Santiago de Compostela


Dagboek van Ad Verbakel (vader van Jeannette) met Sjef te voet naar Santiago de Compostela.
Een voettocht van meer dan 2900 km. 

Zondag 2 april 2000
Om 10.00 uur vertrek ik van huis. Het is goed weer en ik word uitgezwaaid door familieleden, vrienden, buurtgenoten, OLAT-leden en andere bekenden. Van tevoren nog een interview gehad met het plaatselijk tv-team. Onderweg enkele bekenden ontmoet die de schelp zien en ook de betekenis daarvan kennen. Na 2,5 uur lopen neem ik de eerste pauze in het bos in de zon. De 2e pauze vlak voordat ik de Oirschotse Heide op ga. Het is best zwaar lopen in het mulle zand. Rond 19.00 uur kom ik aan in Kafarnaüm bij broeder Fons in Vessem.
Sjef zit daar gedoucht en wel op mij te wachten. Broeder Fons maakt voor ons een echt pelgrimsdiner. Na het eten alvast wat kleding gewassen. Daarna koffie met gebak, een paar pilsjes en een goed gesprek met broeder Fons. Om 22.30 uur gaan we slapen.

Maandag 3 april
Eerst ontbijten en daarna de afwas. Rugzak inpakken en naar de Jacobushoeve. Bij de Jacobushoeve even in het stiltecentrum geweest en de steen met mijn naam gelegd bij het ijzeren kruis. Binnen in de Jacobushoeve alweer koffie met gebak. Als we dat op hebben nog een leuke verassing. Sjaan, mijn vrouw en Jeannette en Vincent, mijn dochter en schoonzoon komen binnen. Vincent is vandaag jarig en trakteert op cake, we nemen een stuk mee in de rugzak. Alle aanwezige vrijwilligers (±20) zingen voor ons een afscheidslied. Om 10.00 uur hebben we de rugzak op en vertrekken we via het Pelgrimspad richting Valkenswaard.

Het is verrassend hoeveel mensen ons aanspreken en vragen of we op weg zijn naar Compostela. De stok van Sjef doet het prima, om beurten lopen we er mee. Broeder Fons heeft een slaapplaats bij Doortje geregeld. Om 17.30 uur komen we daar aan. Doortje heeft voor ons lekkere soep gemaakt en pannenkoeken gebakken, heerlijk. ’s Avonds komt er een pater het gazon maaien en daarna even buurten en koffie drinken met ons. Om 22.00 uur gaan we slapen.

Dinsdag 4 april
Om 7.30 uur staan we op, wel wat laat, maar ja Doortje is al 72 en ze zorgt goed voor ons, dus echt erg is het niet. In Valkenswaard starten we met de GR562. Over 90 km zullen we dan aankomen in Lanaken. We gaan deze morgen voor het eerst inkopen doen. In het winkeltje bij de Achelse Kluis kopen we brood, beleg, yoghurt en fruit. Bij de portier krijgen we een stempel. We vertrekken van hieruit in zuidelijke richting, België in. We lopen via een aantal mooie stukken, maar soms ook lange kale gedeeltes. Bij gebrek aan een mooi plekje stoppen we pas om 14.00 uur, eigenlijk te laat. In een flink tempo gaan we weer verder, we lopen hier door een gebied met vrijwel geen huizen, er is ook geen camping en het wordt al donker. We besluiten om bij de 1e boerderij aan te kloppen voor water en misschien onderdak. We mogen van de boerin in de schuur, als we maar niet roken, dat is voor ons geen probleem. We hebben wel warm water, maar vergeleken met de vorige dagen is het toch wel een hele teruggang. We zijn goed en wel in de schuur of het begint te stortregenen. Om 20.00 uur is het al bedtijd.

Woensdag 5 april
Vannacht was er veel harde wind waar we dikwijls van wakker zijn geworden, maar na 11 uur in de slaapzak is het welletjes. Om 7.00 uur staan we op, wassen en de rugzak inpakken. Om 8.00 uur zijn we weer op pad richting Lanaken. De dag begint met regen, we lopen dan ook door tot 11.00 uur voordat we de 1e keer de rugzak af doen. We zijn nu in het dorpje Opitten. Het regent niet meer. Bij de bakker kopen we brood en drinken we een paar koppen koffie. Het valt ons op dat het dragen van de rugzak steeds gemakkelijker gaat, vooral Sjef loopt nu veel beter dan de 1e dag. Sjef heeft ondertussen eindelijk het idee dat hij onderweg is, na eerst 3 dagen huiswaarts te zijn gelopen. ’s Middags hebben we een erg mooie route, de eerste heuveltjes komen in zicht. We lopen door tot Maasmechelen en komen terecht op camping de Salamander. We zetten de tent op en nemen een douche. We eten soep, brood en kaas en drinken er koffie bij. Daarna drinken we nog een Leffe bij de tent en gaan om 20.30 uur slapen. Dit is onze eerste betaalde slaapplaats, voor de plaats en 2 flessen bier zijn we 440 franc kwijt.

Donderdag 6 april
Het is een koude nacht geweest in de tent, het heeft vannacht dan ook gevroren. Om 7.30 uur staan we op. Om warm te worden maken we soep en eten we er brood bij. Omdat de bevroren tent moeilijk in te pakken is vertrekken we pas om 10.00 uur. We volgen vandaag een mooie route naar Lanaken, erg heuvelachtig en veel bos. De rugzak lijkt vandaag erg zwaar, waarom weet ik ook niet. Om 15.00 uur zijn we Lanaken door en om 17.00 uur komen we aan in het dorpje Heukelom. We vragen onderdak in een voormalig klooster, maar dat lukt niet. De eerste man die we tegenkomen vragen we om onderdak, hij verwijst ons naar een Nederlandse boer, die blijkt niet thuis te zijn. Toch maar weer terug, na wat gepraat mogen we toch blijven. Het ijs is gebroken. De man komt nog een kan koffie en een pot honing brengen. Om 21.00 uur liggen we weer in “bed”.

Vrijdag 7 april
De schoonzoon van de eigenaar nodigt ons binnen uit voor een heerlijke kop koffie met chocoladekoeken. Om 9.00 uur gaan we op stap. De dorpjes worden hier al kleiner en talrijker met veel monumentale boerderijen. We lopen over de eerste heuvels en naderen nu ook het Franstalige gedeelte van België. Voor de middag kan ik nog even naar huis bellen, het duurt wel even voordat dat lukt, maar uiteindelijk heb ik dan toch verbinding. We lopen vandaag richting Puy aan de Maas, een glooiend landbouwgebied zonder bos en bijna altijd verharde wegen. Vanaf 16.00 uur kijken we uit naar een slaapplaats en we willen ook graag douchen. Dat lukt nog niet zo best, het valt ook niet mee in het Frans. Om 18.00 uur willen we toch echt wel wat hebben. Nog een keer vragen en een man wil ons wel naar een hotel brengen. We kunnen daar alleen maar slapen, we blijven toch maar want het is al laat. Wel wassen we alle kleren, de kamer hangt er helemaal vol mee. We gaan om 21.00 uur naar bed en slapen uitstekend.

Zaterdag 8 april
7.30 uur vertrekken we uit het hotel. We lopen eerst 3 km voordat we weer op de route zitten. We lopen veel over asfaltwegen en door grote landbouwgebieden richting het plaatsje Huy. Om 15.00 uur arriveren we daar, we drinken er wat en bezichtigen het centrum. Daarna gaan we weer verder richting Modave, want er is ons verteld dat daar een refuge is. In Modave weet niemand iets van een refuge en het is inmiddels 19.00 uur. We bellen zomaar ergens aan: niemand thuis. Dan spreekt de buurman ons aan, nadat we hem hebben verteld dat we onderweg zijn naar Santiago mogen we de tent opzetten en gebruik maken van water en zijn berging. Om 21.00 uur gaan we slapen. Er is ’s nachts veel herrie van auto’s wat we niet gewend zijn.

Zondag 9 april
7.00 uur. Opruimen en een beetje toilet maken. We zetten koffie en zijn om 8.30 uur weer op weg richting Giney. Bij Pailhe gaan we van de drukkere weg af, we lopen nu door een glooiend gebied met veel schilderachtige dorpjes. In ieder dorp is wel een kasteel of een mooie monumentale boerderij. Om 13.00 uur lopen we een café binnen. De caféhoudster schatten we op 75 – 80 jaar. De mensen in het café zijn denk ik allemaal boeren uit het dorp die een pilsje drinken en wat kaarten. Ze kijken ons aan en wijzen naar onze rugzakken. Daar zouden zij voorlopig niet aan beginnen. We hebben vandaag nog maar weinig gegeten, we halen er het Franse boekje bij, dan blijkt dat we hier maandagmorgen pas kunnen eten of in Giney. We drinken een paar koppen koffie en een pilsje. Voor de koffie zet ’t vrouwtje water op de kachel in het café. Als er een klant binnen komt helpt hij meteen mee met opruimen, dat is wel leuk, maar wij kunnen hier dus geen eten krijgen, jammer. De rugzak op, Bon Soir, en we lopen weer verder. 

Na een halve kilometer kom ik erachter dat ik mijn wandelstok in het café heb laten staan. Ik loop terug om de stok weer op te halen. Sjef heeft een paar dagen geleden gezegd dat hij de stok niet meer mee wil nemen. Ik had daar toen al over nagedacht maar vindt het zonde om de stok achter te laten. We trekken verder, het is mooi en zonnig weer, maar ondertussen hebben we steeds honger. Na een tijdje zegt Sjef: Ad laat me de stok maar weer eens proberen. Een tijdje later vertelt Sjef dat hij besloten heeft dat hij de stok naar Santiago zal brengen. Ik loop zelf al een aantal dagen te bedenken wat ik met mijn baard aan moet. Nu, na een week wandelen door natuur afgewisseld met mooie dorpen en grotere plaatsen besluit ik mijn baard te laten staan. We zien wel wat het wordt.

Aangekomen in Giney proberen we geld te pinnen, één automaat is om 16.00 uur gesloten, een andere is defect. Links en rechts wat rondkijken, een winkel in voor wat fruit, brood en zuivel. Sommige mensen zitten je aan te kijken van: “waar gaan die naar toe!”. Anderen knikken ons vriendelijk toe. We lopen vandaag een paar gedeeltes van de GR 575.
We zoeken een bank om geld op te nemen. Ik loop alvast vooruit als Sjef wordt ingehaald door een man die vraagt waar we naar toe gaan. Als we vertellen dat we naar Santiago willen worden we meteen uitgenodigd om bij hen te komen slapen. Dit slaan we niet af. Bij aankomst krijgen we koffie. Wat kan dat dan lekker zijn. We raken aan de praat.

Het echtpaar, ze zijn ongeveer 35 jaar oud, zijn in de eerste 3 maanden van 1994 naar Santiago geweest. Ze vertellen ook dat er om 18.30 uur een mis is in de kerk, of we daar naar toe willen. Ik zeg tegen Sjef: “dat doen we”. De vrouw brengt ons naar de kerk, de mis is in het Frans. Daarna halen we een stempel, als we met de pastoor naar buiten lopen zien we juist nog een echtpaar die ook naar Santiago onderweg zijn. De vrouw heeft geen zin meer om nog verder te gaan. We praten even en overleggen met de pastoor, de slaapgelegenheid is zo geregeld. Deze mensen zijn op zondag 1 april, een dag eerder dan wij, vanuit Vessem vertrokken. De vrouw van ons logeeradres komt alweer terug gelopen, om te kijken waar we blijven. We gaan weer terug naar ons logeeradres, daar worden we uitgenodigd voor het avondeten met bier en ijs na. Al met al was het een zeer merkwaardige dag. Na een week wandelen richting Santiago kunnen we stellen dat ’t best mooi is om te doen, met ups en downs. Thuis afscheid nemen voor 3 à 4 maanden, aankomst in Vessem en op maandagmorgen het vertrek vanuit Vessem met het onverwachte bezoek van Sjaan, Jeannette en Vincent. ’s Avonds overnachten bij Doortje in Valkenswaard, slapen bij een boer in de schuur met slecht weer. Overnachten op een camping, veel kou geleden in de tent. De volgende nacht noodgedwongen in een hotel, bij een particulier in de tuin de tent opgezet en nu bij het echtpaar in Giney. Na een week zijn de overtollige vetten weg, dit is een erg goede manier om af te vallen. Het is een merkwaardige week geweest, met goede moed gaan we verder.

Maandag 10 april
6.00 uur opgestaan. 6.45 uur ontbijt. Na een hartelijk afscheid vertrekken we richting Bouillon. Af en toe hebben we een paar mooie klimmetjes, maar verder een glooiend landschap. We lopen twee keer een stukje fout maar komen al weer snel terug op het goede pad. We passeren veel kleine dorpjes waar letterlijk niets te beleven en te koop is. Rond 17.00 uur gaan we op zoek naar een slaapplaats. We zien in het dorpje Revange een bordje met refuge. Hier willen we wel een nachtje blijven, maar helaas, de deur is gesloten. Dan maar weer op zoek naar een boerenschuur. Bij een grote boer mogen we in de schuur. Geen bijzonderheden vandaag, wel goed weer met veel zon.

Dinsdag 11 april
Om 6.30 uur worden we wakker van het geluid van de koeien. We staan op en wassen ons minimaal in de melkstal. Voor 8.00 uur zijn we weer op weg nog steeds richting Bouillon. We denken dat we vanavond in Bouillon kunnen zijn. Dat valt tegen. Over de asfaltwegen is het ± 40 km, maar wij volgen een mooiere, maar langere, route. Het is wel de moeite waard, het landschap is schitterend. Het klimmen en dalen maakt het pittig. We zien mooie dorpjes en grote boerderijen, het lijkt hier een vruchtbare streek. De boeren zijn druk bezig met stalmest uitrijden, dit soort werk zie je bij ons al lang niet meer. De eerste dagen in België zagen we nog wel wat varkensbedrijven, maar nu zijn er denk ik meer varkens in het wild dan bij de boeren in de stal. Vanmorgen hebben we het moeten stellen met een kop koffie, Sjef een Liga en ik een stuk peperkoek.

In het 3e dorp waar we doorheen lopen vinden we een winkel. We kopen van alles voor ons verlate ontbijt en eten het buiten voor de winkel aan een tafeltje op. We gaan zelfs nog een keer naar binnen om nog wat eten te halen, heerlijk. Sjef zegt: “ik had echt geen kilometer meer gelopen zonder eten”. ’s Middags drinken we een trappist in een klein cafeetje. Met het Frans gaat het steeds beter, met handen, voeten en een boekje lukt het aardig.
Om 17.00 uur komen we aan in het dorpje Monceau. We hebben afgesproken dat we rond deze tijd een slaapplaats zullen zoeken. Vooraan in het dorp is een refuge. We bellen aan, maar er is niemand thuis. We wachten even, en ja hoor, daar komt een echtpaar aanrijden en het onderdak is nu vlug geregeld. We kunnen hier douchen en onze kleren wassen. Daarna wandelen we naar het dorp waar we naar huis willen bellen. Sjaan is bezet en als ik het bij Jeannette probeer krijg ik te horen dat de verbinding niet goed is, jammer.
Tijdens deze tocht is het niet te doen om steeds GR-routes te volgen, dat schiet absoluut niet op. Wel proberen we af en toe een stukje mee te pakken, zoals vandaag, we hebben de hele dag geel/blauwe markering gevolgd. Het weer is goed geweest, de wind is gedraaid naar het zuiden, dus voor ons recht van voren.

Woensdag 12 april
We zijn in Frankrijk

6.30 uur opstaan. Rustig aan ruimen we onze spullen op, o.a. de was die we gisteren hebben gedaan. Om 7.30 uur krijgen we een heel goed verzorgd ontbijt met eigen gebakken brood met boerenham, echt heerlijk. We horen tijdens het ontbijt dat de eigenaar van de refuge jachtopziener is. We nemen afscheid en gaan weer op weg naar Bouillon, waar we vandaag doorheen willen lopen, op weg naar Sedan in Frankrijk. Als ik zo terug kijk hebben we toch al heel wat gebieden doorkruist. Eerst Nederland, dan de Belgische Ardennen, een stuk Luxemburg en vandaag al in Frankrijk. In Bouillon bekijken we het centrum en doen wat inkopen in een Supra-winkel. Even buiten Bouillon lopen we echt grandioos fout. Een paar kilometer langs een hele drukke weg, dan het bos in en een stuk GR volgen en weer langs een drukke weg. Dit is echt geen doen, we besluiten dan ook om een stukje te liften, het is hier te gevaarlijk om te lopen. Later blijkt dat het “stukje” toch nog 10 km is. We krijgen snel een lift van een in Frankrijk wonende Nederlander. Hij geeft in Den Haag nog 3 dagen per week les. In het eerste dorp waar we doorheen komen stappen we uit, de goede weg is nu weer snel gevonden. Bij de eerste telefooncel Jeannette opgebeld. Jeannette en Vincent komen een paar dagen met ons mee wandelen. Na het bellen gaan we op zoek naar onderdak. We proberen het dit keer eens rond de kerk, dat is niet erg succesvol. Dan maar weer meer naar het buitengebied. Na een paar km stopt er een auto en de bestuurder vraagt waar we naar op weg zijn. We vertellen hem dat we onderweg zijn naar Compostela. We mogen bij hem de tent opzetten, nog geen 300 m verderop. Hij wil wel eerst onze schelpen zien. Het was me daar wel een zootje, echt op z’n Frans.

Vandaag hebben we nog een leuk voorval meegemaakt: we zijn in een leuk dorpje waar we in het café koffie drinken. We gaan weg en de eigenaar ziet Sjef met de stok lopen. Meteen haalt hij een mooie veel gebruikte stok te voorschijn en geeft die aan mij. Van nu af aan hebben we dus ieder een stok. We hebben vandaag koude wind gehad en veel hagelbuien, maar ook hele mooie stukken van de GR 14 gelopen en op aanraden van een man een mooi pad door het bos.

