Rinnentocht


Een 6 daagse kanotocht vanuit kanocentrum Arvika

Rinnentocht
Klik op kaartje voor interactieve map

Lengte:
75 – 120 kilometer

Landtransporten:
4 – 7 stuks naar gelang de gekozen route.

Proviandinkoop:
Kanocentrale, Högboga, Brunskog, Edane, Degerbyn, Klässbol, Glava.

Algemeen:
Het meer Rinnen is een bronrivier welke uitloopt in het meer Värmeln. Rond het meer is heel weinig bevolking te vinden. In het meer zijn veel eilandjes, onbewoond, zowel grote als kleine. Er zijn verschillende routes mogelijk. Wij kozen voor de grote ronde. In verband met watergebrek in een riviertje hadden we een landtransport van 10 km. Ook leuk.

26-27 juli  
Om 18.00 uur vertrekken we met de auto, via de A50 en A1 naar Duitsland. Via Osnabruk, Bremen en Hamburg komen we in Putgaarden. Als wij ’s nachts rijden ligt de ander op de achterbank te slapen. Het is druk op de weg. In verband met wegwerkzaamheden staan we bij Osnabruk in een file. Bij Putgaarden duurt het 2 uur voordat we om 3.45 uur met de veerboot over varen naar Rødby (Denemarken). In 2 uur rijden we door Denemarken en komen om 6.00 uur bij ’t veer in Helsingør aan. Deze vaart in 25 minuten naar Helsingborg (Zweden). Om 12.00 uur zijn we dan (weer) op de camping Ingestrand in Arvika. De tent staat zo. We hebben het gevoel dat we veel ruimte in de tent, en spullen bij ons hebben. De tent is niet echt groot en we hebben ook niet echt veel spullen bij ons, maar in vergelijking met de wandeltent en wat we dán bij hebben is dit een hele luxe. We doen wat boodschappen in Arvika en melden ons ná de lunch bij het, naast de camping gelegen, Kanocentrum. Hier reserveren we een kano en een busreisje naar Rinnen. Een meer 30 km ten westen van Arvika. Ze nemen met ons de tocht even door, wat we kunnen verwachten en waar we het beste kunnen varen. We huren een waterdichte pakton (voor de kleding) en proviandkist, en nemen deze mee naar de camping. Zo kunnen we onze spullen vanavond al inpakken. Morgen om 9.15 uur worden we hier weer terug verwacht. Het is mooi weer. Er zijn veel mensen op de camping. Toch is er niet veel herrie. Zweden straalt rust uit. We hebben uitzicht over het meer. ’s Avonds sorteren we wat we morgen mee willen nemen en doen de spullen, die we tot morgen niet meer gebruiken, in de ton en kist. Om 22.30 uur duiken we de tent in om de slaap wat in te halen. Van de lachende groep jongens die een georganiseerde kanotocht hebben gemaakt horen we na een paar minuten al niets meer. We slapen dan al.

