is kwijt geraakt. Via namen en adres vinden wij via een Nederlandse site de kennissen terug. Randy is hier erg blij mee. Wel leuk. In Ooty kunnen we op een terras zitten. Het is een grote stad waar wij als toeristen niet meer zoveel opvallen. Er zijn ook veel Indiase vakantiegangers. We maken een paar uitstapjes. Bijvoorbeeld naar een wierook makerij.

Dan fietsen we door een natuurpark waar we een olifanten familie zien. Als de olifant ons te irritant gaat vinden komt hij met getrompetter op ons af. We vluchten snel naar onze fiets. Gelukkig stopt hij bij de laatste struiken. Een olifant is veel sneller dan wij op de fiets. We schrikken maar het geeft ook een kick. ’s Avonds komen we in Mysore aan waar we nog een aantal dagen in het luxe Parkhotel verblijven. Met de nachttrein reizen we via Bangalore naar Chennai. Als we met onze fietsen op het vliegveld staan krijgen we te horen dat onze fietsen niet mee kunnen. Ze moeten ingepakt zijn. We begrijpen er niets van. Zo zijn we toch ook gekomen? Na anderhalf uur wachten kunnen ze alsnog mee. Blijkt dat we eigenlijk de baas even wat geld hadden moeten geven om de “problemen” op te lossen. Tja, dat wisten we niet. Gelukkig komen ze ongeschonden in Nederland aan.

Video van deze reis
vind je hier