Donderdag 13 april
Bezoek van Jeannette en Vincent

Het heeft vannacht flink gehageld. Om 7.00 uur staan we op en het is hartstikke koud. Geen koffie of soep gemaakt. Even later roept de boer ons binnen voor koffie en brood en daarna nog een stuk vlaai. We krijgen 3 muntstukken mee (6 Franc), daarvoor moeten we hem vanuit Compostela een kaart sturen en een kaars opsteken, hij benadrukt nog dat we het geld niet mogen gebruiken om op te drinken. We vertrekken met slecht weer, veel buien. Wel een mooie route, weer een stuk van de GR 14 langs vele kleine dorpjes. Het is onvoorstelbaar dat zulke dorpjes, zo dicht bij huis, nog bestaan. Ieder dorp heeft wel een monument uit de oorlog van ’14-’18, echt de moeite waard. We krijgen nog enkele pittige klimmetjes in een mooi landschap. Vandaag komen Jeannette en Vincent aan om enkele dagen met ons mee te wandelen. We zijn benieuwd hoe het zal lopen. Om ± 18.00 uur ontmoeten we elkaar enkele kilometers voorbij het dorp Pierremont. Vanwege het slechte weer zoeken we een hotelletje op, er is in de buurt geen refuge o.i.d. Jeannette en Vincent brengen de auto weg en Sjef en ik nemen een douche en wassen onze kleren. De kamer hangt helemaal vol, we hangen ook de tent nog uit. Als Jeannette en Vincent terug komen eten we lekker en drinken nog wat. We kletsen wat bij en ik lees de dagboeken van Sjaan en Jeannette, erg leuk om te lezen. Tegen elf uur gaan we naar onze kamer, we willen morgen om 8.00 uur vertrekken. Ondanks het slechte weer toch nog een leuke dag.

Vrijdag 14 april
Om 7.00 uur staan we op en om 8.00 uur zijn we met z’n vieren op weg. We doen meteen wat inkopen voor het ontbijt, stokbrood en kaas. Fruit heeft Jeannette meegebracht van huis. Na een half uurtje lopen moeten we stoppen om onze regenkleding aan te doen. Die zullen we grootste deel van de dag dragen. ’s Middags doen we nog wat inkopen en in het dorp voor de kerk bakt Jeannette pannenkoeken, heel lekker. Sjef zegt nog: “dat heb ik nog nooit gezien, maar hij vindt ze ook heel lekker”. Voor de middag hebben we een stuk over de GR 14 gelopen, vanmiddag veel minder heuvelachting en veel weiland. We passeren een aantal oorlogsbunkers waar de bommen open en bloot tegenaan liggen. Het is ondertussen 17.00 uur en het regent weer. We besluiten om niet verder dan het volgende dorp te lopen. Jeannette praat even met een boer. Als hij begrijpt dat we een plaats voor de tent zoeken is alles zo geregeld. Hij rijdt een grote tractor uit zijn schuur. We hebben plaats genoeg met nog wat stro om onder de slaapmatjes te leggen.

We zetten de tenten op en Jeannette en Vincent zorgen voor het avondeten, wat erg goed smaakt. Sjef moet er erg om lachen, hij vraagt: “doen jullie dat altijd zo?, dat heb ik nog nooit meegemaakt”. Na het eten wassen Jeannette en Sjef af, Vincent helpt mij met het maken van de ritssluiting van de rugzak, dat is nog gelukt ook. Ondertussen komt de boer een fles appelwijn brengen die we met ons vieren lekker opdrinken. We maken een wandeling door het dorp en buurten nog wat. Het regent ondertussen weer, maar daar merken we weinig van met de tent in de schuur.

Zaterdag 15 april
7.00 uur de tent uit om te kijken wat voor weer het is. Het ziet er niet slecht uit. 8.30 uur vertrek, boer en boerin goede morgen gezwaaid en we vertrekken, zoals het hoort, in zuidelijke richting. De lucht is mooi blauw, een glooiend landschap, kleine dorpjes, veeteelt wordt akkerbouw. Ondertussen komt er een sterke wind opzetten, recht van voren, waar we de hele dag tegenop mogen boksen. Halverwege doen we inkopen, rond 15.00 uur kijken we rond om de etappe te kunnen stoppen, vanwege de sterke wind. We passeren een kleine camping, de eerste sinds enkele dagen. Op de camping is niets te doen, dus lopen we gevieren weer door naar een volgend dorpje. Het is tegen 17.00 uur als we daar een paar mensen die buiten staan aanspreken voor een plaatsje voor onze tenten. Jeannette en Vincent praten wat en we mogen in de garage wachten. De auto wordt gestart en rijdt weg om even later, zo blijkt, met de sleutel van het plaatselijke schoolgebouw terug te komen. Er is 1 klaslokaal wat voor ons verwarmd wordt.

Na zo’n zware, winderige dag is dat best leuk. De onderwijzer komt nog even langs om te vragen of we nog iets te kort komen. Dus al met al een geslaagde dag. Jeannette en Vincent zorgen voor het eten. Sjef en ik voor de afwas. Nog een borreltje na afloop, wat gepraat en naar bed, benieuwd naar de dag van morgen. ’s Morgens begonnen we in Aravil en geëindigd in Lava Tourbe.

Zondag 16 april
7 uur eruit, opruimen en rond 8 uur vertrekken we in een glooiend landschap met mooi weer. Na 5 km doen we inkopen bij een bakker. Sjef probeert bij elke kerk de deur te openen, deze blijken allemaal gesloten en hij zegt er geen één meer te proberen. Doch telkens als er weer een kerk opdoemt probeert Sjef het weer.

We passeren grote akkerbouwbedrijven. We zien enkele reeën, patrijzen, en een nachtegaal. Sjef herkent alle vogels door middel van hun manier van fluiten. Het is verder een rustige wandeldag, na de middag valt er lichte regen uit de lucht. Vandaag is de laatste dag dat Jeannette en Vincent meewandelen wat hen, Sjef en mij goed bevallen is. In Courtisols zoeken we iets voor de nacht. Dit valt niet mee. De Auberge is gesloten, er is geen camping in het dorp. Tenslotte krijgen we, bemiddelt door de Gendarmerie, onderdak in een schuur bij een boer. We zetten de tenten op en daarna naar de pizzeria en vroeg naar bed. De overnachtingsplaats is duidelijk minder dan de vorige nacht, daar wen je tenslotte aan. Ongeveer 27 km gewandeld. Afgelopen winter heeft het in deze streek gestormd, wat aan de daken van schuren en omgewaaide bomen nog duidelijk te zien is. Alle dikke bomen van het park in het dorpje zijn omgewaaid. Een triest gezicht.

Maandag 17 april
7.00 uur opstaan. Tenten afbreken, voor de laatste maal met Jeannette en Vincent. We drinken thee en eten er brood bij. Om 8.30 uur vertrekken we uit Courtisols. Na een paar honderd meter gaan wij linksaf en Jeannette en Vincent rechtdoor richting station, wat nog ± 12 km lopen is. We wensen elkaar een goede reis gaan we ieder onze eigen weg. Wij richting Compostela, Jeannette en Vincent richting trein, auto en naar huis. Ikzelf heb het heel fijn gevonden dat die twee een paar dagen met ons opgetrokken hebben. We hebben er toch weer een aantal dingen van geleerd en Sjef zegt: “ik snap niet dat die twee dat zo kunnen en doen”.

De route is vandaag vrij eentonig, een glooiend landschap met veel akkerbouw en grote boeren bedrijven. Hier staan bij een boer meer tractoren en machines dan bij ons bij een loonwerker. In het gebied waar we vandaag lopen heeft het in december ’99 flink gestormd. In een dorp zijn tijdens de storm alle beuken langs de weg omgewaaid, de meeste met een doorsnede van zeker een meter. Omdat het vandaag een rustige dag is heb ik veel tijd om over van alles en nog wat na te denken, aan thuis en hoe alles daar zal gaan. We zijn nu aan onze 3e week begonnen. Na de middag steekt er weer een straffe wind op, af en toe een bui, maar we zien ook af en toe de zon. Na precies 40 km wandelen arriveren we in het dorpje Sompuis en gaan we op zoek naar een slaapgelegenheid. Na wat vragen komen we bij de burgemeester en mogen we de tent opzetten achter het gemeentehuis. Een prima plek, voor de tent tot nu toe de mooiste plek met een waterkraan bij de hand. We eten wat en kruipen om 20.30 uur de tent in om nog even aan dit verslag te schrijven en daarna slapen.

Dinsdag 18 april
Weer om 7.00 uur opgestaan. Vannacht zijn er nog een paar flinke buien gevallen. Om 8.30 uur zijn we onderweg. Alweer een glooiend akkerbouw landschap, dat begint na een week toch wel een beetje saai te worden. Grote boerderijen en kleine dorpjes. Na de middag denken we dat het landschap enigszins verandert. We kijken op de kaart en zien dat we nog 1 dag te lopen hebben naar Troyes, daarna verandert het landschap echt. Sjef ontdekt nog een paar zeldzame vogels, een roofvogel, de blauwe kiekendief, Europese kanaries, patrijzen en putters.
Om 17.00 uur gaan we uitkijken naar een slaapplaats in het dorpje Mesnil Lettre. Het dorp is echt heel klein, we vragen meteen bij het gemeentehuis. Daar woont een oud vrouwtje, dat lukt dus niet. 50 m. verder bij een boer, mogen we de tent opzetten. Het ziet er allemaal verwaarloosd uit, de dakpannen van de kerk zijn er voor de helft af, waarschijnlijk ook door de storm. Er zijn nog geen aanwijzingen te zien dat het gerepareerd zal worden, zonde. ’s Avonds nog even naar huis gebeld. Gelukkig is alles goed, ook Jeannette en Vincent zijn weer thuis. We hebben vandaag 32 km gelopen en hebben veel zon gehad.

Woensdag 19 april
Om 6.30 uur staan we op. Spullen opruimen en de tent inpakken. Om 8.00 uur vertrekken we richting Troyes. Sjef heeft slecht geslapen, hij heeft het koud gehad en had bijna alle kleren die hij bij zich heeft aangedaan. Ik heb het helemaal niet koud gehad. Maar goed, we zijn weer op weg in het glooiende landschap met grote boerderijen zoals de voorgaande dagen. Ik denk wel eens, hoe zullen andere pelgrims dat ervaren. Zeker als je geen tent bij je hebt is het in dit deel van Frankrijk bijna onbegonnen werk. Sjef ziet zoals gewoonlijk weer veel vogels die bij ons niet voorkomen of in ieder geval zeldzaam zijn. De veldleeuwerik zien we hier bij bosjes en ook nog enkele reeën. Om ± 11.00 uur lopen we een cafeetje binnen. Daarna winkelen in de boulangerie (bakker) en meteen flink gegeten. Vanmorgen hebben we ieder 2 kleine sneetjes brood gehad en dat was eigenlijk te weinig. We spreken af dat we vanavond proberen om een goed onderdak te krijgen en een warme maaltijd. Die hebben we sinds Jeannette en Vincent weg zijn niet meer gehad.
Rond 14.00 uur komen we aan in Troyes. We proberen eerst geld te pinnen. We lopen een bank binnen. Sjef probeert zo geld te krijgen, dat lukt niet, een meisje loopt mee naar buiten, naar de geldautomaat, ook daar geen geld met de Europas, wel met de Creditcard. We hebben wel al geleerd, ga in ieder geval niet op stap zonder creditcard. Tot 17.00 uur verkennen we de stad een beetje, het is een flinke stad met veel beken en rivieren.

Even buiten de stad, richting Rosieres zien we een bordje met Auberge. Onze stemming wordt meteen weer goed. We komen aan in de Auberge en vullen een formulier in. Daarna kunnen we heerlijk douchen en onze kleren wassen. Om 19.30 uur krijgen we een goede maaltijd. Daarna ruimen we de tent op, die was nog nat van vanmorgen. Ook een deel van de was is alweer droog. Om 22.00 uur gaan we slapen.

Donderdag 20 april
Vanwege de vakantie in Frankrijk zijn er veel kinderen in de Auberge, wat hetzelfde is als een jeugdherberg. Sjef en ik delen onze kamer met een Engelsman, maar er is plaats genoeg, er staan 6 bedden. ’s Morgens om 7.00 uur zitten we aan een ontbijt wat ons goed smaakt. Daarna vertrekken we. Als we net buiten staan missen we onze wandelstokken. Sjef gaat meteen op zoek en vindt zijn stok. De mijne blijkt onvindbaar. We vertrekken zonder mijn stok. Onderweg halen we een nieuwe uit het bos. Sjef wilde dat. We komen in een overgangsgebied van minder akkerbouw en meer veeteelt. Ook de hoogteverschillen worden langzaamaan groter. Om de 3 à 4 km passeren we een dorp of gehucht. Later op de dag worden de dorpjes al wat rommeliger in vergelijking met de Ardennen. Tegen 17.00 uur gaan we op zoek naar een onderkomen. We vragen in een dorpje, maar hier lukt het niet. Een dorp verder (Valnay) bij een heel grote paardenmanege belt een man voor ons rond of er ergens plaats is, en jawel, hij stuurt ons naar een boer en bij hem mogen we de tent opzetten. We hebben vandaag voor het eerst in de korte broek gelopen. Het weer was mooi, veel zon en weinig wind, we hebben 36 km gelopen. Dit is het einde van het verhaal, het is 21.45 uur Sjef slaapt al, morgen komt er weer een nieuwe dag.

Vrijdag 21 april
7 uur uit de tent, thee zetten en wat eten. De zaak opruimen, geleende spullen naar de boer terugbrengen. ’s Nachts heeft het geregend, de tent is nu nat wat we als een flinke handicap ervaren, zeker wat betreft de buitentent, maar goed om 8.30 uur vertrekken we richting het zuiden of te wel langs de stad Tonnerre. Het is best mooi wandelweer. Buiten de dorpjes lijkt alles knalgeel. Het koolzaad staat overal in de bloei. Weilanden zijn geel van de paardenbloemen. Dorpjes volgen elkaar snel op, af en toe wel om de 2 à 3 km. Na de middag krijgen we een flinke klim van ongeveer 5 km naar het dorpje Tissinee. Daar vragen we naar onderdak, maar ze sturen ons binnendoor naar een mooi pad, omhoog en weer naar beneden en zo komen we in het dorpje Collan. Hier vinden we al vlug een Gîte waar we kunnen verblijven. De komende dagen met Paasdagen is alles bezet, zo vertelt de waard. We nemen een lekkere douche, wassen onze kleding en hangen de tent te drogen. Om 19.00 uur brood, wijn, per man 3 paaseieren en 3 aardappelen, broodbeleg. Het lijkt voor ons wel ’t Paasmaal. Ze zijn echt in de weer voor ons. Na de maaltijd schrijf ik mijn verslag, om 20. 30 uur ben ik daarmee klaar. We legen onze rugzakken en pakken deze opnieuw in. We drinken nog een wijntje want de karaf is nog niet leeg. Rond 22 uur gaan we weer slapen.

Paaszaterdag 22 april
6.30 uur opgestaan, ontbijten en om 7.30 uur vertrekken op de nieuwe kaart van de atlas richting Vezelay. De plaats waar iedereen komt die richting Compostela gaat. Het weer is goed, prima zelfs. Eerst een steile klim naar de kerk, even vragen naar de goede richting. Bij het volgende dorp verandert het koolzaad en de tarwe plotseling in druivenstruiken. Maar voor het volgende dorp is dit weer voorbij. De dorpen waar we doorkomen veranderen ook iets. Smallere straten en grotere dorpen. Sjef belt naar huis waar alles prima is. Omdat we vanmorgen al vroeg op pad waren kunnen we tegen 16 uur al uitzien naar een plaats voor de tent. We komen in het dorp Saxy, na wat vragen lukt het vrij snel om een mooi plaatsje voor onze tent te krijgen, op een gazon achter een groot huis. Om 18 uur is alles klaar. We willen eigenlijk nog door het dorp lopen, maar we zien een onweersbui aan komen. Rugzakken en schoenen bij die mensen binnen. Verder maar afwachten. We schrijven het verslag en gaan vroeg onder de wol (slaapzak).

1e Paasdag 23 april
6.30 uur opgestaan. Het heeft zowat de gehele nacht geregend. Af en toe flink hard (vuurdoop voor de tent, maar goed doorstaan). Zoals zo vaak weer een natte tent ingepakt. We hebben wat dat betreft geen geluk. Om 8.00 uur gaan we op weg richting Vezelay wat we vandaag misschien wel kunnen halen. Voor we goed en wel uit Saxy vertrekken begint het weer te regenen. Regencape en gamaschen aan. Onderweg kopen we wat brood en 2 tompoezen. Het is tenslotte 1e Paasdag. Het landschap verandert vandaag echt veel. Na de middag komen we langs grotten we lopen daar naar toe. Maar daar is het einde weg. Sjef al meteen: “nou moeten we terug.” Ik zei: “we kunnen ook het pad langs de rivier kiezen”. Dat doen we en jawel hoor een hele goede keuze wat ook Sjef beaamt. Een brede kant langs de rivier aan de andere kant zijn steile rotswanden. Tegen 14.30 uur arriveren we in het dorpje St. Moro in het dorpscafeetje drinken we een kop koffie en een glas bier. We besluiten vanwege het slechte weer te informeren naar een slaapplaats. We willen eigenlijk niet in de tent omdat die nog kletsnat is. Er is in het dorp langs de rivier een camping waar behalve Sjef en ik er nog een meisje uit Ecuador is.

Zelfs de campingbaas is er niet. Er is een zaaltje van 8 bij 12 meter. We maken gebruik van de gelegenheid en hangen onze tent en andere natte dingen te drogen. Na een lekkere warme douche komt de eigenaar aanzetten. Deze heeft geen problemen met onze aanwezigheid. Leuk voor ons. Voor 25 FF een groot bord soep en stokbrood gegeten. We wandelen door het dorp wat echt de moeite waard is. We schrijven ons verslag en zetten een lekker bakje koffie. Het regent nog flink en zo komt een natte dag nog tot een goed einde.

2e Paasdag 24 april
Vezelay

6.30 uur opstaan, alle spullen zijn weer droog dus deze kunnen we inpakken en om 8 uur vertrekken we voor een korte dag naar Vezelay. Onderweg heel mooi landschap met veel water, rotspartijen en goed droog wandelweer, wat wil je nog meer. Onderweg horen we het geluid van een ree die aan het kalven is. Dat weet Sjef.
We zien de Basiliek van Vezelay al op 10 km afstand liggen boven de berg. We volgen ondertussen de GR 13 en komen zodoende, over een steil maar mooi pad, achter bij de Basiliek uit. Voorbij de trappen doen we onze rugzakken af en al meteen vragen mensen of we op weg zijn naar Compostela en waar we vandaan komen. We ontmoeten eerst een man uit Kerkrade die heeft onderdak bij de zusters in het klooster. Dus wij daar ook naar toe. Onderdak is snel geregeld. Na een douche en het wassen van wat kleding, bekijken we de Basiliek. Indrukwekkende kerk zeg!! We wandelen door smalle straatjes, vanavond willen we hier wat gaan eten, maar dit kan pas rond 20 uur.
We komen een 35 jarige Belg tegen die op 1 november 1999 vanuit België vertrokken is naar Compstela en nu op de terugweg is. Hij heeft nog steeds dezelfde schoenen en heeft zijn baan opgezegd. De man uit Kerkrade is naar Compostela gaan wandelen omdat hij 50 jaar geworden is. 20 jaar geleden heeft hij al gezegd dat hij in 2000 naar Compostela zou lopen.
Het is nu 18.15 uur als ik stop met schrijven.
Dinsdag blijven we waarschijnlijk nog een dag in Vezelay om mijn schoenen te laten maken. De hakken zijn versleten. Dit zal hoogstwaarschijnlijk niet lukken, daarmee moeten we dan nog enkele dagen verder.
We lopen bij het einde van dit verslag ongeveer op 1/3 van de tocht.