Zaterdag 28 juli 
Om even voor achten staan we op. We verzorgen ons en pakken na het ontbijt de spullen in de waterdichte zakken, pakton en proviandkist. We hebben ook een groot rooster, een grote pan, bamboestokjes en een beugelzaag bij ons. Medewerkers van het kanocentrum wijzen ons er op om geen dure spullen in de auto achter te laten i.v.m. diefstal. Een paar tassen en belangrijke papieren laten we achter bij het kanocentrum. We kunnen onze auto daar parkeren, onbelangrijke spullen laten we in de achterbak van de auto. We wachten tot ons busje vertrekt. Er zijn alleen 4 Denen die ook de Rinnentour doen. De kano’s op een aanhanger achter de bus. Na een half uurtje rijden komen we aan bij ons vertrekpunt. We krijgen onze spullen mee (zie materialenlijst) en kunnen meteen vertrekken. Omdat we al vaker een tocht hebben gemaakt hebben we geen verdere uitleg meer nodig. We doen alles in de boot en binden alles vast, zodat bij eventueel omslaan niet alle spullen in het meer verdwijnen. Het is mooi rustig weer als we weg peddelen. Tussen de bossen, over het Rinnenmeer dat een paar honderd meter breed is, glijden we door het gladde water. Hier en daar peddelen we een (onbewoond) eilandje voorbij. We pakken met het kanoën de draad vrij snel weer op. Van de vorige tochten weten we hoe we de kano “automatisch” de goede richting kunnen geven. Na een uurtje maken we een stop op een oever voor koffie en thee en peddelen nadien weer door. Het water en het bos stralen veel rust uit. Langs de oever.We zoeken naar een plaats om te lunchen, maar vinden die vooralsnog niet. Of er is riet of er is geen leuk plekje om te zitten. We krijgen een landtransport bij een stuw. Achter de stuw ligt een kapotte houten pijpleiding die als waterkrachtcentrale gebruikt is. De plek waar we de kano, volgens de bordjes, weer het water in moeten laten is erg steil. Op het laatste stuk moeten we de boot, zonder karretje, over een aantal boomstammetjes sleuren. Eigenlijk moeten we alle spullen uit de kano halen en als het vaartuig weer in het water ligt er weer inpakken. Als dit niet écht noodzakelijk is doen we dit niet. Na een flinke inspanning zitten we weer in de boot. Later zien we dat een stukje verder een veel betere plek is om de kano te water te laten, maar ja, dat is weer achteraf. Tijdens de lunch zien we hier en daar vissen het water uit komen om insecten te vangen. Leuk. Het water ringt weg over het hele meer. Na de lunch komen we in een stukje rivier met weinig water. We moeten hier de boot uit om deze door het water, over zand en rots, te slepen. Later kunnen we al peddelend en goed oplettend toch in de kano blijven zitten. We zien veel waterlelies en de gele plomp in bloei. Op een gegeven moment varen we tussen het riet. Als we hier bij de monding van die rivier op een meer uitkomen (naam meer) zien we een goed plekje om te overnachten. Diverse stookplaatsjes en een vlak stuk voor de tent. Eerst gaan we een tijdje zwemmen en van de zon genieten op de rotsen. Later zetten we de tent op, verzamelen hout en zagen dit tot kleine blokjes, daarvoor hebben we de beugelzaag meegenomen. We gebruiken ook hout van een boom die door een bever is neergehaald. Na het eten ontspannen we door het lezen van een spannend boek. Het is ondertussen wat gaan waaien. Om 21.30 uur maken we een gezellig vuurtje, jammer genoeg blijft het waaien. Om 22.30 uur wordt het langzaamaan donker.

Zondag 29 juli 
We zetten geen wekker en slapen uit tot 08.45 uur. Als we uit de tent kijken is het bewolkt en waait het hard. Om 09.50 uur vertrekken we met alle spullen weer in de kano. De wind is gaan liggen. We maken een ommetje langs een paar eilandjes waar onze Deense reisbroeders hebben overnacht. Als we de eilandjes voorbij zijn en weer richting ons eigenlijke doel gaan, vlot het niet. We blijken tegenstroming te hebben. We zetten koers naar een trechter die als het ware uitkomt in een punt. Hier zien we een spoorlijn en een weg liggen, dit wordt beschreven in de routebeschrijving. We zoeken naar een plaats waar we het meer uit kunnen. We zetten de kano op de kant en binden het transportkarretje onder. We trekken het geheel over een weiland, wat een stijgingspercentage van een 4% heeft, omhoog naar een zandweg. We steken het spoor en een viaduct over en zetten na een koffiepauze de boot weer in het water. We volgen tussen de bomen een aan de randen, mooi begroeide, langzaam stromende rivier. Net voor een ander meer krijgen we nog een landtransport. Als we de kano uit het water tillen staat daar een picknickbankje. Een goede plaats om pannenkoeken te bakken voor de lunch wat we dan ook doen. Na de lunch nog een stukje lopen met de kano voordat we hem weer te water kunnen laten in het meer Värmeln. Het is weer meer gaan waaien. Als we de bocht voorbij zijn zitten we op groter water en blijkt het flink te waaien. De golven geven witte schuimstrepen als ze op het hoogste punt zijn. We zetten koers naar een viaduct van het spoor, waar we onderdoor moeten. De spoordijk splitst het meer als het ware in tweeën. Ook na het viaduct wordt het niet beter met de wind. De kanotocht is erg zwaar vandaag, vooral op het grote meer, tegen de wind in, met de hoge golven. We komen maar moeizaam vooruit. We gaan op zoek naar een slaapplaats. Na vele landtongen tevergeefs te hebben bekeken vinden we een plaatsje op een klein eilandje, wat door een zandbank is verbonden met een groter eiland. Leuk eilandje.Het grotere eiland houdt de wind bij ons weg. We wassen ons in het meer en zagen nadien weer het nodige hout. Tijdens het hout halen stapt Vincent met zijn sandalen net naast een kleine slang, waarschijnlijk een Hazelworm. De goudgele slang haast zich om weg te komen. Na het eten begint het eerst zachtjes, maar later steeds harder te regenen. We hebben een afdak gemaakt van het zeil wat we extra bij ons hebben. Zo blijven we zelf en onze spullen prima droog. Rond 20.00 uur zien we 6 kano’s voorbij komen in de regen. De peddelaars zijn nog op zoek naar een slaapplek. Na een uurtje houdt het op met regenen en kunnen we een vuurtje maken. We roosteren worstjes aan een, op het eiland gevonden, Y-vormig takje in het vuur. Het eilandje waarop we zitten is een hoge rots. We slapen op 5 meter boven de waterlijn. Met vlagen waait het hard vannacht.