25 april
We slapen uit tot 8.00 uur, voor het eerst, want we nemen een rustdag. Sjef gaat naar de bakker, ik zorg voor de koffie. We hebben zo een prima ontbijt.

Gisteravond zijn we met de man uit Kerkrade uit gaan eten. Het was wel lekker maar we gingen met honger naar buiten en zelf hadden we ook niets meer om te eten op dat moment. We brengen de dag door met wat rondkijken in Vezelay, de Basiliek nog eens goed bekijken van binnen en van buiten. Ik koop een nieuwe wandelstok. Onderweg lukte het niet om een goede te vinden, sinds ik de stok, die ik van de uitbater ergens in België gekregen had, verloren was. Ik heb het shirt met het embleem van GR paden aan. Ik krijg er tot 2 maal toe reacties op van mensen die dit herkennen. We halen de Poste Restante op. Voor Sjef is er wel een doos gekomen, voor mij is er nog niets. Om 17.00 uur nog maar eens terug, en ja hoor, voor mij is er nu ook een pak. Sjef heeft de doos allang open, daar zit van alles eetbaars in en in mijn doos ook. Wie het klaargemaakt heeft weet ik niet (ik denk Sjaan en Jeannette), maar in ieder geval bedankt voor de inhoud. We besluiten meteen die avond zelf eten klaar te maken. Dat is prima gelukt. Sjef zegt nog: ” Ik heb lekkerder gegeten dan gisteravond en ik heb nu tenminste geen honger meer”. Om 18.00 uur is er een gezongen mis in de Basiliek. Wij er naar de mis toe met een voordracht van 15 priesters en ongeveer 15 zusters. Indrukwekkend. Voor de communie komen alle priesters en zusters de kerk in om de mensen een hand te geven. Communie uitreiken gaat met een hostie en een slok wijn. Het duurde wel 1 ½ uur, maar het is wel de moeite waard en een mooie afsluiting na 2 dagen in het klooster bij de zusters. Het is nu 21.30 uur, ik ga nog wat in de krant lezen en dan naar bed. We willen morgen om 6.00 uur opstaan en vroeg op pad.

26 april
6 uur opstaan. Sjef gaat naar de boulangerie voor brood en beleg, maar die is nog niet open. De rest wat we hebben eten we op. We wensen de man uit Kerkrade een goede reis en om 7.15 uur trekken we de deur van het klooster achter ons dicht. Het landschap is onderweg heel erg mooi. Het is een zonnige dag met een temperatuur van 17 °C. We stappen flink door richting Corbigny. Hier willen we vandaag aankomen i.v.m. het repareren van mijn schoenen. ’s Middags om 16.00 uur komen we al aan. We hebben vandaag zeker 40 km gewandeld. Eerst naar het klooster; een heel groot oud gebouw dat voor tweederde leeg staat. Een mevrouw pleegt enkele telefoontjes en jawel we kunnen naar Marie: het gemeentehuis. Als we aankomen wordt er flink gediscussieerd over ons. Tenslotte kunnen we met een boer uit de buurt meerijden. Die heeft wel plaats voor een tent: achter een groot huis op het gazon. Hier is verder weinig te beleven. Ik zet de tent op, Sjef gaat naar de Supra. Bij de kassa aangekomen blijkt hij de portemonnee niet bij zich te hebben. Sjef kan alle boodschappen weer terugzetten in de rekken. Dus honger en geen boodschappen. Jammer.

27 april
Om 6.30 uur staan we op. We ruimen alles op en pakken in. Bij die boer is het zo’n zooitje dat we zo vertrekken. Om 8.00 uur vertrekken we naar Corbigny om te kijken of we een schoenmaker kunnen vinden. Dit lukt na een tijdje. Maar o wee die gaat om 9.30 uur pas open. Dus wachten. Het regent de gehele ochtend flink. Om half tien ga ik naar binnen en na enig heen en weer gepraat zal hij er voor zorgen dat de schoenen om 12 uur klaar zullen zijn. Sjef en ik zoeken een cafeetje op voor een kop koffie. Om 11 uur ga ik poolshoogte nemen bij de schoenmaker. Hij is nog druk bezig. In een kleine ruimte wacht ik op een stoel, ik krijg een plastic bekertje met wijn aangeboden. Om 12.15 uur zijn mijn schoenen klaar. Ik ben wel benieuwd hoeveel dit nu zal gaan kosten. Het valt mee 95 FF. Ik neem nog een paar reserve zooltjes mee. De schoenen zien er naar mijn idee weer goed uit. Om 12.30 uur vertrekken we met frisse moed. Het is ondertussen opgehouden met regenen. We volgen een mooie route vrij lang langs een kanaal. Dit is wel iets anders dan thuis langs de Zuid-Willemsvaart. De sluizen liggen af en toe op een kilometer vanwege het bergachtige landschap. Later op de middag kiezen we voor een pad dwars door het bos. Dit blijkt een goede keus te zijn. We moeten de regencape weer aan. In Avney wippen we even een dorpscafeetje binnen. We hebben nog niet veel gehad. We bestellen een omelet. Deze smaakt voortreffelijk. We vertrekken weer voor een stuk van 10 km. In Tamnay zou een camping zijn. Dus niet, dat valt tegen. Deze blijkt 7 km verderop te zijn. Het regent flink en we hebben geen zin om de tent op te zetten. In een café vragen we of ze slaapplaatsen hebben. Bij het 2e café hebben we succes. Mevrouw is best vriendelijk, na enig heen en weer gepraat kunnen we in een halfopen schuurtje. Slaapplaats klaar gemaakt, gewassen en daarna het café in. Hier schrijf ik dit verslag. We worden gebeld door een man die goed Nederlands spreekt. De mevrouw had al eerder gebeld maar toen was hij niet thuis. Anders hadden we daar terecht gekund. De Fransman vraagt honderd uit; hoe lang we onderweg zijn en welke route we ongeveer volgen. Dus weer een dag met een goed einde.

28 april
6.30 uur opstaan. We pakken het zaakje in en gaan bij de kasteleinsvrouw op de koffie. Het heeft de hele nacht geregend en dat doet het nu nog steeds. We doen de gamaschen en regencape aan en gaan op pad. We passeren al snel de eerste gîtes. Het landschap veranderd van akkerbouw naar veeteelt, vooral mestvee. We zien veel kleine dorpen met meestal een paar kolossale boerderijen en dikwijls ook een kasteel. Het is inmiddels half 1 en het regent nog steeds. We stoppen om wat te eten, maar daar is met zo’n weer ook niet veel aan. Vlakbij is een telefooncel en ik bel even naar huis. Gelukkig krijg ik Sjaan meteen aan de lijn en we praten wat bij. Het is in Nederland 26 graden, beter dan de 15 van hier. We lopen weer verder en komen in het dorp Vandennesse. We besluiten om 15.00 uur te stoppen vanwege het slechte weer en vragen naar een kamer. We willen vannacht beslist niet in de tent slapen, we zijn behoorlijk nat geworden. Na het douchen lopen we even door het dorp, veel grote gebouwen, hotels en een kasteel. Veel zijn er gesloten. Zonde van zo’n dorp, je zou er zo een cowboyfilm op kunnen nemen. We eten ’s avonds in het hotel, we zijn de enige gasten. Na het eten schrijf ik mijn verslag en we gaan vroeg naar bed. Morgen willen we om 7.00 uur vertrekken, we hopen op goed weer.

29 april
Om 6.00 uur loopt de wekker af en om 7.00 uur zijn we op pad. De boulangerie zou al open zijn, maar dat is dus niet zo, dan maar zonder brood op weg richting Fours, een stuk van 13 km. Van te voren dachten we dat we door veel kleine dorpjes zouden komen, dat valt dus tegen. De dorpjes zijn hier niets anders dan 1 of 2 kolossale boerderijen en een kasteel, meestal vervallen. Zeker 2/3 van de huizen staat hier leeg. Halverwege Fours lopen we langs een muur met een lengte van enkele kilometers, gezet door het leger. In Fours aangekomen, gaan we eerst winkelen. We zetten thee en eten wat, na een uurtje en een goede maaltijd vertrekken we weer. We lopen over smalle weggetjes en door een mooi landschap. We volgen de GR3 tot op een punt waar de GR3 rechtsaf gaat, volgens mijn kompas moeten we rechtdoor, dat doen we dus ook. We komen uit in een weiland en we besluiten om terug te gaan en toch maar de GR3 te volgen. Onderweg nog een keer gevraagd om precies te weten waar we zitten. Volgens het kompas gaan we weer de goede richting uit, en dat blijkt even later ook. We volgen de rest van de dag de GR3, dat is ons allebei erg goed bevallen. In het dorp Maltat besluiten we om te stoppen. We hebben ondertussen geleerd om gewoon ergens binnen te stappen en meteen naar de prijs de informeren. Naar onze begrippen is dat erg goedkoop en we besluiten dan ook om te blijven. Na een heerlijke douche en onze kleding te hebben gewassen mogen we de waslijn van mevrouw gebruiken om de tent en kleding te drogen. We komen er zo toch wel achter dat het beroep van huisvrouw best veel werk met zich mee brengt. Sjef is vol lof over de GR3, tevens de nationale wandelweg E3. We proberen deze route te volgen tot aan Le Puy, dat is nog ongeveer 5 dagen, dan gaan we over op de GR65, dat is ± 700 km. Het weer is vandaag uitstekend geweest, veel zon, heel wat beter dan gisteren met al die regen.

30 april
Het is vandaag zondag, de 1e dag van onze 5e wandelweek. Om 7.00 uur vertrekken we, het ziet er naar uit dat het mooi weer gaat worden. We lopen over de GR3, af en toe een pittig klimmetje. We lopen veel door het bos en door kleine dorpjes met weinig leven. Om 10.00 uur stoppen we voor thee en brood. Er is hier nergens iets te koop. We lopen verder naar het dorp Saligny, de winkels zijn gesloten en de keukens van de restaurants nog allemaal dicht. Na weer een paar kilometer vragen we bij een boer of hij een plaatsje heeft voor de tent, is meteen goed. We leggen uit dat we vandaag nog bijna niets hebben gegeten en voor vanavond ook niets meer hebben. We krijgen meteen een vers stokbrood. We hebben zelf nog soep, stokbrood met boter en jam erbij, daar kunnen we de nacht wel mee door komen.

Ik heb vandaag last gehad van mijn rechter bovenbeen, we denken dat het iets met de spieren te maken heeft, Sjef heeft het een paar dagen geleden ook gehad.
We horen hier de hele dag nachtegalen en putters fluiten. In elk dorp vinden we nu een openbaar toilet met stromend water, erg gemakkelijk met het vullen van onze drinkflessen.

1 mei
Om 6.00 uur zijn we wakker, we staan om 6.30 uur op. We pakken onze spullen in; als we in de tent slapen kost ons dat een half uur extra inpakken. We drinken ieder een kop soep, meer hebben we niet. Om 8.00 uur vertrekken we. Het is nu alweer een paar dagen uitstekend wandelweer, ± 23 graden. Het eerste grote dorp ligt op 19 km lopen. Het is vandaag 1 mei, de dag van de arbeid, we hopen dat we ergens iets te eten kunnen kopen. In een cafeetje in Danjon drinken we een kop koffie. Sjef gaat kijken of we nog iets te eten kunnen kopen. Na een paar minuten komt hij lachend terug. De Supra is nog tot 12.30 uur open. We gaan er als de bliksem naar toe. We kopen melk, chocolademelk, fruit, jam, boter en 2 broden. 25 meter voorbij de winkel staan 2 mooie banken. We laten het eten goed smaken, als het meeste op is gaan we verder richting St. Martin, het dorp waar we willen overnachten. Een paar kilometer voor het dorp is een camping en een gîte. We vragen de prijzen, het verschil tussen de camping en de gîte is maar klein en we kiezen daarom voor een kamer en kopen meteen een fles wijn, het is tenslotte 1 mei viering hier.

We wassen onze kleding. Mijn broek heb ik niet meer gewassen sinds Jeannette en Vincent zijn geweest en schone kleren is toch best fijn. Het is inmiddels 21.00 uur als ik stop met schrijven. Dat is ook meestal de tijd dat onze dagtaak erop zit, die dan al om 6.00 uur is begonnen.

2 mei
’s Morgens om 6.30 uur eruit, om 8 uur zijn we dan weer weg. Eenmaal onderweg verandert gaande weg het landschap; de hoogte verschillen worden groter, grote veeteeltbedrijven maken plaats voor kleinschalige bedrijfjes. Rond de middag kopen we eten wat we meteen verorberen om vervolgens weer door te wandelen. Onderweg vragen we bij een willekeurig huis om water. De eigenaresse zegt: ” praat maar Nederlands dat versta ik ook veel beter”. Deze mensen zijn bezig hun huis te verbouwen. Ze vertellen dat ze ook kamers verhuren aan mensen die bijv. de GR 3 lopen, of een andere wandeling. Jammer dat het nog maar 14.00 uur is, anders hadden we meteen kunnen blijven. Onderweg zien we nog een slootje met stromend water en met honderden salamanders erin. Tegen vijven komen we aan in het plaatsje Saint Nicolas Des Biefs. Op zoek naar een slaapplaats, hebben we geen geluk. 2 Gites zijn gesloten, een plaatselijk hotel is niet open zoals op de meeste plaatsen. Er is 3 km verderop wel een camping. Deze is wel open, wij zijn de enige gasten. We zetten de tent op en zitten verder wat in de bar. Met behulp van het woordenboek schrijven we een verhaaltje in het gastenboek, om vervolgens de slaapzak in te kruipen.

3 mei
’s Nachts gaat het buiten ontzettend tekeer, met zwaar onweer. In de tent liggend denk ik dat het tentje het niet zal houden. Het blijkt mee te vallen. Om 6 uur staan we op. Bij vertrek zijn we op 1000 meter hoogte. Eenmaal onderweg zien we nog wallen van hagelstenen en tegen de hellingen zien we sneeuw liggen. De zon begint flink te schijnen. Onderweg passeert vlak voor ons een ree. We horen de gehele dag het geluid van kettingzagen. In dit bosrijk gebied komen we langs percelen waarvan letterlijk alle bomen zijn omgewaaid tijdens de storm van december vorig jaar. De bomen hebben een lengte van wel 40 meter. De omgeving lijkt op die van de Pyreneeën, toen we daar op vakantie waren met Jeannette en Vincent. In de route zit evenals toen veel klimmen en afdalen. We komen tenslotte bij een dorp Champoly geheten. Hier zoeken we naar een onderkomen voor de nacht. De tent is nog goed nat, daarom kiezen we niet voor een overnachting in de tent.

We willen het liefst een Gîte of een goedkoop hotelletje. In een café doen we navraag. De cafébaas neemt de telefoon en regelt voor ons een Gîte. Hij brengt ons er met de auto naar toe. Het ziet er weer naar uit dat het flink gaat onweren. Dus gelukkig maar. We leggen al onze spullen uit de rugzak zodat het een en ander wat kan luchten. Het kan geen kwaad als je zo’n tijd aan het wandelen bent. In de Gîte is ook nog een Belgisch echtpaar waar we leuk mee kunnen praten. Ook voor de vrouw van de Gîte is dit gemakkelijk want de Belgen spreken vloeiend Frans en dat is bij ons nog niet zover.

4 mei
Om 6 uur staan we weer op. We pakken onze uitgestalde spullen in de rugzak. Om 7 uur is het ontbijt klaar. Ze hebben 4 soorten brood, 4 verschillende soorten jam, koffie, wijn, warme melk. We eten er goed van. Na het ontbijt schrijven we een verhaaltje in het logboek, ze maken wat foto’s want we zijn de eerste gasten die naar Santiago de Compostela gaan. Dat vinden ze zo bijzonder dat ze de foto’s willen gebruiken voor reclamedoeleinden. De Belgen zwaaien ons uit en we gaan op weg over een geheel andere route. We vragen onderweg regelmatig naar de route, 1 keer lopen we een stuk terug vanwege de omgewaaide bomen. In deze streek is dat weer heel erg. Houten elektriciteitsmasten liggen op veel plaatsen nog om. Ze zijn bezig met repareren. We zijn beiden van menig dat het vandaag de mooiste route tot nu toe is. We klimmen tot een hoogte van 1100 meter. We zien voor ons een paar maal per dag bergen met veel sneeuw. We zien onderweg ook zwartbont en roodbont vee. Mooie vergezichten, schitterend. Veel kleine dorpjes, met soms maar een paar huizen.

Ook hier is de storm nog zichtbaar. Een paar huizen waarop een omgevallen boom ligt. Het blijft zo allemaal maar liggen. Antiek is er nog volop in deze streken. Om 13 uur bel ik naar het thuisfront; met Sjaan dus. We praten wat bij en ben ook blij weer een bekende stem te horen. Naar aanleiding van het telefoon gesprek bedenk ik onderweg dat ik eigenlijk nog het een en ander had kunnen vragen. Bijv. Hoe is het met jou, Sjaan? Ik ben tenslotte onderweg. Hoe gaat het met Jeannette – Vincent, Gino – Berdine en Peter – Esther? Hoe was het op het feest bij Riekie en Jos? Was iedereen er op de verjaardag van Gerrit of op de verjaardag van Martina? Hoe is het met Broer en met de vogels, is daar veel werk aan? Hoe is het afgelopen met de Kanaalgraver? Is het dorpsfeest al geweest? Hoe is het met de groententuin, het lek zijn van de vijver? En veel meer van deze vragen. Maar ja, wij hebben ook veel tijd om te denken over die dingen. In de namiddag lopen we bij het plaatsje St. Didier Rochefort. We zien weer de berg met sneeuw en denken er eigenlijk vlakbij te zijn. Om 18 uur arriveren we in het plaatsje Chalmazet. We vinden al snel een plaats voor de tent. We hebben de beschikking over het voetbalveld, water en een WC, een ideale plek dus. Chalmazet is een ski-oord. De camping waar we eerst op hadden gehoopt is 7 km verderop. We zijn in het dorp ook aan de voet van de berg met sneeuw, die we eigenlijk al een paar dagen hebben gezien. Het is 22.30 uur hoog tijd om te stoppen met dit verslag te schrijven. Morgen om 6 uur is het voor ons al weer dag. In Frankrijk zeggen ze niet van gaan jullie of zijn jullie op weg naar Compostela maar naar St. Jack.

5 mei
We staan om 6.30 uur op. We bemerken dat de tent voor de eerste keer kurkdroog is. En dat is een stuk gemakkelijker opruimen. Om 8 uur vertrekken we, zoals iedere dag, naar het zuiden. We krijgen een paar flinke klimmen voor onze kiezen. We passeren de top van Col Baracuchet op 1256 meter in het natuurpark Livia Dois Forez dit is het hoogste punt van de dag. Er staat een stevige zuidwesten wind, maar het landschap is mooi. Ik stel vandaag voor de eerste keer mijn hoogtemeter in en met succes. We komen aan in het dorpje St. Anthema. Als we daar vragen naar een kampeermogelijkheid worden we verwezen naar een camping vlak bij het dorp. De camping is open, maar er is helemaal niemand aanwezig. Wij zetten de tent “clandestien” op een mooi plaatsje. Die zijn er genoeg hier. We maken ook gebruik van de aanwezige douches. We zien morgenvroeg wel of we nog een beheerder of een eigenaar tegenkomen en anders lopen we gewoon weer verder. We zijn net klaar met eten en afwassen als ik dit verslag ga schrijven. Het eten was niet te veel, het gas is op. We lopen al 3 à 4 dagen te zoeken naar gas, maar we zijn geen winkel tegen gekomen, waar ze dat hebben. Dit is het dan zo’n beetje voor vandaag.

6 mei
Om 6 uur eruit. Ondanks dat het droog is gebleven vannacht is de tent flink nat. We hebben donker weer. We ruimen alles op en vertrekken om 7.30 uur. We komen geen beheerder van de camping tegen, dus vertrekken we zo. We lopen eerst even terug naar het dorp want Sjef wil als eerste Tiny, zijn vrouw, verrassen met haar verjaardag. Sjef was inderdaad de eerste die belde. Na het telefoongesprek is hij nog onder de indruk en ook emotioneel. Ik ben in de tijd dat Sjef belt naar de boulangerie om gebak en een lekker croissantje te halen voor de verjaardag van Tiny. We vertrekken nu echt met een flinke klim door het dorp St. Athema, een heel mooi dorp. We klimmen naar een hoogte van 1160 meter en dalen weer enkele honderden meters om vervolgens weer te klimmen naar 1140 meter. We lopen in een mooi landschap met roodbont vee en zo komen we aan in het grotere dorp Usson en Forez. Zo als we hadden afgesproken gebruiken we vandaag een warme maaltijd. We eten flink, een dubbele portie puree, saus met een schaal vlees. We lezen in een krant dat de mensen die via de Grande Randonne 3 of te wel de GR 3 naar Compostela gaan aangeraden worden om een andere route te kiezen vanwege de omgewaaide bomen.

Deze liggen nog overal over de paden. We horen ook de gehele dag het jankende geluid van kettingzagen die overal bezig zijn “de schade te herstellen”. Na een uur hebben we weer een goede bodem om verder te gaan. Ondertussen is het gaan regenen. We halen de regencape voor de dag en lopen weer verder richting het dorp Pontempevrat. Voor het dorp komen we langs een spoor wat niet meer in gebruik is, maar wat door het dal op een paar geweldige pijlers staat met bogen van metselwerk. In de boulangerie kopen we nog wat noodzakelijke dingen en besluiten vanaf daar voor vandaag te stoppen als we een goede slaapplaats tegenkomen. In het dorp lukt het niet. We kijken even verderop, bij een oud leegstaand huis, hier is de rommel te groot. Zo’n 500 meter dan weer verder zien we een bord. We stappen er naar toe. Het blijkt een Gîte te zijn, maar er is niemand aanwezig. Na enig overleg met Sjef besluiten we dan maar onder het afdak te gaan slapen. Om 20.00 uur komen de bewoners echter thuis. Na overleg en een telefoontje met de eigenaar kunnen we voor 260 FF binnen slapen. 90 gulden dat vinden we te veel. We mogen wel gratis onder het afdak slapen. Hiermee gaan we akkoord. De vrouw brengt nog 2 liter thee, flink heet. 1 liter voor vanavond en 1 liter voor morgenvroeg. Dit is de eerste dag dat ik me niet kan wassen.

7 mei
Vandaag is het de eerste dag van week 6 dat we onderweg zijn. Om 6.30 staan we op, ruimen het zaakje op. We eten wat brood met honing en drinken de thee om vervolgens om 7.30 uur te vertrekken. Onderweg lopen we over een paar mooie binnendoor weggetjes. Dit schiet dan naar ons gevoel lekker op. Om 10 uur passeren we St. Du Champ. Hier kopen we brood en eten dit direct op. Er is vandaag in het dorp iets te vieren of zo, want er gaan heel veel mensen naar de kerk. Jong en oud. Wij wandelen weer verder tussen een heel mooi landschap met veel rotsen. We denken vandaag toch niet Le Puy en Velay te halen, wat we eerst wel dachten. Bij nader inzien is dit te ver voor vandaag, want dan zou de gelopen afstand zeker 50 km bedragen. In het dorpje Lareena is een camping. We gaan er naar toe. Ook hier is weer niemand aanwezig. Er is wel een infobord waarop we in de Nederlands taal kunnen lezen dat we welkom zijn en zelf een plaatsje uit mogen zoeken. Het is een mooie camping langs de rivier de Loire. Als je zo onder in dit dal staat, kijk je aan alle kanten tegen berghellingen aan. In de streek waar we vandaag zijn, is juist weer weinig van de storm te zien. Wel veel roodbonte koeien en enkele kippenschuren. Terwijl ik dit schrijf is Sjef op zoek naar eten, maar hij is ondertussen al een uur weg…

8 mei 
Le Puy en Velay

Vanmorgen staan we wat later op, omdat we maar 20 km van Le Puy – Velay af zijn. We lopen over een hele mooie weg, maar er zijn wel veel auto’s. In Frankrijk heeft vandaag iedereen vrij. Het is mooi weer, dus vandaar het verkeer. We zien heel veel rotsen. Als we tegen 13.00 uur Velay binnen wandelen zien we twee grote kerken. Één kerk staat bovenop een rots van wel 100 meter hoog en dan de kerk nog, een gigantisch gezicht.

Verder een gigantisch beeld van Maria, ontzaglijk groot. En dan de kathedraal; heel mooi. Overal zijn smalle straatjes gemaakt met zwerfstenen bestrating en er zijn heel veel trappen. Ze hebben hier een mooi stadhuis. Het stadje is de moeite van het bekijken wel waard. We vragen in de kathedraal een stempel voor onze pelgrimskaart en tevens een plaats voor onderdak. Dit is vlug geregeld. In het seminarie of klooster; een immens groot gebouw. We treffen bij de kerk een groepje Zwitsers die net aanlopen richting Compostela. Daarna komt er een groep van 8 Oostenrijkers te paard. Mooi gezicht door die smalle straatjes. Na een douche bezoeken we de kathedraal. We klimmen naar het Mariabeeld. Als we bij het beeld staan kunnen we ook nog via trappen in het beeld omhoog. Ik denk nog wel 40 meter hoger. Daarna bekijken we het stadje. Heel mooi. We hopen morgen aan de GR 65 te beginnen.

9 mei
Om 6 uur staan we weer op en pakken zoals gewoonlijk de rugzak in. Om 6.45 uur gaan we naar de kathedraal daar is om 7 uur een mis. Bij binnenkomst is er al een cameraploeg uit China aan het filmen. We worden uitgenodigd om bij het altaar in de grote stoelen plaats te nemen, waar normaliter hooggeplaatste geestelijken zitten. Daar staan we wel even van te kijken, dat we hier mogen zitten. We worden meteen gefilmd door de cameraploeg. Na de mis worden we uitgenodigd bij het beeld van Jacobus. Hier houdt de priester een korte toespraak waar Sjef en ik natuurlijk weinig van begrijpen. Daarna vraagt de priester wie er op weg gaan. Als wij aan de beurt zijn, zeggen we dat we uit La Hollande komen. Meteen komt er een zuster naar ons toe, die uit het zuiden van Nederland komt. Zij vertaalt voor ons. We vertellen dat we al voor de 6e week onderweg zijn. Spontaan komen een paar mensen naar ons toe om ons de hand te reiken omdat we al zo’n tijd onderweg zijn. Daarna gaan we weer terug naar het altaar, waar iedere pelgrim een mooie gewijde medaille mee krijgt. We gaan weer terug naar het klooster voor het ontbijt. Dit smaakt ons goed. We halen een stempel van het klooster en om 9 uur gaan we op weg over de GR 65. Het is mooi en zonnig weer. De filmploeg zien we nog mensen interviewen die onderweg zijn. Om 10 uur lopen we de eerste vrouw en om 11 uur de eerste man voorbij. Hier gaat duidelijk iedereen zowel als voetganger of te paard over de GR 65. In een mooie kapel waar we voorbij komen steek ik een kaars aan voor het hele gezin. Het lopen gaat vlot. We hebben de hele dag voor de route geen boekje en geen kaart nodig zo duidelijk is hier de markering.

Op de punten waar het fout kan gaan staat een wandelboom met opschrift ” GR 65″ en een Jacobus schelp. De tocht is mooi met vele gehuchtjes, vaak verwaarloosd. Volgens ons heeft af en toe het bevrijdingsbeeld van het dorp meer waarde dan het hele dorp bij elkaar. We komen regelmatig een Gîte tegen, vandaag zien we er meer dan de laatste 14 dagen bij elkaar. Het is een prachtig pad, waar overigens ook ruiters over komen, en met veel klimmen en dalen gepaard gaat. Onderweg hebben we het over de bijzondere dingen die we mee hebben gemaakt in Vezelay en Le Puy Vezely. Dit hebben we nog niemand horen vertellen in de voorbereiding op deze tocht. Ook de best lange stukken waar weinig eten te krijgen is en de pinpas die alleen maar te gebruiken is in de grote steden en dan nog beperkt. De creditcard moet je voor 90% gebruiken als pinpas. Raar dat we ook hier nooit iets over gehoord hebben. Wat ook best het noemen waard is het repareren van schoenen, waar dat kan gebeuren. Mijns inziens als ik het weer zou doen stuurde ik 2 of 3 maal schoenen met poste restante. Dan hoef je je onderweg geen zorgen te maken. En dan het aantal kilometers. Mensen die 50 tot 60 km per dag lopen zitten volgens ons veel in de bus of liften. Ik denk als de tocht eindigt in Compostela wij de mensen kunnen vertellen waar ze aan toe zijn. ’s Middags begint het te regenen. Daarom proberen we een goedkope Gîte te vinden. Dit lukt ons al snel in het dorpje Monistrol. Een kamer voor twee personen met eten voor 110 FF.

10 mei
’s Morgens ontbijten we zeer goed in de Gîte Etappe voor de prijs van 15 FF. We krijgen een soort gebak met rabarber. Heerlijk. Om 8 uur op weg. Eerst een flinke klim, daarna over smalle paadjes naar beneden. Dorpjes en gehuchtjes zien er af en toe nog meer verwaarloosd uit dan enkele dagen geleden. Na 12 km arriveren we in het dorp Saugves. We kopen een telefoonkaart en wat brood en beleg. We bezichtigen even een paar gebouwen en de kerk, daarna weer verder. St. Albon zullen we vandaag niet bereiken. We komen vandaag evenals de afgelopen dagen regelmatig stellages tegen om ossen of paarden te beslaan. Deze zijn overigens niet meer bruikbaar maar worden ook niet opgeruimd. De kerken in dit gebied hebben ook geen toren meer maar de voorgevel is hoger gemaakt. Je krijgt dus een brede smalle toren, waar meestal 3 klokken in hangen. We hebben ze nog niet horen luiden. We zien verschillende kerken waar een gedeelte van ingevallen is. Rond 14.30 uur begint het weer te regenen dus trekken we de regenkleding weer aan. Tegen 17 uur komen we langs een hele grote boerderij, wat ook tevens een Gîte is. Je kan er slapen op een zaal en eten zelf klaar maken. We besluiten meteen om daar maar te blijven. We kunnen bij de boerin van alles kopen. We hebben nog brood en kopen er eieren en soep bij en eten goed. In de Gîte is het best druk er zijn 40 à 50 mensen waaronder ook twee Nederlandse meisjes, ook op weg naar Compostela. De Gîte heeft aan gebouwen iets van 70 bij 60 meter. De keuken heeft een oppervlakte van wel 120 m². Er hangen verschillende jachtgeweren. De vloer is van graniet blokken van stukken van 1 m², terwijl de open haard een breedte heeft van 4 meter en is afgebakend met graniet blokken. Ze gooien er hout in van een meter lang.

11 mei
Om 6 uur eruit, rugzak inpakken, wat eten. Om 8 uur vertrekken we. Het is donker en bewolkt weer. De regenboog staat al in de lucht. We krijgen gemakkelijke paden om te lopen in een bosrijke omgeving. Na 3 km komen we langs de Rochus kapel. Deze staat in het bos. De deur is op slot. Aan de banken buiten is te zien dat het hier af en toe druk kan zijn. Het begint te miezeren. Vanaf de Rochus kapel weer een mooi pad door velden en bossen met af en toe overstapjes van steen naar steen over een beek. We komen na 15 km aan in het dorp St. Alban-sur- Limagnola. Hier doen we inkopen. Ik stoot hierbij nog een fles wijn van de rekken. We willen deze wel betalen, maar daar wil die mevrouw niets van weten. De boodschappen betaald, sorry van de fles wijn. Het blijft regenen, af en toe ook hard. We bezichtigen de kerk en lopen verder naar het plaatsje Pont – des – Estiets. Hier bel ik Sjaan, mijn vrouw. We zijn druk aan het praten als de verbinding ineens verbroken wordt. Vergeten geld erin te doen. Dus probeer ik het in het volgende plaatsje weer. We praten verder bij. We lopen door het dunst bevolkte gebied van Frankrijk. Een dorp van 2000 inwoners hoort bij de 5 grootste van het departement. De lucht ziet er weer wat beter uit. We besluiten nog een stuk verder te gaan. Enkele pelgrims waaronder een Duitser en een Fransman stoppen vanwege het weer. We lopen naar het plaatsje Chemenie, waar we bij een Gîte uitkomen die helemaal alleen aan de bosrand staat. Hier kunnen we overnachten. Café heeft een bar en 3 tafels en is 150 jaar oud. Een oud vrouwtje beheert het zaakje nog mee. Ze heeft een ouderwetse broek aan met grote lange laarzen tot aan de knieën. Ze heeft die broek in d`r laarzen. Een sigaret in de mond. Een mooi gezicht. De dochter wijst ons de douche. We eten lekker.

12 mei
Zoals gewoonlijk staan we om 6 uur op. We vertrekken om 7 uur richting Saint – Chely – Aubrae. De paden zijn af en toe drassig, dan weer belegd met vele kleine en grote stenen. Zo is het landschap ook. Het hele landschap ligt bezaaid met stenen en begroeid met gras dan weer rotsen zo groot als een huis. In de verte zien we sneeuw liggen op de bergen. We zien soms wat koeien in een verlaten landschap. Enkele boerderijen waar vroeger in de zomer de boeren heen trokken en daar de koeien molken. Tegenwoordig worden die niet meer gebruikt. In dit gebied komen nog veel sneeuwstormen voor waardoor de sneeuw huizenhoog kan opwaaien. Uniek om een keertje door zo’n gebied te wandelen. Om 16.30 uur komen we aan in bovenstaand dorpje. De camping is gesloten. We zoeken een Gite op en maken zelf ons eten klaar. Soep en eieren gekookt, tomaten op de boterham. We vinden het lekker.

13 mei
Ik bak een paar eieren en zet koffie als ondertussen Sjef naar de boulangerie is om brood te kopen. Het loopt echter anders. De bakker is pas om 7.30 uur open en Sjef komt dan ook pas terug. Het is dan al flink gaan regenen. Maar we hebben wel vers brood. Om 8 uur vertrekken we weer. De meeste mensen zijn dan al onderweg. Het pad wat we lopen is 17 km naar Saint – Come -d’Olt. Heel mooie route, maar bijzonder zwaar. Paden met veel water en modder, een soort rode klei, wat als het nat is een soort brei wordt. Na 10 km lopen we fout. We nemen een verkeerde weg. 4 km verder zien we het niet meer zitten. De kaart nog eens goed bekijken. Op dat moment komt er een mevrouw aanrijden. We wenken naar haar. Ze stopt en brengt ons weer naar het punt waar het mis is gelopen. Kennelijk zijn wij niet de eerste die fout hebben gelopen. Om 12.30 eten we wat en ik kom tot de ontdekking dat ik mijn fleece niet meer heb. Vermoedelijk in de auto laten liggen. Niets meer aan te doen dus we lopen verder over smalle paadjes met veel stenen. Weer kleine en grote. Het landschap is in vergelijking met gisteren hetzelfde. Alleen de stenen in de weiden zijn verdwenen. We lopen door bosgebieden en als we daar weer uitkomen hebben we prachtige vergezichten. Om 14 uur komen we in het dorp Saint – Come -d’Olt. We willen eigenlijk nog 16 km verder, maar na 6 km is er al een camping. Over deze 6 km hebben we 2 ½ uur gelopen. Echt te zwaar met een rugzak van 19 kg. We komen nu iedere dag met regelmaat pelgrims tegen. Meestal geeft men elkaar een hand en wensen elkaar goede reis. Leuke dingen zijn dat. Om 18 uur zetten we koffie. Op de camping hebben we alles ter beschikking: bestek, borden, thee, koffiezetapparaat etc. We eten in de openlucht met heel mooi weer. 25 ºC. De eerste mooie dag sinds ons vertrek op 2 april. We horen het vanavond nog flink donderen, maar gelukkig valt er geen regen. ’s Avonds wandelen we door het stadje. Heel mooi, vooral de bruggen die heel oud zijn. De rivier de Lot stroomt er midden door, een heel mooi kasteel boven op een berg, die ’s avonds helemaal verlicht wordt. Om 22 uur duiken we de tent en de slaapzak in.