Maandag 30 juli 
’s Morgens zien we dat ons zeil gedeeltelijk los is gewaaid. De zon schijnt lekker, maar er staat nog steeds wind. Zeker als we een eind het meer op kijken, waar geen beschutting meer is van het land. Daar zien we weer golven met een schuimkraag. Om 09.30 uur brengen we alles naar beneden en pakken de boot weer in. Om 10.00 uur gooien we het anker los. We maken nog een foto van ons eilandje. Even later komen we op het minder beschutte deel. We verwachten eigenlijk dat de wind net als gisteren zal gaan liggen, dat gebeurd helaas niet. We blijven zo dicht mogelijk bij de kant. De golven worden steeds hoger en het wordt gevaarlijk. Regelmatig slaan de golven water in de kano. Even wordt het echt link. We gaan naar de kant en trekken de kano de oever op. Even iets hoger, het heuveltje op is toevallig een rustplekje, duidelijk privé, maar wij gaan er toch maar even zitten. Er is een bankje en een stookplaats. Het blijft hard waaien. We zetten er koffie en thee en drogen onze kleding. Nadat we net onze mok met koffie en thee leeg hebben, leggen ook drie meiden hun kano’s op de oever. Het blijken Zwitsers te zijn. Ze stoppen hier ook, omdat ze deze kant op werden gedreven door de golven en niet goed weten wat nu te doen. We wisselen wat informatie uit. Ze vertellen dat ze gisteren de hele dag stil hebben gelegen door de wind, ze wilden vandaag graag weer verder. Na ± 10 minuten besluiten wij toch maar weer verder te gaan. Op de kaart hebben we een eiland gezien, waarvan we denken dat we een beschut plekje kunnen vinden. De Zwitserse meiden blijven achter. Zij moeten de andere kant op. We blijven heel dicht bij de kant, wat aardig lukt, hier zijn de golven wat minder hoog. Het blijft wel alert- en flink door peddelen om niet op de kant gegooid te worden. Als we ter hoogte van het eiland zijn, hebben we beschutting en zijn de golven een stuk minder hoog. We steken over en zien een mooi beschut plekje op het eiland. Het is 13.00 uur. Hier blijven we de rest van de dag. Het blijft waaien, maar hebben er niet zoveel last van door de beschutting. Met de lege kano varen we een stukje om een ander eiland heen en halen hout op het tegenoverliggende eiland. We zien de groep met zes kano’s weer langskomen. Ze varen verder. Om 19.00 uur komt een groep van drie kano’s: jonge paartjes op het eiland tegenover ons om te overnachten. Om 22.00 uur zien we de avondzon op het land tegenover ons schijnen. We maken een vuurtje en bakken brood in een pan op een zelf, met rotsstenen, gebouwde oven. De wind is wat gaan liggen. Het brood bakken (20 min.) lukt goed. De volgende keer 5 minuten langer en een steen onder in de pan, dan wordt het helemaal perfect. De stenen boven het rooster gooien we eraf als het brood klaar is, dan hebben we een mooi vuurtje over. Om 23.00 uur gaan we slapen.