14 mei
’s Morgens zorgt Sjef voor de koffie, we mogen hier zoveel koffie en thee zetten als we willen. Ik haal de andere spullen voor het ontbijt en zo zitten we om 6.30 uur buiten aan het ontbijt. We betalen voor 2 personen plus tent 60 FF en vertrekken richting Estaing. We lopen over mooie paden met hier en daar de brei van gisteren, maar het is goed te doen. Een paar stevige klimmen. We komen om 11 uur we in Estaing aan. Het is een warme dag: 30 ºC. Wat flora en fauna betreft is er onderweg van alles te zien. Hagedissen zien we de gehele dag door. We zien een groene hagedis van 25 cm over de weg kronkelen. Vogels in allerlei kleuren en zang. Bloemen in de bermen en weilanden tieren welig. Oude traktoren en auto’s staan langs de weg of in een vervallen schuurtje. Je zou ze misschien zo mee kunnen nemen. Om 18.30 uur komen we in het dorpje Espeyrae aan. Er is geen andere mogelijkheid tot overnachten dan in een hotelletje. Alle wandelaars van de laatste dagen komen we hier tegen. We nemen het menu van de dag dat goed smaakt. We eten voor het eerst in Frankrijk soep, zelfs 2 borden.

15 mei
Om 6 uur opstaan, we eten wat en vertrekken om 7.30 uur naar het dorp Conges, zo’n 13 km verderop. Hier hebben veel mensen die naar Compostela lopen een halte plaats. Je kunt er bij de zusters, in een heel oud klooster, slapen en eten. We komen hier om 10 uur aan. Dat komt voor ons slecht uit. Eerst drinken we een kop koffie. Nadien sturen we filmrolletjes per Poste Restante naar huis. De vorige keer kon dit niet, nu kan er ineens alles, vreemd. Het zal wel door de Fransen komen. We lopen wat door het dorp en halen een stempel voor onze pelgrimskaarten. Bij de zusters drinken we nog een paar bekers fris. Er zijn hier veel mensen op de been, gidsen geven aan groepen uitleg over het dorp, kerk, klooster en monumentale gebouwen. Ze komen al snel aan ons vragen waar we vandaan komen en of we naar Compostela gaan. Het gaat als een lopend vuurtje rond dat we uit Nederland komen en voor de 7e week onderweg zijn. Het duurt niet lang of er komen mensen vragen of ze ons op de foto mogen zetten. Wij op de trappen voor de kerk en we zien verschillende toestellen flitsen. Ik denk dat het door onze baarden komt dat ze ons op de foto willen. Ook in het dorp vragen mensen nog een paar maal of ze een foto mogen maken. We gaan er netjes voor staan en vertrekken weer voor een stuk van 20 km naar Decaceville. Na een flinke klim krijgen we meestal ook weer een afdaling. Onderweg zien we op een brede grindweg plotseling een slang van wel 1,20 meter. We willen in allerijl een foto maken, maar de slang is al weer weg. We denken zeker om 17 uur in Decaceville te zijn. Het wordt echter 18.30 uur. We doen inkopen voor de avond. We vragen aan een paar mensen of er een Gîte of camping is. Een man vertelt dat er op 2 km een slaapgelegenheid is. Na 4 km nog maar eens vragen. Het blijkt nu nog 6 km te zijn. Dat is te ver. We regelen bij een particulier dat we op een mooi gazon onze tent op kunnen slaan. We hebben zo ook alles bij de hand. We eten eerst wat brood het is inmiddels alweer 21 uur. Van douchen of wassen komt vandaag niet meer veel terecht. Vandaag is voor ons wel de zwaarste tocht tot nu toe. We hebben wel een mooie omgeving, achteraf toch een leuke dag geweest.

16 mei
Om half acht vertrekken we bij de wat oudere mensen. We krijgen nog een flink stuk vlees mee voor onderweg. Het traject is 28 km lang. We hebben er gisteren al 3 km van gelopen. De hele mooie paden zijn goed te belopen. Het gebied waar we doorheen lopen is weer een stuk anders. We zien veel maïs schuren zoals vroeger bij ons in Nederland, maar sommige zijn wel 30 tot 40 meter lang, 1 meter breed. De meeste zitten nog voor een gedeelte vol. Verder komen we in dit gebied heel veel waterputten tegen, met boven de grond een deurtje ervoor. In deze streek is ook veel zwart bont vee. ’s Middags eten we brood in een schuurtje, omdat er een paar stoelen staan. Het vrouwtje is er zo bij, en zij maar praten. Wij zeggen maar: ” ja, ja”. Naar ons idee praat ze echt heel plat. Sjef en ik vinden de GR 65 mooi, maar op weg naar Compostela vinden we dat het niet opschiet.

We lopen af en toe uren terwijl we dan maar een paar kilometer verder komen op de kaart. Circa 16 uur komen we in Figcac aan waar we besluiten te stoppen. We hebben een lange dag achter ons, met een temperatuur van 33 ºC. In het dorp is een camping. ’s Avonds eten we na de zoveelste broodmaaltijd, een pot boontjes, erwtjes en worteltjes erbij. Dit smaakt goed voor de afwisseling (dit blik met groenten hebben we gekregen). Daarna bel ik naar huis, want Gino is vandaag jarig. Iedereen is thuis, ik hoor zo alle stemmen weer. Sjaan, Jeannette, Peter, Gino, Berdine en mijn zus Martina. Met iedereen is het goed.

17 mei
Als we om 6 uur uit de tent komen begint het net te regenen. Na enkele hele mooie dagen, dus de tent toch weer nat opruimen. Het regent flink. Gamaschen en poncho aan en op pad. We kiezen ’s middags voor een heel ander pad, langs een rivier richting Cahors. We gaan via Cajarc naar Calvignac. Tot nu toe het mooiste stuk van de hele tocht. Je ziet hoe zuidelijker we komen, hoe mooier het wordt. Het regent de gehele dag. Temperatuur is zo’n 18 ºC. Om 18.30 uur komen we in Calvignac aan, waar ik een man aanspreek over een Gîte of camping. Hij beduidt dat ik even moet wachten. De man komt even later terug met zijn vrouw en die verhuurt kamers en of we mee willen komen. Het ziet er goed uit en voor de prijs hoeven we het niet te laten. We eten beneden ons brood op, zij zorgen voor de wijn en koffie en na afloop voor een heerlijk stuk zelf gemaakt gebak. De man komt ondertussen thuis. We praten nog wat. Het ging wel een beetje gebrekkig, maar het lukt wel.

18 mei
7 uur ontbijten. Dit zit ook bij de prijs van de kamerhuur. Om 8 uur lopen we naar St.- Cirg –Lapopie, een dorpje wat op rotsen is gebouwd. Erg toeristisch, maar mooi. We vervolgen de tocht richting Cahors, waar we eigenlijk vandaag willen aankomen. Temperatuur is zo’n 20 ºC. En inderdaad, we komen er om 17.30 uur aan. We gaan eerst naar de Basiliek; een heel mooi oud gebouw. We kijken wat rond en informeren naar een slaapgelegenheid. Ze verwijzen ons naar een gebouw wat in contact staat met de dezelfde Basiliek. Hier worden pelgrims opgevangen. We krijgen hier warm eten en praten wat met 2 andere Nederlanders. Het douchen schoot er zodoende vanavond bij in. Ik bel naar huis om aan Sjaan door te geven waar wij ons vrijdag zullen bevinden. Maria en Frans Peters uit St. Oedenrode, een trouw lid van OLAT, zullen ons komen opzoeken.

19 mei
Bezoek uit Nederland

Om 7 uur zijn we op pad richting Moneug naar Lauzerette. Ik ben benieuwd of Maria en Frans ons tijdig kunnen vinden. Sjef en ik spreken af dat we, op het moment dat we ze zien, er voor deze dag mee zullen stoppen. Na 20 km zien we 2 mensen op de fiets, en jawel hoor, het zijn Maria en Frans. Ze hebben koffie en boterhammen bij. In een schuur van een boer wat bijpraten. Maria en Frans rijden met hun fiets terug naar de camping waar hun caravan staat. Frans komt even later terug met de auto om ons op te halen. Om 15.00 uur zijn we op de camping.

Bij redelijk mooi weer buurten we nog wat met een pilsje in de hand. Daarna gaan we douchen en wassen onze kleren. We helpen mee met aardappels schillen. Maria kookt heerlijk Nederlands voor ons. Dit laten we ons goed smaken. We kijken onze rugzakken na wat we mee terug naar huis kunnen geven. Frans en Maria hebben ook spullen uit Nederland meegebracht. Het is best leuk om zo weer twee bekenden te ontmoeten. En ze verwennen ons vandaag goed. De beste OLAT verzorging die we ooit gehad hebben. ’s Avonds kijk ik alle post door en lees ook een aantal poststukken. Behalve die van Sjaan en Jeannette – Vincent, die neem ik mee in de rugzak en ga deze een dezer dagen lezen.

20 mei
Om 6.30 uur staan we weer op. Het weer ziet er redelijk goed uit. Frans loopt al buiten rond. Maria zorgt voor een echt Hollands ontbijt. Nederlandse kaas, gekookte eieren en worst. Voor onderweg krijgen we nog een lunch pakket mee. Nadat we de OLAT verzorging bedankt hebben vertrekken we om 8 uur richting Moisoe. De tocht leidt ons vandaag eerst over een paar heuvels waarna het steeds vlakker wordt. We zien weilanden veranderen in tuinbouw en fruitteelt met hier en daar wat druiven. Om 11.00 komen we wij een boerderij. Hier vragen we om water. Dit krijgen we van de vrouw van de boer, die ons ook uitnodigt om in de boomgaard kersen te plukken. Dit zegt ze niet tegen dovemans oren. Sjef en ik aan het plukken en eten en lekker dat ze zijn. Het lijken wel “Udense zwarte”. Na Monsac gaan we naar St. Nicola. Op de kaart lijkt het een behoorlijk dorp met voorzieningen: winkels, slaapgelegenheid. We lopen eerst enige tijd langs een kanaal en daarna over een hele lange oude brug. We lopen over een heel vlak terrein met veel maïsvelden. We zien op enkele honderden meters voordat we St. Nicola binnenlopen de kerk al staan. We lopen er onderdoor en daar staan we in een heel apart centrum. Zo hebben we het nog niet gezien. 2 Gîtes staan aangegeven die bij nader inzien gesloten zijn. Een camping is er niet. Hier en daar vragen we naar een slaapgelegenheid. Een vrouw van een winkel stuurt ons naar de pastoor. Bij de pastorie aangekomen blijkt hij niet thuis te zijn. We gaan terug naar de winkel. De vrouw pleegt wat telefoontjes en brengt ons tenslotte naar een verlaten sportterrein met een kantine die niet meer in gebruik is. Sjef en ik ruimen even wat op. Zo ziet het er na een kwartiertje heel anders uit. Rondom zitten banken tegen de wand. Deze gebruiken we voor al onze spullen en voor het maken van soep en koffie. We maken gebruik van pallets en kranten op de vloer om ons slaapmatje neer te leggen.

21 mei
We slapen bijzonder goed. Na het ochtend ritueel kunnen we om 7.30 uur dus weer met goede moed op pad. We lopen nu een route die Maria en ik een paar dagen geleden gemaakt hebben richting Mansonville. We wandelen over kleine rustige weggetjes en zoveel mogelijk de kortste route naar Lourdes. Dit begint nu echt in zicht te komen. Het is vrij vlak met nog veel meer fruitbomen dan gisteren en ook nog wel volle grond tuinbouw. Daarna wordt het meer heuvelachtig met veel korenvelden en maïs. Een week geleden liepen we van dorp naar dorp; de boerderijen staan dan allemaal bij elkaar. Nu liggen de boerderijen veel meer verspreid over het gebied. Het zijn kolossale vierkante gebouwen. De huizen lijken ook wel mooier en beter te worden. Het is 20 ºC, de zon en bewolking wisselen elkaar af. We lopen naar Flamarens en komen langs een kleine camping (50 m. breed en 100 m. lang, met 3 caravans en 2 Chalets, waar mensen op weg naar Compostela voor een klein bedrag een Chaletje kunnen huren met een douche. We kunnen kleren wassen en er is een toilet. Het zien er allemaal keurig uit, zeker voor Franse begrippen. Sjef en ik zijn de enige gasten.
We gaan om 21.00 uur slapen.

22 mei
We maken soep en koffie en eten brood en 2 blikjes rijstepap, die Sjef heeft gekregen van zijn vrouw. Frans had deze meegenomen. Nu is onze voorraad op en zullen deze liefst vandaag nog aan moeten vullen. Om 7.30 uur vertrekken we door een mooi glooiend landschap met hele grote akkerbouw bedrijven. De grond wordt hier na enkele dagen zonder regen zo hard dat het volgens ons niet meer te bewerken is. Het wandelen verloopt vandaag vlot. Lange glooiende klimmen en dus ook weer afdalingen. We zien onderweg al een aantal Mariabeelden. Dit is niet verwonderlijk want we komen steeds dichter bij Lourdes. In Lextoure vullen we onze voedingsvoorraad weer aan. We bezichtigen Lextoure en gaan dan weer verder naar het eigenlijke einddoel van vandaag; Merens. Er is hier helaas geen slaapplaats. We komen langs een Gîte maar deze vinden we te duur. 400 FF voor alleen maar slapen. Wij vinden dat je een kamer van 400 FF niet meer als Gîte kunt betitelen. We lopen door naar Lavardis waar een Gîte is. We lopen ’s avonds naar het dorp en eten in een restaurant. We zijn hier met een politieman. We eten goed voor niet veel geld. Na afloop eten we een heerlijke bananasplit klaar gemaakt met 2 hele bananen en de nodige chocola plus ijs. Sjef en ik vinden dat dit moet kunnen na 7 weken wandelen. Je leert zo wel weer van de dingen genieten. We komen van het begin tot nu toe in heel Frankrijk zoveel kruizen tegen. In allerlei vormen, soorten: ijzeren, betonnen en houten. Vele hebben toch een speciale betekenis voor de omgeving. We komen nu wel andere boom soorten tegen waaronder de palmboom.

23 mei
Om 7 uur ontbijten we in de gîte en vertrekken om 7.30 uur. We lopen eerst 2 km terug naar het dorp om op de route te komen. Het lijkt er op dat het een mooie dag zal worden. We lopen over een mooi rustig landweggetje richting Barran, in een glooiend landschap. Korenvelden maken nu weer plaats voor veeteelt en akkerbouw. Ook zien we in deze streek weer meer kippenschuren. We lopen weer de route die ik met Maria Peters heb uitgestippeld. Het is 23 ºC. We zouden na 4 dagen Frans en Maria weer ontmoeten voor een OLAT verzorging. Rond 12.00 uur eten we onze laatste restjes op en gaan verder op onze tocht. Om 13.00 uur is er dan de OLAT verzorging weer. We praten wat met Frans en Maria. We lopen door naar Barran. Bij de ingang moeten we door een grote poort hier zien een bordje hangen: ” OLAT verzorging” Hier zitten zij op ons wachten met koffie en brood. Het is 14.30 uur. Nadien rijden we met hen mee naar de mooie rustige camping met een grote plas. We zijn de enige gasten. Maria kookt weer heerlijk. Bij de plas zien we nog 2 zilverreigers. We slapen in een onbewoonde stacaravan waarvan de deur open staat, op 2 banken.

24 mei
Om 6 uur, de gewoonlijke tijd, staan we op en doen de dingen die we elke morgen doen. Om 7 uur gaan we naar de caravan van Frans en Maria. De laatste zou om 7 uur ons ontbijt klaar hebben. We krijgen gebakken eieren met spek. Als onze magen van al dit lekkers vol zitten vertrekken we om 7.30 uur richting Lourdes waar we hopelijk morgen aankomen. Dit is een belangrijke mijlpaal in onze pelgrimstocht. We lopen over een heel mooi landschap met nog best veel akkerbouw en dus ook maïs. Die zijn ze nu ook nog volop aan het zaaien. Dit vinden we zelf aan de late kant. Er is ook nog een beetje veeteelt en nog grote maïsschuren. Om 9 uur zien we in de verte weer de met sneeuw bedekte bergen. We gaan die richting uit en zijn benieuwd wanneer we aan de voet van die berg zullen staan.We hebben een hele zonnige dag met lekker warm weer. 33 ºC Rond 12.30 uur komen we in een groter dorp (St Sever-de-Rustan) waar we inkopen willen doen. In het begin van het dorp spreekt Sjef een man aan en vraagt waar de boulangerie is, maar deze is hier geen. Een restaurant blijkt er bij navraag ook niet te zijn. We hebben honger. De man haalt een half stokbrood van zichzelf te voorschijn. Of dit dan genoeg is? Na wat aarzelen nodigt hij ons uit om bij hem te komen eten. Dat aanbod nemen we natuurlijk meteen aan. We krijgen ieder een groot bord, stokbrood wordt gesneden en krijgen er eendenvlees op. En wij eten. Vervolgens een paar glazen wijn. Daarna komt een grote pan met worst en groenten op tafel, en toen vroeg hij of we een borrel willen. Deze is zeer sterk met 50% alcohol. Sjef proeft eerst. Aan zijn gezicht te zien komt deze flink aan. De boer met zijn zoon hebben er best schik in. Dan zetten ze koffie en doen er een flinke scheut van die drank in. We drinken nog een 2e kop en maken een foto van het geheel. Het huis waar we zijn, is van 1940 tot 1960 een restaurant geweest. Sjef en ik vertrekken met een goed gevulde maag naar ons einddoel van deze dag. Een kleine 20 km verderop gelegen stadje Tarbes. Hier komen we om 18.30 uur aan. We zoeken meteen iets voor de nacht. Dit valt in een grote stad in het begin altijd wat tegen. Het eerste hotel is vol. Deze mevrouw brengt ons naar een ander hotelletje waar we wel terecht kunnen. Het is inmiddels wel half 9 geworden. We zetten thee en eten brood om vervolgens om 23.00 uur naar bed te gaan.