Dinsdag 31 juli 
Om 7.00 uur opstaan. Er is minder wind. Om 08.00 uur zitten we op het water en tanken we water uit het meer in de waterzak. Nadat we de eilanden achter ons laten krijgt de wind ook weer meer vat op het water, maar gelukkig niet zo erg als gisteren. We blijven dicht bij de oever. Nadat we in een gebied komen waar het meer wat smaller is, wordt het met de wind voor ons wat gunstiger. We krijgen zelfs de wind van achter als we het meer Längstassundet op gaan. Doordat het hier relatief smal is (± 200 m) zijn er bijna geen golven. We zien hier een eend met een nog levende vis in zijn bek wegvliegen. Even later schrikken een aantal grote ganzen van ons en vliegen weg. We maken daar nog een paar mooie foto’s van. Tussen Bölösen en Långsjön hebben we nog een landtransport. Nadat we het laatste meer tot in een versmalling varen zouden we eigenlijk na 1½ km het water weer in kunnen. Volgens de medewerkers van het kanocentrum is dit deel van het meer niet bevaarbaar door het vele riet wat er groeit. Als alternatief doen we hier een landtransport van ± 10 km. Het eerste deel van het landtransport gaat alleen maar omhoog, later dalen we gelukkig weer af. Ondertussen lunchen we langs de weg. Er komen niet echt veel auto’s langs. De bedoeling was om na 8 km weer het meer in te gaan, maar ook hier was het een en al riet. Dan toch maar doorgelopen naar Borgvik. 10 km is voor ons goed te doen, we wandelen wel eens vaker. Na een ijsje bij de camping van het haventje in Borgvik gaan we om 16.00 uur, net na een ruïne, weer het water in. Er staat een schuilhutje, maar dat laten we links liggen. We komen weer terug in het water op de Borgviksälven rivier. Hier staat ook weer veel riet langs de kant, leuk kamperen is er hier dan ook niet bij. We zijn al een tijdje op zoek als we om 17.30 uur bij een mooi eilandje aankomen. Het waait er wel, maar verder is alles perfect. We spannen een zeiltje tegen de wind. Om 18.30 uur komt er een man (beheerder van het meer) melden dat er op ons eiland een Fiskjuge (wij denken dat hij een visarend bedoeld) nestelt in een boom. Van april t/m juli mag je op dit eiland niet kamperen. Omdat het de avond van de 31e juli is en het dus nog maar 6 uur duurt voordat het verbod zal worden opgeheven mogen we blijven. Er stond wel een bordje, maar dat was in het Zweeds. Er volgt een prachtige avond met een mooie zonsondergang zo rond 21.30 uur. Deze ging met veel kleur gepaard. ’s Avonds gaat de wind liggen. We maken een vuur en roosteren worstjes.