25 mei
Lourdes

We staan om half 6 op en doen de gewone dingen van iedere ochtend. We doen de rugzak om en vertrekken richting Lourdes. We moeten eerst nog 5 km terug naar Tarbes om op de route te komen. De weg die we vandaag lopen is niet bijzonder. We hebben eerst een paar uur nodig om uit de stad te komen. In de omgeving rondom Lourdes wordt het weer drukker. Om 13.00 uur arriveren we op de camping “Plein Soleil” bij Maria en Frans, onze OLAT verzorging. We zoeken een plaatsje voor de tent want we zullen daar tot zaterdag blijven. We willen Lourdes bezoeken. Na het eten, Maria kookt heerlijk, verzorgen Sjef en ik de afwas. We gaan met z’n vieren naar Lourdes. Ondertussen begint het wel te regenen. In Lourdes kijken we wat rond. Mooi en indrukwekkend. We kopen kaarsen voor de lichtprocessie. We staan er van te kijken wat er allemaal gebeurt. We kijken nog wat rond in de winkeltjes en drinken iets op een terras. Laat, om middernacht, zijn we terug op de camping voor een heerlijke nachtrust. We kunnen morgen namelijk uitslapen. Je hebt zo tijd om na te denken over hoe de tocht tot nu toe is geweest. We zijn tenslotte samen al in Lourdes aangekomen. De verstandhouding tussen ons is goed. Ook financieel hebben we goede afspraken gemaakt. Hopelijk houden we het zo tot het einde…

26 mei
We slapen lekker uit tot 8 uur maar dan ook vlug de tent uit want het is al mooi weer. We douchen en wassen onze kleren. Na een heerlijk ontbijt vertrekken we met Maria en Frans naar Lourdes. Sjef en ik bezoeken de verschillende kerken en bekijken alles op ons gemak. De temperatuur is vandaag 28 graden en na de middag doen we dan ook nog ergens een terras aan. We bekijken ook de winkelstraten, het ziet er allemaal keurig verzorgd uit, de moeite van het bekijken waard. Na de middag steken we enkele kaarsen aan bij Maria. We ontmoeten daar enkele dames uit Limburg, later blijkt dat ze nog ooit bij Sjef in de buurt hebben gewoond. Om 17 uur gaan we gezamenlijk naar de ziekenzegening, wat we alle vier erg indrukwekkend vinden. Dat geldt eigenlijk voor heel Lourdes, ik hoop hier zeker nog eens een keer met Sjaan terug te komen. Na de mis gaan we even terug naar de camping, want de was hangt nog buiten en het heeft ondertussen een stevige bui geregend. De vrouw van de camping had al voor onze was gezorgd, goed hè. ’s Avonds gaan we met Maria en Frans uit eten, dat hebben ze wel verdiend, ze hebben ons 3 dagen echt verwend met eten en drinken. Frans en Maria, bedankt voor de goede OLAT-verzorging. ’s Avonds regent het nog ontzettend hard. Dat is het einde van een dag Lourdes wat ons vieren goed bevallen is.

27 mei
Om 6 uur wakker. We blijven nog even wat liggen. Hier en daar staat er water in de tent, het heeft vannacht ontzettend geregend. Om 6.30 uur eruit en alle spullen naar de wasgelegenheid brengen waar we ze zoveel mogelijk droog maken. Om 8 uur ontbijten we voor de laatste maal met Maria en Frans en om 9 uur vertrekken we na een hartelijk afscheid richting Lourdes. We lopen door het centrum langs het Mariabeeld, de basiliek en de kaarsen richting St Pe de Bigarre, een heel mooi dorpje langs de snelstromende rivier de Pau, er staan hier tegen de hellingen 3 kapellen met dezelfde toren. Bij de 1e kerk willen we gaan kijken, maar daar is zojuist een mis begonnen. We halen even een stempel en gaan weer verder. De dorpjes zijn beter opgeruimd en ook mooier dan een paar dagen geleden. Ook het landschap is mooi, we kijken regelmatig uit op de besneeuwde toppen van de Pyreneeën. Vandaag eindigen we in het dorp Brugus. Sjef doet wat inkopen en 300 m verderop is een camping, heel mooi gelegen langs het water. Ze hebben ook een gîte, voor 50 FF per persoon slapen we met z’n tweeën op een zaal van 6 personen. Er zijn nog wat Engelse gasten. We hebben hier onze kleren, slaapzak en matje kunnen drogen, dat was nog allemaal nacht van afgelopen nacht. We zetten thee en eten er brood bij en gaan om 21.30 uur slapen.
In Lourdes hebben we de tent meegegeven aan Maria en Frans. Of dat een goede keus is geweest moeten we maar afwachten …

28 mei
6.30 uur uit bed. We zetten thee en eten brood. De spullen zijn weer allemaal droog en kunnen weer in de rugzak. Om 8 uur vertrekken we over mooie rustige wegen en een heel mooi landschap, dit zien we maar gedeeltelijk door de vele regen, maar om 9.30 uur wordt het droog. De Pyreneeën zijn gehuld in een mistgordijn, wat de hele dag zo zal blijven. De temperatuur is vandaag rond de 20 graden, goed wandelweer. In Sevegnaco Meyraeg doen we wat inkopen in de boulangerie. Een wielerclub heeft hier een controlepost ingericht voor een fietstocht en we krijgen drinken, sinaasappel en een stuk appel aangeboden en daarna nog een stempel op onze stempelkaart. Onderweg verandert de omgeving. Eerst zwartbont vee, dan weer Franse koeien, van die hele grote en na de middag schapen. Sjef en ik hebben afgesproken dat we naar Oloron zullen lopen en daar iets zoeken voor de nacht. Voor Oloron rijden ons een aantal wagens voorbij die allemaal flink toeteren en zwaaien. Wij terug zwaaien, maar waar het voor is weten we ook niet. Voor Oloron worden we door een man opgewacht en hij vraagt ons of we onderweg zijn naar Compostela, dan weet hij misschien wel een plaatsje voor ons. Een soort pelgrimshuis in het stadje, na even zoeken hebben we het gevonden. De man vertelt ons dat hij betrokken is geweest met het opzetten van het pelgrimshuis. Er zijn nog een heleboel mensen meer, die hier om 17.00 uur bij elkaar komen, jong en oud. De meesten hebben de tocht naar Compostela gemaakt, ze komen hier bijeen voor een reünie. Nu ik dit zit te schrijven is het 19.00 uur en hebben ze Sjef en mij boven onze slaapplaatsen gewezen, een zaal voor ± 20 personen, dus ruimte genoeg. Tot nog toe gaat het dus goed zonder tent. Vorige nacht 6 bedden voor 2 man en nu 20 bedden voor 2 man, maar misschien wordt dat nog wel anders. We zijn om 20.00 uur uitgenodigd voor het avondeten en daarna zien we wel weer verder.

Zo is de dag met regen begonnen en met dubbele zonneschijn geëindigd. Met mijn linkerbeen gaat het goed vooruit gelukkig, ik ben ondertussen wel een paar dagen goed verkouden geweest, maar dat is nu ook aan de beterende hand. Sjef houdt na het eten een korte toespraak en bedankt de Belgen voor hun gastvrijheid. Sjef zegt: “We zullen jullie allemaal in gedachten meenemen naar Compostela” wat zeer gewaardeerd werd.

29 mei
6.30 uur uit bed, we wassen ons, ruimen op en pakken de rugzak in. Om 8 uur zijn we uitgenodigd voor het ontbijt. Om 8.30 uur doen we de rugzak weer op. We reiken de chauffeur van gisteren en de leiding nog even de hand en vertrekken onder een staand applaus. Na 300 m besluiten we om onze regenkleding aan te doen. Het ziet er niet naar uit dat het snel weer droog zal worden, maar tegen de middag houdt het toch op en wordt ook de temperatuur wat aangenamer, rond de 20 graden. We lopen eerst richting Feas, daar slaan we een mooi binnenweggetje in, echt schitterend. Onderweg toch maar een keer vragen of we wel de goede richting uit lopen. Er blijkt toch iets fout te zijn gegaan, we hebben zeker 10 km verlopen, we kijken dus maar even goed op de kaart, samen met een mevrouw die precies weet te vertellen waar we nu zijn. Na wat overleg kiezen we voor de richting van het dorp Bareus en vandaar naar Tarofets wat voor vandaag ons einddoel zal zijn. Later blijkt dat doordat we ons hebben verlopen, we wel een heel mooi stuk hebben gehad. Sjef zegt nog dat de moeite van het verkeerd lopen best is beloond, en zo denk ik er ook over. Het laatste stuk was wel het mooiste stuk natuur wat we tot nu toe gezien hebben. Om 18.30 uur arriveren we in Tarofets. Inkopen doen lukt niet meer, dan maar vlug iets zoeken voor de nacht.
Hier eindig ik voor vandaag.

30 mei
6.30 uur opstaan en rugzak inpakken. 7.30 uur ontbijt en om 8 uur doen we nog even inkopen voor onderweg. We zijn op weg naar St Jean Pied de Port. De eerste 5 km verlopen goed in een mooi landschap, we lopen tenslotte in de Pyreneeën. De volgende kilometers is het behoorlijk klimmen, tot 1300 m, daarna een paar honderd meter afdalen. Op deze hoogte blijven we gedurende 25 km om dan af te dalen naar 200 m. Het landschap is de hele dag schitterend mooi. Sjef wijst mij op de verschillende soorten gieren, vale gier, lamsgier en de steenarend. Hij vertelt er meteen bij waar je de verschillende vogels aan kunt herkennen.
We hebben vandaag 25 km gelopen door een schitterend gebied, maar er is niets te krijgen. Er is wel een Auberge, maar die is gesloten. Bij de koeien hebben we een paar keer water bij gevuld. De koeien, schapen en paarden lopen in dit gebied allemaal los, die staan dus gewoon op de weg waar wij over lopen. 10 km voor St Jean Pied de Port komen we in een dorpje en we besluiten dat we zodra we iets zien voor de nacht zullen stoppen. Voordat we iets hebben gevonden zijn we nog maar 2 km verwijderd van St Jean Pied de Port. Hier overnachten we dus, morgen doen we dus weer één van onze etappeplaatsen aan. Tot zover vandaag.

31 mei
Om 6.30 uur staan we op en doen de gewone dagelijkse dingen. Om 8 uur vertrekken we. We komen al meteen terecht op de GR65 of te wel de Grand Randonnee zoals ze dat in Frankrijk noemen. Sjef en ik hebben 14 dagen geleden bij Cahors de GR65 verlaten omdat we naar Lourdes gingen. Na ongeveer een uur lopen bereiken we St Jean Pied de Port. Door de poort lopen we het dorp binnen, een mooi gezicht, daarachter allemaal smalle straatjes. Bij een heel oude poort met een houten deur maken we enkele foto’s. We kijken eerst uit naar een schoenmaker voor de schoenen van Sjef, die gestikt moeten worden. Sjef gaat naar binnen, maar nee, dat soort dingen doet hij niet. Nog op een paar plaatsen gevraagd, we worden steeds verwezen naar de 1e plek. Dan ga ik het maar eens proberen, maar ook dat lukt niet, helaas. Dan gaan we op het postkantoor de post ophalen die poste restante vanuit Nederland is verstuurt. Voor Sjef is er nog niets, maar voor mij wel. We besluiten om tot na de middag te wachten. We kopen ondertussen wat kaarten en gaan op zoek naar een kapper, dat is zo gelukt. Twee vriendelijke dames vragen we eerst of ze ons wel willen knippen, we hebben ondertussen een flinke ruwe baard en lange haren. Ik ben meteen aan de beurt, maar Sjef moet wachten, eigenlijk gaat hier alles op afspraak. Daarna wandelen we wat door het dorp en schrijven wat kaarten. Ik bel Sjaan op en we praten wat bij. Ook het nieuws van thuisfront weer gehoord. Om 14.00 uur gaan we weer naar het postkantoor, maar er is nog steeds niets. We besluiten dan ook om verder te gaan zonder de routebeschrijving van Spanje en het Spaans-Nederlandse boekje.

Om 16 uur stoppen we bij de eerste gîte, anders moeten we nu nog een stuk van 25 km lopen door de Pyreneeën en met een paar flinke klimmen. In de gîte zijn alleen maar mensen die onderweg zijn naar Compostela. We volgen nu weer de GR65 totdat we morgen aankomen in Spanje.

1 juni
Spanje

Na het ontbijt vertrekken we, het is 7.30 uur, naar de plaats Roncevalles in Spanje. Ons 5e en tevens laatste land op weg naar Compostela. Het zal vandaag een pittige maar mooie tocht worden door de Pyreneeën, en dat klopt inderdaad. Een heel mooi landschap, in het begin nog wat koeien maar na een paar uur alleen nog maar schapen en paarden. Die lopen overal tegen de berghellingen. De temperatuur is vandaag 25 graden en een stevige wind, windkracht 8 of 9, we moeten af en toe flink voorover gebogen lopen. Verder gaat alles prima over mooie paden. Onderweg komen we langs een kruis waar ooit iemand overleden is op weg naar Compostela. Ook zien we een mooi Mariabeeld op een rots. Onderweg zien we weer een heleboel lammergieren, aasgieren en steenarenden. Om 15.00 uur komen we aan in Roncevalles. Er is een kapel, 2 restaurants en een heel groot klooster wat gebruikt wordt als refugio. We besluiten om hier te blijven. De kosten van de overnachting bestaan uit een vrijwillige bijdrage. Om 20.00 uur kunnen we naar de mis, en daarna eten in het restaurant voor 1000 peseta’s, dat is ± 13 gulden. Er zijn in het klooster denk ik wel 100 pelgrims.
De route was vandaag erg duidelijk gemarkeerd met de wit/rode strepen van de GR65 en een schelp en gele pijlen van de Camino, de route naar Compostela.
Sjef belt nog even naar huis, want zijn vrouw Tiny gaat met zijn dochter een paar dagen op vakantie.

2 juni
Om 6 uur begint iedereen wat te rommelen en in de kortse keren is het een hele drukte op de slaapzaal. We pakken vlug onze rugzak in en zijn om 7 uur weer onderweg. Het weer ziet er goed uit en men zegt dat het 30 graden zal worden. De paden lopen vandaag door een bosrijke omgeving en er zitten maar een paar klimmetjes in, met af en toe kiezels of grote stenen. We zien een groep vale gieren, wel 15 stuks bij elkaar. We lopen naar Burguete waar we een ontbijt gebruiken, daarna gaan we door naar Zubiri. Hier gaan we naar de bank om de Franse Francs om te wisselen in peseta’s, we krijgen een heleboel geld, met weinig waarde. 
We vertrekken uit Zubiri om naar Larrasoaña te gaan voor het eindpunt van vandaag. Er is een refugio en de volgende is 11 km verderop, dus we nemen deze. Vannacht onweert het flink, een mooi gezicht tegen de bergen. We zijn vanavond in het klooster in de kerk geweest. Na de mis mochten alle pelgrims naar voren komen en kregen we allemaal de zegen. Daarna een pelgrimsdiner in het restaurant. Om een indruk te geven: we zaten in het restaurantje, tevens winkel en bar met 20 pelgrims. Bij ons aan tafel zitten een Zwitserse vrouw, een Duitse vrouw, een Braziliaanse vrouw, een Fransman, een Belg en wij twee. Best een hele verscheidenheid aan nationaliteiten. Om 21.30 uur gaan we slapen.

3 juni
Om 6 uur staan we als eerste op, maar al snel volgen er meer. Het heeft gisteren nog flink geonweerd en vannacht ook nog een keer. Om 6.45 uur zijn we klaar voor vertrek. We gaan even naar de bar voor een kop Spaanse koffie, die overigens heel goed smaakt, en een half stokbrood. We verlaten nu langzaamaan de Pyreneeën .

Het landschap blijft wel heel mooi, bergachtig. Koeien en schapen zien we niet meer, die hebben plaats gemaakt voor korenvelden, wat al een beetje geel begint te worden, een teken dat hij begint te rijpen. Toen we 2 april vertrokken moest het land nog geploegd worden en nu is het koren al aan het rijpen. Het is vandaag mooi zonnig weer en 27 graden, goed wandelweer. We zijn vanmorgen vertrokken richting Pamplona, wat op 20 km lopen ligt. Een heel mooi stadje, ik denk, of ik weet het wel zeker dat dit het mooiste stadje is wat ik ooit gezien heb met smalle straatjes en een kathedraal die we bezoeken. Ook nog een mooie kerk, waar we een stempel halen en we eten in een heel mooi park. Op de universiteit van Pamplona krijgen we ook nog een stempel en we gaan verder naar ons einddoel van vandaag, het 20 km verderop gelegen Cizur Puente La Reina. We komen daar om 19 uur aan en de refugio is vol. We worden verwezen naar een hotel met een refugio voor pelgrims. We douchen en eten weer een pelgrimsdiner wat erg goed smaakt. Daarna verslag schrijven en vlug naar bed, het is een lange dag geweest.

4 juni
6.30 uur staan we op. Om 7.30 uur ontbijt voor de pelgrims en om 8 uur vertrekken we richting Cirauqui waar we wat winkelen. Door naar Villatuerta en vervolgens naar Estella wat voor vandaag ons einddoel is. De route van vandaag is te vergelijken met de vorige dagen, heuvelachtig, weinig bomen en de dorpen zien er keurig verzorgd uit. Alles is mooi geschilderd en in de dorpen zelf veel mooie banken en meestal een bron voor de watervoorziening van de pelgrims. De winkels in de dorpen zijn ook zondags open en ook op het land word op zondag gewerkt. Verder komen we vandaag door een streek waar we voor het eerst druiven zien. In Estella overnachten we in een refugio voor ± 100 mensen. Een mooi gebouw voor de prijs van 500 peseta’s. Verder valt het hier in Spanje op dat de mensen onderweg niet zo vriendelijk zijn dan in Frankrijk. We ontmoeten in de refugio 3 jonge Belgen, 1 meisje en 2 jongens, in de leeftijd van 18 en 20 jaar. Ze hebben ± 20 kg bepakking en zijn voor een jongerenproject uitgezonden naar Compostela. Ze zijn al 3 maanden onderweg en krijgen om de zoveel dagen bezoek van een projectleider. Het meisje heeft de tent naar huis gestuurd, maar die komt nu weer mee terug. Voor het vertrek hadden ze elkaar nog niet ontmoet.
Na de middag is het flink gaan regenen, anders hadden we nog naar Estella kunnen wandelen. Het is een mooi stadje met vele monumentale gebouwen.
Vanmorgen was het weer nog best goed, met een temperatuur van 25 graden. Geleidelijk kwam er meer bewolking en was het benauwd, vanmiddag is het gaan regenen.

’s Avonds loop ik met Sjef naar Estella. Hier bel ik Sjaan. Nadat we horen dat alles nog steeds goed is met het thuisfront wandelen we nog even door het stadje. We zien dat ze verschillende kerkgebouwen aan het restaureren zijn. Op de markt is het gezellig druk. Winkels gaan hier ’s avonds om 19.00 uur weer open en dit op zondag. Kinderen zijn aan het voetballen, springen touwtje of spelen met iets anders. Ouders zitten op een terras die bijna allemaal overdekt zijn. We spreken af dat we morgen om 7.00 uur of eerder te vertrekken, want tot de tweede refugio is het 40 km lopen. Om 21.00 uur duiken we het bed in.

5 juni
Om 7.00 uur zijn we op weg. Na ongeveer een uur begint het te onweren, dus maar vlug de regenponcho’s weer aan en weer verder. De paden kronkelen vandaag eerst tussen rotsen overgaand in een mooi glooiend landschap door een gebied met korenvelden. En niets anders dan koren, dat al goed aan het rijpen is. De paden waar we overheen lopen zijn van een soort donkerrode klei. Bij regen wordt dit één en al drap, ik schuif en glijd, de schoenen komen ook onder de drap te zitten. Het lijkt wel of je in natte sneeuw loopt. Na 20 km, in het dorp Los Arcos sturen we per post spullen naar huis, we winkelen hier wat, pinnen geld uit de muur en drinken een kopje koffie. Dan lopen we weer door naar Viana, ons doel voor vandaag. Het duurt niet lang of we horen het weer rommelen in de lucht. Het begint weer flink te regenen. We lopen een uur of 4 door de regen. Een rotdag gewoon, maar het is niet anders. Het pad waarop we lopen wordt onbegaanbaar. We wijken uit naar de asfaltweg. We zien overigens veel pelgrims dit doen. Er volgt in het landschap een overgang naar druiven, asperges en een soort druivenbomen en ook vlaktes met natuur; begroeid met heide. Om 16.30 uur arriveren we in Viana waar we al vlug een refugio vinden. We gaan snel onder de warme douche. Daarna eten we brood met thee. Sjef heeft bij het winkelen nog een soort sausje meegebracht. Ik zal dat klaar gaan maken, maar het mislukt helemaal en verdwijnt in het aanrecht. Of het aan de kok heeft gelegen, of aan de Spaanse beschrijving is nu nog niet duidelijk. Af en toe moet er de stempelkaart aan te pas komen om mensen te overtuigen dat we inderdaad te voet uit Nederland komen. We zijn beide (weer) blessure vrij en kunnen goed met elkaar overweg.

6 juni
Om 6 uur staan we op en maken chocomelk warm waarbij we brood eten. Om half acht vertrekken we naar Logroño, een heel mooie oude stad. Hier kijken we wat rond en bekijken de kerk. We lopen door naar Navarrette. De route voor vandaag is heuvelachtig met veel druivenvelden over gemakkelijk te belopen paden. De modder van gisteren is vandaag al zo hard dat als we er over lopen er geen voetafdrukken meer achterblijven. In een bar gebruiken we 4 koppen koffie en 2 gevulde broodjes en betalen 10 gulden. Het eten en drinken is in Spanje heel goedkoop. Je kunt het er in de supermarkt niet voor gaan halen. Na de middag vertrekken we naar Nájera. Hier komen we om 17.00 uur aan. Onze refugio ligt midden in het stadje. De kosten bestaan uit een vrijwillige bijdrage. De beheerder is een Nederlander die broeder Fons uit Vessem ook goed kent. Zondag waren er in de refugio meer dan 100 mensen, op maandag ongeveer 40 en op dinsdag 20 mensen. Ik denk wel eens waar zitten al die mensen nu. We treffen in de refugio een meisje uit Friesland. Ze is alleen op weg, maar dat is haar tegengevallen. Ze voelt zich eenzaam onderweg. We zijn de eerste Nederlanders waar ze een gesprek mee heeft. We horen vannacht nog een onenigheid op onze slaapgelegenheid tussen een Fransman en een paar Spanjaarden. De Fransman heeft gezien dat de Spanjaarden vlak voor de refugio uit de auto stapten. Ze kregen de beste slaapplaats en hadden het minste gelopen en daar is de Fransman het duidelijk niet mee eens. En wij ook niet.
De dorpen en stadjes waar je tijdens de route doorkomt zien er mooi uit, veel oude gebouwen en kerken. Allemaal prachtig en mooi, maar ik vermoed wel dat de interesse wat afneemt, je hebt de hele tocht al zoveel gezien en meegemaakt dat je na zo’n tijd ook naar het einde toe wilt.

7 juni
We staan vandaag om 5.30 uur op. Het valt op dat in deze refugio iedereen zo vroeg opstaat. We ontbijten en vertrekken om kwart voor zeven. Het is fris weer, ik krijg in het begin nog koude handen. We lopen door een paar mooie dorpen naar het 21 km verder gelegen Santo Domingo de La Galzada. Onderweg zien we heel veel druiven en in de verte weer de sneeuw tegen de berghelling. In de kerktoren van Santa Domingo zien we verschillende ooievaars op hun nesten. We maken enkele foto’s. Er valt nog ooievaarspoep op mijn rugzak. Temperatuur zo’n 25 ºC. Na de middag verdwijnen de druiven en is alles weer koren, tarwe en gerst, zo ver als we kunnen kijken. We denken op een hoogte van 800 meter te lopen. We volgen de route naar Belorado, waar we om 17.30 uur aankomen. De refugio is in een zijvleugel van de kerk, maar deze is vol. We kunnen beneden op de vloer slapen met nog 10 mensen. Sjef laat zijn schoenen stikken bij een schoenmaker op 100 meter van de refugio. De schoenmaker laat dit keer meteen ander werk liggen. Na een half uurtje is dit weer klaar. In de kerk waar we overnachten woont op de kerktoren ook een ooievaar met twee jongen. Als zo wat iedereen om 21.uur naar bed gaat doen wij dat ook.

8 juni
Om 5 uur horen we gerommel. De eersten maken zich gereed voor vertrek. Wij doen dat om 6 uur. Na het ontbijt met thee en brood met bacon vertrekken we om 7 uur. Sjef en ik vertrekken bijna als laatste en toch lopen de meeste pelgrims maar 25 km, terwijl wij toch om en nabij de 35 km lopen. We gaan naar het dorpje San Juan de Ortega waar we om 12.00 uur aankomen. Er is hier een oud klooster met een refugio daarin. Er zitten al verschillende pelgrims te wachten, terwijl die om 14.00 uur pas open zal gaan. Wij snappen nu waarom die mensen ’s morgens zo vroeg vertrekken; zij willen verzekerd zijn van een slaapplaats in de refugio. Het is lekker wandelweer: veel zon en ongeveer 28 ºC. Onderweg komen we in bijna ieder dorpje een waterbron of kraan tegen. Ook staan er veel banken en hier en daar een picknickbank. Het geheel is prima verzorgd. De route van vandaag is bijzonder mooi. Allemaal puur natuur: bossen, rotsen. We wandelen lang op een hoogte van 1200 meter. Overal prachtige bloemen grote en kleine. Veel verschillende kleuren, ook de bermen zijn begroeid met allerlei soorten bloemen en planten. Vandaar ook zoveel wildzang vogels. Putters, Graspiepers, Vinken, Wielewaal en Nachtegaal. We horen de hele dag wel ergens een vogel zingen. Ons eindpunt voor vandaag is Villafría, 5 km voor de stad Burgos. Daar nemen Sjef en ik een hotelletje, terwijl andere wandelaars van hieruit met de bus of taxi naar Burgos gaan.

9 juni
Burgos

Om 7 uur vertrekken we voor de 5 km naar Burgos. Om 8 uur zijn we daar. We moeten langs een drukke weg, we hebben geen andere keus. Van het fototoestel van Sjef is de batterij leeg. We vinden een winkel, maar die gaat pas om 10 uur open. We wachten en drinken een kop koffie. Sjef koopt om 10 uur een batterij en kan nu weer foto’s maken. We lopen verder door de stad. Na enkele kilometers komen we in het centrum. We bezoeken een paar kerken. Best de moeite waard. Ze zijn de torens van de kathedraal aan het restaureren. Deze staan helemaal in de steigers. Het lijkt een heel karwei. Het centrum is heel mooi en oud. Je komt met zo’n tocht in de dorpen en steden langs de mooiste gebouwen en parken. De route volgt goede grindwegen in een glooiend landschap. Er wordt veel gerst verbouwd. Er zijn verder geen bomen of stuiken te zien. De lucht is bewolkt bij een temperatuur van 18 ºC. Heel goed weer voor deze etappe. We zien vandaag weer een groep van 15 stuks Vale-gieren en ook horen we overal jonge patrijzen in de gerst. We zien ook een heel mooi vogeltje waar zelfs Sjef niet weet hoe die heet. Dit is een vogeltje met een mooie witte snuit en een rode borst. We gaan door naar Tardajos. Hier eten we wat en gaan verder naar Hornillos-del-Camino, een afgelegen bergdorpje waar, voor vandaag, ons einddoel zal liggen. In de plaatselijke refugio zijn, als wij aankomen, nog 2 bedden over. We hebben dus geluk. We komen er achter dat Spanjaarden gemakkelijk leven. ’s Morgens om 8 uur zijn de bars al open en er zitten dan best veel mensen binnen. ’s Middags en ook ’s avonds zitten veel mensen in de bars om te eten en te drinken. Misschien dat dat komt omdat het zo goedkoop is.

10 juni
6 uur opstaan. Veel pelgrims zijn al op en bijna weg. We zetten thee en drinken deze samen op. Voor 7 uur zijn we ook op weg, richting Hontanas. We lopen het eerste stuk weer met koude handen, deze stoppen we in onze broekzakken. Tussen Sjef en mij vallen wat woorden over enkele dingen over verantwoordelijkheid. Deze worden door Sjef nog al hoog opgenomen. We hebben dit uitgepraat en alles is weer goed. We gaan goed gemutst verder. Bij de eerste stop, in een ver afgelegen bergdorpje, eten we een half stokbrood en een glas wijn. Ja, ’s morgens al om 9 uur is dit hier gebruikelijk. We lopen verder naar Castrojeriz. Hier drinken we een kopje koffie en doen wat inkopen. De St. Jacobs route volgt hier rustige kronkelige landweggetjes en paden. Vandaag zien we weer alleen maar gerst op de akkers. Eindeloze vlaktes, zover we kunnen kijken. Het weer is goed: ongeveer 20 ºC. Ideaal wandelweer om door zo’n eenzaam gebied te lopen. Om 17 uur en 20 km na de koffie komen we in het dorpje Boadilla – del – Camino. In de hele mooie refugio is het niet druk.

11 juni
Om 7 uur vertrekken. We lopen langs een kanaal over een oude sluis met bruggen naar het dorp Frómista. Dit is 5 km verder en het einde van de beschreven 15e etappe. Bij de geldautomaat pinnen we met de creditcard wat geld. 25.000 Peseta’s, dat is ongeveer fl. 350,00. In Frómista beginnen we aan de 16e etappe naar Carrión de Los Condes. Een mooi oud stadje. We bezichtigen de kerk. Alles van en aan deze kerk is groot, robuust en kolossaal. Hier begint de 17e etappe al naar Calzadilla de La Cueza. De route begint vandaag glooiend, daarna geheel vlak met allemaal koren. Af en toe wat schapen met een herder. Verder is er weinig te beleven. Bij een temperatuur van 22 ºC lopen we over een pad dat speciaal is aangelegd voor pelgrims. Afgemaakt met palen. Beton op de zijwegen met daarin geglazuurde schelpen, welke er bijna overal uit waren genomen als souvenir. Onderweg horen en zien we veel Rietvogels. In dit gebied heeft zowat elke kerk een paar ooievaars. De meeste hebben al jongen. Dit is een mooi gezicht zo op de kerktoren. We ontmoeten bij het eten een Oostenrijks echtpaar. De man en de vrouw maken de tocht per step.

12 juni
6 uur wakker en we vertrekken om 7 uur. We lopen door bergdorpjes, heel oud waar de muren aan de buitenkant besmeerd zijn met een soort leem met stro of koeienmest ertussen. Het landschap verandert niet in vergelijking met dat van gisteren. We komen op 21 km na de start in het stadje Sahagún, waar gisteren (zondag) en vandaag het stieren vechten plaatsvindt (einde van etappe 17). De straten waar de stieren doorkomen zijn afgezet met houten balken. Verder is het er nog de gehele dag feest. Daarna beginnen we aan etappe 18 met als eindplaats El Burgo Raneros. Wat 18 km verderop ligt. Na Sahagún wordt het gebied weer helemaal vlak. Vanmiddag bel ik Sjaan. Prettig te horen dat thuis alles goed gaat. We zijn nog lang niet uitgepraat als de telefoonkaart op is. Sjef belt ook Tiny en ook daar was alles goed. Het was tevens kermis in Nederweert -Eind (de plaats waar Sjef woont). Om 17.00 uur komen we aan in het dorp El Burgo Raneros, waar we in de gemeentelijke refugio overnachten voor 300 Peseta’s p.p. ongeveer fl. 3,50. We zien weer het Oostenrijks echtpaar. We bekijken de steppen nog eens goed. Super licht: aluminium.’s Avonds diner in het dorpshotel. Kosten totaal fl. 16,90. Dus daar kunnen we geen tent en kookspullen voor meenemen (deze hebben we al afgegeven aan Maria en Frans in Lourdes). De refugio is heel ruim. We ontmoeten hier nog enkele Belgen, waarvan één langeafstandloper, die Sjef, meerdere keren in zijn carrière ontmoet heeft. Wegens een blessure van overbelasting van de bovenbenen heeft hij de tocht moeten staken.

13 juni
Om 6 uur staan op. We eten eerst brood met boter en goed beleg. Om 7 uur vertrekken we vanuit El Burgo Raneras, de 18e etappe naar Mansilla de las Mulas over een afstand van 19 km welke afstand we ineens overbruggen, omdat we onderweg geen enkel dorp passeren. Alweer een vrij vlakke etappe met af en toe wat glooiends. Hele rustige grindpaden met op het land niets anders dan koren. In het dorp Reliegos sturen we allebei post naar huis. In het volgende dorp, Mansilla de las Mulas, is het markt. Op de markt verkopen ze alleen groente en fruit, heel veel soorten bonen en erwten. Het zijn dan ook vooral boeren en boerinnen die op de markt hun spullen proberen te verkopen. Na de markt vertrekken ze naar León, dezelfde route die wij ook volgen. Onderweg zien we op elke kerktoren of watertoren wel weer één of meerdere nesten met ooievaars. In León gaan we eerst naar de refugio, we kunnen er niet terecht omdat ze bezig zijn met een verbouwing. We worden naar de andere kant van het dorp gestuurd, naar een klooster van de Zusters, die is ook vol, maar we kunnen wel in de hal slapen, dat doen we dus. De temperatuur is vandaag 32 graden. We hebben ons vandaag enkele honderden meters verlopen, dit leverde Sjef een mooi slaapplaatsje op, voor zijn middagdutje. Pal langs de rivier ligt hij heerlijk te slapen. Daarna op dat punt nog een mooie foto gemaakt van een koppel ooievaars. Tijdens de route van de komende dagen krijgen we de bergen in zicht.

14 juni
5.30 uur staan we op. In het klooster krijgen we van de zusters ontbijt en om 6.30 uur vertrekken we voor de eerste kilometers door de stad met veel grote, oude en robuuste gebouwen, erg mooi. Vanaf León gaan we naar het 22 km verderop gelegen dorp Villadangos Del Páramo. Onderweg is het meestal vlak, eigenlijk een beetje saai. Na 11.00 uur zetten we koers naar het dorp Hospital de Órbigo. Onderweg nog steeds hetzelfde beeld, wel zien we in de verte de sneeuw tegen de berghellingen liggen. In het dorp willen we in de refugio van de parochie overnachten. Voor de overnachting en een douche mogen we een vrije gift doen.
In het dorp zien we nog een eeuwenoude burg, heel lang en mooi. Op de kerk wonen wel een koppel of zeven ooievaars. Verder valt er over vandaag weinig te vertellen over de route, maar dat zal de komende dagen wel veranderen. De temperatuur lag vandaag op zeker 35 graden Celsius.
De eigenaar van de refugio is van Nederlandse afkomst en weet zelfs mijn woonplaats te liggen.
Toen we thuis zijn vertrokken was alles nog kaal, in de bermen was nog niets te zien, dat hebben we allemaal zien groeien, mooie en minder mooie dingen. Nu we in Spanje lopen zien we de eerste tekenen al van het rijp worden en begint het afsterven al.
Als ik dit schrijf zijn we nog 265 km van Santiago vandaan, we hebben er goede hoop op dat we het zullen halen.

15 juni
We staan weer om 5.30 uur op en vertrekken naar de Romeinse brug om nog een paar foto’s te maken. Dan weer verder voor de 16 km naar Astorga, de route er naar toe begint flink heuvelachtig te worden. In Astorga drinken we eerst koffie in een gezellig barretje en dan bezoeken we de kathedraal. Er staat een flinke rij toeristen voor de ingang, wij gaan ook in de rij staan. Al snel komt er een man die alle pelgrims uit de rij haalt en zo mogen we meteen naar binnen. Omdat we pelgrims zijn hoeven we ook geen entree te betalen. In de hal wordt de rugzak van een label voorzien en kunnen we de kathedraal bezichtigen. Het is allemaal heel mooi en interessant om te zien, een geweldig gebouw. In het centrum zien we nog meer van zulke mooie gebouwen. Bij het bureau voor toerisme halen we een stempel en gaan dan verder naar het bergdorp Rahanal del Camino, wat het einddoel van vandaag is. Om 17.00 uur arriveren we in het dorp bij een hele mooie refugio waar we worden ontvangen door de beheerder, die ons meteen helpt met de rugzak afdoen. Hij wijst ons de slaapzaal en draagt onze rugzakken. Als we hier onze kaart af laten stempelen zien we de mensen vol ontzag kijken als ze zien dat we helemaal uit Nederland zijn komen lopen en dan ook nog niet via de kortste weg. In de refugio zijn twee echtparen uit Valkenswaard, de vrouwen hebben we afgelopen maandag ook al gesproken, het is nu donderdag en we zijn in dezelfde refugio. De temperatuur was vandaag weer boven de 35 graden. Na de middag zie je ook bijna geen wandelaars meer. Verder valt het in Spanje op dat je weinig of geen mensen in de korte broek ziet. Na Astorga hebben we weer een berglandschap gehad met enkele bergdorpjes in vervallen staat. Alleen de bar in zo’n dorp schijnt het goed te doen.