Woensdag 1 augustus
Als we wakker worden horen we de wind al weer door de bomen suizen, het is al bijna een vertrouwd geluid geworden. Om 9.15 uur toch maar eens buiten kijken hoe hoog de golven zijn; hoog dus. We maken met behulp van het zeil weer een windscherm tussen een paar bomen. Kunnen we in ieder geval in de luwte inpakken en eten. Na flink wat getreuzel besluiten we om 10.30 uur toch maar te vertrekken. Om 10.45 uur zijn we onderweg met lange broek, jas en zwemvest aan. Als we even onderweg zijn lijkt de wind minder te worden. We hebben weer tijd om van de omgeving te genieten. Landtransport.Na een klein uurtje peddelen stoppen we om de jassen en zwemvesten uit te doen, de wind is nu een stuk minder geworden. Nog een half uurtje op het Lilla Värmeln meer, komen we aan bij het laatste landtransport van onze tocht, lengte 4,5 km. Halverwege, midden in een dorpje wat bestaat uit ongeveer 15 huizen, lunchen we in het gras. Op het volgende zandpad zien we een aantal sporen van kanowagentjes, we zijn vandaag niet de eersten die hier passeren met een kano. Om 14.00 uur laten we onze kano weer te water op het Björnoflagen, deze mondt uit in het grote Glafsfjorden meer waaraan het kanocentrum ligt. Het is ondertussen ± 20 graden, in de zon is het lekker. Na ± 5 km nadat we het Björnöflagan meer op zijn gegaan, is er een eilandje waar we willen overnachten. Doordat er rondom het eiland veel riet groeit is er maar één geschikt plekje, en dat is bezet door een aantal zonaanbidders. Het is 15.00 uur. Dan op zoek naar een andere kampeerplek. Het is ook weer harder gaan waaien. We hebben de wind tegen. Er zijn veel privé-terreinen en riet. We zien 3 km verder weer een aantal goede kampeerplekken, die blijken allemaal al bezet. Brood bakken op bamboestokjes.We steken over naar een eiland. Hier moeten we uiteindelijk om heen. Op de kop van het eiland staat een stormachtige wind. Het is moeilijk de kano onder controle te houden, maar het lukt ons. Als we om 18.30 uur om het eiland heen zijn vinden we een plek in de zon en uit de wind. We zetten snel de tent op, wassen ons een beetje en doen andere kleding aan. We hebben honger gekregen. We eten soep, biefburger, puree en sperziebonen. We maken ’s avonds, zoals elke avond, weer een vuurtje en bakken brood door het deeg om een bamboestokje te wikkelen en bij het vuur te houden. We gaan om 23.30 uur slapen en zetten de wekker op 07.30 uur.

Donderdag 2 augustus
Als we opstaan waait het gelukkig bijna niet. De laatste 15 km zullen wel gaan lukken vandaag. De zon schijnt lekker en de wind gaat steeds meer liggen. Om 10.30 uur stoppen we na ± 10 km voor koffie en thee. Op deze plek liggen we een paar uur in de zon te luieren en te lezen. Na de lunch gaan we pas weer verder voor de laatste 5 km. Dit in een heerlijk zonnetje op een bijna glad meer. We zien een aantal kano’s die ook bezig zijn met hun laatste kilometers. Om 14.15 uur komen we aan bij het kanocentrum. We zetten de auto op het strand en laden alle onze spullen over van de kano in de auto. De gehuurde spullen maken we schoon en leveren ze netjes in. We halen onze belangrijke papier en ingeleverde tassen op. We besluiten onze tocht met een welverdiend biertje en een ijsje. Dan rijden we de auto weer, een 400 meter verder, naar camping “Ingestrand” waar we onze tent weer opzetten. Op de camping zien we nog een aantal “bekenden” die we tijdens onze tocht hebben gezien. In de zon is het nog lekker, maar onder de bomen, waar onze tent staat, begint het al frisser te worden. We eten vanavond een pizza in een naastgelegen restaurant. Vanwege de frisse buitentemperatuur weer gaan we om 21.30 uur al in de tent liggen.

Vrijdag 3 augustus  
We slapen uit tot 9.00 uur. Om 10.15 uur zijn we onderweg naar Stockholm, waar we om 15.30 uur aankomen op camping (naam + link). De kampeerplaatsjes liggen verspreid in het bos. Eerst lijkt dat niet alles, maar als we eenmaal een goed plekje gevonden hebben is het erg leuk. Een soort privé-plekje in het bos met zelfs een stookplaats. We doen wat inkopen in het dorp en zitten wat bij de tent. We gaan op zoek naar stenen voor de vuurplaats. Daarna sprokkelen we hout. Na drie dagen bezichtigen van Stockholm vertrekken we op maandag 6 augustus weer naar Nederland. Het einde van een heerlijk lange week in Zweden.