16 juni

Zoals de meeste dagen hebben we om 7 uur de rugzak weer op. We maken nog een foto van de refugio en vertrekken naar Cruz de Hierro. Het kruis met de stenen, een belangrijk punt voor de pelgrim. We komen daar om 8.30 uur aan. Sjef en ik leggen het meegebrachte steentje boven op de berg bij het kruis. Dan sta je met je gedachten wel even stil, als je dit punt bereikt hebt. Ik heb toen ik thuis weg ging van Toon Kanters, waar ik veel mee heb gewandeld, een flesje met een paar lekkere borrels meegekregen met de opdracht om hem op te drinken bij het kruis. Nou dat hebben we natuurlijk gedaan.

Daarna trekken we verder langs een paar bergdorpjes waar alles in verval is, maar het is wel een mooie bergstreek. In één bergdorpje is een boer nog een paar stieren voor de kar aan het spannen, heel primitief allemaal. We drinken nog koffie in een dorpje en gaan verder richting Ponferrada, een heel oud stadje, waar we zoals we overal doen, door het centrum wandelen. Daarna verder richting Cacabelos, het einde van de voettocht voor vandaag. Ik heb vandaag nog een foto kunnen maken van een Roodborsttapuit.
Om 20.00 uur komen we in de refugio aan. We hadden gedacht al een paar dorpen eerder een refugio aan te treffen, maar daar was er geen, vandaar dat het vandaag zo laat is geworden. Het was vandaag weer meer dan 35 graden, vanmiddag dreigde het te onweren, maar dat is gelukkig mee gevallen. We hebben vandaag 48 kilometer gelopen.

17 juni
6.30 uur opstaan. Een echtpaar uit Winterswijk zou ons wakker maken om 5.30 uur. We liggen met zijn vieren op een kamer, maar zij hebben wat te lang geslapen en wij te lang gewandeld daags van tevoren. Om 7.30 uur vertrekken we richting Cacabelos. Na 8 km arriveren we in het dorp Villafranca Del Bierzo. Eigenlijk een klein stadje met enkele prachtige grote oude gebouwen, waar ze druk aan het renoveren zijn, zoals de meeste plaatsen en steden in Spanje. We kopen hier brood met bijbehoren en eten in het park. We komen hier tot de ontdekking dat de boter in de rugzak met het warme weer helemaal is leeggelopen. De schade valt echter mee. Heel mooi landschap met bergen, we lopen door een dal, veelal langs een drukke weg. Dat is eigenlijk wel jammer. Er is geen alternatief. Van Villafranca Del Bierzo gaan we verder door het dal naar Vega de Valcarce wat ons einddoel is. Vanwege het warme weer, het temperatuurmetertje achter op de rugzak geeft 40 ºC aan. In de refugio is plaats voor 40 tot 50 personen. Wij zijn een van de eersten die aankomen. De refugio is zeer ruim ingericht en deze worden, naar mate we dichter bij Santiago komen, steeds goedkoper. 400 Peseta’s voor een refugio in een straatje met huizen en hier 200 Peseta’s. Bij het schrijven van dit dagverslag is het 19.00 uur en heel mooi weer. Heet zelfs. We lopen nog even een kerk binnen. Buiten wijst de temperatuurmeter 50 ºC aan. Hoger kan het ding niet. We hebben tot Santiago nog 160 km te gaan en hopen in de loop van volgende week daar aan te komen. Het loopt stilletjes aan toch al naar het einde van de tocht, het is de moeite waard geweest…
Sjef komt om 02.25 uur uit bed en weet niet hoe laat het is. Hij komt aan mij vragen hoe laat het is. Dit zal wel komen omdat we om 21.30 uur al op bed lagen.

18 juni
Om 5. 30 uur staan we op en vertrekken om 6.45 uur, de route naar O Cebreiro is mooi. We lopen naar het 10 km verder gelegen dorp, tevens het einde van de 26e etappe. Hier kunnen we poste restante verstuurde post ophalen. Omdat het zondag is en het postkantoor dicht is kunnen we niet, het door Sjaan gestuurde, pakketje ophalen. Jammer. We lopen verder op een hoogte van 1500 meter met mooie bergdorpjes en mooie paden door bossen, langs bergen en dan weer er overheen. Het landschap verandert en wordt veelal veeteelt. De boeren brengen de koeien ’s morgens naar de wei om ze vervolgens ’s middags weer binnen te halen i.v.m. het warme weer. We gaan door bergdorpjes naar Tria Castella, waar voor vandaag ons einddoel ligt. De eerste refugio is al vol. In een pensionnetje vinden we echter snel een plaatsje. Ik bel ’s avonds Sjaan. Ze heeft al eerder aan gegeven dat we in het weekend van 24 – 25 juni aan moesten komen. Wij hebben hier nog geen aandacht aan besteed, maar als we zo doorlopen zijn we volgende week woensdag of donderdag al binnen. Sjaan laat duidelijk merken dat ik er misschien wel spijt van zal krijgen als ik niet in het weekeinde aan zal komen. Ze vertelt uiteindelijk dat ze mij in Santiago wil komen inhalen, samen met Jeannette. Ik overleg dit met Sjef maar we komen er in eerste instantie niet uit. Sjef wil het liefst doorlopen.

19 juni
Voor de afwijking staan we om 6.30 uur op en eten brood in het hotelkamertje. Sjef heeft er een nacht over geslapen en is akkoord met een vertraging in het lopen. Hij wil wel een paar dagen 30 km lopen en de laatste dag nog een paar km te lopen, om zo zaterdag morgen vroeg aan te komen. Een uur later vertrekken we naar Monasterio de Samos. Ik bel meteen Sjaan met de mededeling dat we zaterdag ochtend om 10 uur aankomen. Na 9 km lopen komen we bij een heel mooi klooster, waar we een stempel op onze pelgrimskaart laten zetten. We brengen ook een bezoek aan het klooster. Dit is zeer de moeite waard, vooral de kerk ziet er prachtig uit. We gaan weer verder. Onderweg komen we langs een nog in werking zijnde, zeer oude graanmolen. Deze ligt tussen twee bergdorpen in. We hebben een hele mooie route vandaag, mooie paden, veel bergdorpen. In de dorpen liggen veel koeienvlaaien op straat. We moeten kijken waar we onze voeten neerzetten, anders hebben we koeienmest aan onze schoenen. In Samas bieden ze ons al meteen onderdak aan in de refugio van het klooster, maar dit vinden Sjef en ik nog te vroeg en gaan verder. 12 km verder komen we in het stadje Sarria. In de refugio zijn we net op tijd voor de 2 laatste bedden. Het lijkt erop dat het steeds als je in een grotere plaats of stad en op het einde van een beschreven etappe komt, het altijd het drukste is met pelgrims. Nog 115 km.

20 juni
In de refugio staan veel mensen vanmorgen vroeg op. De meesten vertrekken al in het donker en proberen voor 11.00 uur de refugio te bereiken waar ze de volgende nacht willen verblijven. Ze zijn dan bang dat ze geen plaats hebben. De praktijk is echter heel anders. Sjef en ik vinden het zonde van de tijd. Wij wandelen dikwijls door tot zeker 17.00 uur. Het is wel eens voorgekomen tot 19.00 – 20.00 uur. En we hebben altijd nog plaats gehad. We vertrekken uit Sarria om 7.15 uur. We lopen weer over een prachtige route. We zeggen tegen elkaar dat dit stuk van de route wel bij de top 10 hoort. Onderweg komen we een Belgisch echtpaar tegen met een volgepakte ezel. Ze dragen zelf ook nog een rugzak. Bij het passeren van de 100 km paal vinden we een foto van deze markering wel de moeite waard, als je na bijna 3 maanden lopen aan de laatste 100 km begint. Het moet dan al raar lopen als je het einddoel niet bereikt. Onderweg staat er zo de laatste 150 km om de halve km een paal met de afstand erop. We komen na het passeren van 21 km een bergdorpje en komen na 22 km aan in Portomarín. De route van na de middag is nog mooier en komt zelfs in de top 5. Van Portomarín gaan we om 15.30 uur Gonzar, een dorpje met weinig voorzieningen. Er zijn wel een refugio en een bar, waar we binnen gaan. Er is nog plaats en de kosten zijn een vrijwillige donatie. We besluiten hier te overnachten. De temperatuur is vandaag een stuk lager dan we gewend zijn. Ideaal wandelweer. ’s Nachts horen we het wat regenen.

21 juni
Vanmorgen om 5.30 uur opstaan, we kijken eerst naar buiten. Het is donker weer. Ook hier zijn de pelgrims weer zo vroeg op pad. Wij vertrekken om 7 uur bijna als laatste. Er zijn dan nog 2 vrouwen in de refugio. Er staat een fris windje, maar het is wel droog. Om 9 uur passeren we de 80 km paal. Sjef zegt: “Nu nog een Kennedymars en we zijn in Santiago”. Onderweg passeren weer verschillende bergdorpjes, heel oud, soms vervallen. Typisch in deze streek zijn de maïsschuren. Vaak helemaal van steen soms van hout. Meestal het onderstuk van steen of beton van een paar meter en dan de maïsschuur daar bovenop. We komen om 10.30 uur in Palas de Rei aan waar we in een oud barretje een paar koppen koffie drinken en om 11 uur weer verder gaan. Onderweg zien we plotseling enkele zeldzame vogels: de Hop, eerst 2 daarna 4. We zijn vlakbij de hele mooie vogels met een kuif. Sjef kan er een foto van maken. Het blijft verder een mooi gebied. We komen om 15.00 uur aan in het 16 km verder gelegen Melide. We hebben plaats in een hele mooie nieuwe refugio met 100 bedden. Alles vrij ruim. Er zijn ook mensen die hier niet blijven, maar doorlopen omdat ze vinden dat ze te weinig privacy hebben.

22 juni
Om 7 uur vertrekken we uit Melide voor de laatste 55 km. Vandaag, donderdag willen we 30 km, vrijdag 20 km en zaterdag de laatste 5 km lopen. In Arzua komen we om 10 uur aan. Dit vinden we te vroeg voor de koffie en gaan dus verder over mooie paden door het bos, dan weer een open gebied en kleine dorpjes. De veeteelt bedrijven worden groter. De meeste koeien zijn zwartbont. We zien ook nog een buizerd die bezig is een pas gevangen prooi te verscheuren. Maar op het moment dat hij ons ziet vliegt hij met de prooi aan zijn poten weg. In een refugio in Sta Irena zijn we de eerste (en andere mensen maar lopen om vroeg bij een refugio te zijn). Vandaag schrijf ik maar een kort verslag, het gaat echt naar het einde.

23 juni
Om 6 uur staan we op en zetten thee. We eten 2 sneeën brood en een pak koekjes. De route van vandaag behelst enkele mooie holle wegen en smalle paden. We passeren een paar dorpjes maar maken weinig bijzonders mee. De afstand is ook maar 15 km naar een refugio met de grootste slaap capaciteit (800 mensen). Er is een bar, een restaurant en winkels. Het lijkt wel een dorp op zich. We komen er om 11.30 uur aan maar moeten tot 13.00 uur wachten. We zijn bij de eerste 20 die aan komen. We douchen meteen na 13.00 uur en eten wat. We wandelen wat rond. Rest ons nog de laatste 5 km voor zaterdag om Santiago de Compostela binnen te gaan en daar de tocht van 3 maanden in de Kathedraal af te sluiten.

24 juni
Aankomst in Santiago de Compostela

Half 7 staan we op en vertrekken om 7.15 uur voor de laatste 5 km naar Santiago de Compostela het einde van onze pelgrimstocht. Na 2 km, zie ik dat goed? Ja hoor daar staat Sjaan al met een fiets, nog eens een keer kijken. Ze is het echt. Zo snel had ik ze niet verwacht. Ik begroet mijn vrouw. Na 3 maanden is het zo een gelukkig weerzien. De man die met haar aan kwam fietsen en het geheel aan het filmen is, blijkt voor mij een bekende te zijn. Een wandelvriend: Toon Kanters. Eigenlijk had ik ons Jeannette verwacht, maar ik vind dit wel heel leuk. Maar goed een stukje verder in een bar drinken we, op sterk aandringen van Sjaan een kopje koffie. (Red. Zij probeert tijd te rekken, zodat de rest van het ontvangstcomité op tijd op hun plaats zal zitten. Ad en Sjef hadden we eigenlijk wat later verwacht. Sjaan en Toon waren op weg naar de refugio waar de pelgrims hebben overnacht. Ze wilden vanaf hier gaan filmen. Dit mislukte.) In de bar wat bijpraten en we gaan met zijn vieren verder. Een half uurtje verder volgt de volgende verrassing.

Eerst zie ik Vincent, ik denk dat kan niet, maar dan krijg ik ook Jeannette in het oog. Dus dat is wel fijn om hen hier te zien. Zeker omdat Vincent en Jeannette al 4 dagen met ons meegewandeld hebben en nu op het einde zijn ze er ook weer. Na wat praten zijn we de verrassing weer te boven en lopen met zijn allen Santiago in. Nou, ik vind het leuk dat Sjaan, Jeannette, Vincent en Toon er zijn. Toon fietst soms een stuk verder en filmt ons dan met zijn camera. We stappen flink door. Verder niets vermoedend. Een paar km verder zie ik wel een oranje dug-out staan. Ik schenk er niet zoveel aandacht aan tot iemand roept: “Hé Verbakel!!”. Ik kijk en plotseling zie ik mijn zoons Peter, met zijn vriendin Esther, en Gino. (De vriendin van Gino, Berdine, zo blijkt kon niet aanwezig zijn vanwege een verplichte cursus). Dit is het mooiste moment van de tocht. Iedereen van het gezin erbij na 84 dagen wandelen. We lopen gezamenlijk naar de kathedraal waar de pelgrimstocht eindigt. De poort van de kathedraal is nog op slot. We zijn te vroeg. We wachten totdat de grote poort open gaat. Dan gaan we de kathedraal alsnog binnen om onze voettocht op een waardige manier af te sluiten. Daarna gaan we naar het bureau A La Decouverte De Chemins De Saint Jacobus voor het ophalen van het diploma. Op vertoon van paspoort en stempelkaart is alles zo geregeld en is de tocht nu officieel afgesloten. We halen bij het postkantoor onze gelukswensen op, die poste restante aan ons zijn verzonden, en lopen naar ons pension. Het ontvangst comité heeft al een kamer geboekt en zo verblijven we allemaal in hetzelfde gebouw. ’s Middags regelen we op het vliegveld een ticket voor de terugvlucht. Op vertoon van de stempel kaart krijgen we 65% korting. De rest van de dag brengen we door met Sjaan, de kinderen, Toon en Sjef. We bezichtigen de kathedraal en de stad Santiago en zo komt er aan deze bijzondere dag een einde. Er komen faxen binnen bij het hotel met gelukwensen.

25 juni
’s Morgens na het opstaan eerst Jeannette gefeliciteerd, want zij is vandaag jarig. En dat nog wel in Santiago. Daarna met zijn alle ontbijten in het hotel. Via de receptie huren we 2 auto’s om met het hele gezelschap naar het dorpje Finisterre te rijden. Hemelsbreed 80 km verderop in het westelijkste puntje van Spanje, waar de pelgrim vroeger zijn kleding en schoenen verbrandde en dan nieuwe kreeg. Dit gebeurt eigenlijk niet meer. We rijden er over een toeristische route naar toe (130 km). We zien op de rots dat pelgrims hun schoenen verbranden, het oude gebruik bestaat dus nog wel. Nadien kijken we in het dorpje en bij de haven wat rond en rijden weer terug naar Santiago waar we om 16.00 uur aankomen. We lezen de faxen met gelukwensen, die ook vandaag binnen blijven stromen. Om 18.00 uur kijken we in een bar de EK voetbalwedstrijd tussen Nederland en Joegoslavië. Na de lekkere wedstrijd waarbij we 7 doelpunten zien eten we in een Italiaans restaurant. We lopen nog eens wat rond en zien een processie aan de gang bij de kathedraal. Na een drankje op een terras gaan we om 23.30 uur terug naar het hotel. En zo is de eerste dag zonder wandelen voorbij.

26 juni
Een aantal van het gezelschap willen vanmorgen uitslapen (zij weten dat het een lange dag zal worden en moeten dinsdagochtend weer werken). We ontbijten in een bar en kopen wat souvenirs in een van de vele winkeltjes. Ik koop een tegel om thuis in de muur te metselen, plus een bronzen schelp als aandenken aan de pelgrimstocht. Om 12.00 uur wordt er een pelgrimsmis opgedragen, welke druk bezocht wordt. Tijdens de mis wordt er met een hele stellage, een meter groot wierookvat door de kerk gezwaaid. Bijna van plafond naar plafond, heel indrukwekkend om te zien.

Ik vind het jammer dat we zaterdag na het binnenkomen niet wisten dat er toen ook een mis voor de aangekomen pelgrims van die dag was. Dan hadden we zaterdag na het binnenkomen de tocht af kunnen sluiten met de pelgrimsmis. Dit hadden we echter, in alle informatie die we vooraf vergaard hadden, nog niet gehoord, echt jammer. Na de mis bezoeken we het stadspark. We eten nog wat en vertrekken om 16.00 uur met de taxi en bagage richting het vliegveld. We vliegen vanaf Santiago met een tussenstop in Madrid naar Amsterdam. Met een uurtje vertraging komen we om 23.30 uur op Schiphol aan. In de aankomsthal staan Tiny, de vrouw van Sjef en zijn dochter Thea. Ook is Berdine, de vriendin van Gino en bijna de gehele familie Verbakel met spandoek aanwezig voor een warm onthaal. Na 30 minuten blijkt de bagage nog in Madrid te staan. Met de auto rijden we weer huiswaarts. Bijna thuis mag ik, samen met mijn vrouw het laatste stukje van de kerk naar huis wandelen. Het is dan 01.45 uur. Bij het inlopen van de Pastoor Bogaertsstraat blijkt waarom. De familie Verbakel en de familie v/d Tillaer, een afvaardiging van wandelvereniging OLAT, vrienden en bekenden staan ons op te wachten om mij te verwelkomen. Met de lichten van de Dodge van Gino is de gehele straat goed verlicht.
Zo komt er een einde aan een geslaagde wandeltocht van bijna 3 maanden naar Santiago de Compostela. Ik ben weer een hele ervaring rijker.

Ze zijn maandagavond om 23.30 uur (beide voor de eerste maal) met het vliegtuig op Schiphol geland zonder rugzakken. Ad was om 01.45 uur in Thuis en werd verwelkomd door een vijftigtal vrienden en familie. De bagage werd een dag later thuis gebracht.

Vrijdag 30 juni is uiteindelijk ook zijn baard weer afgeschoren.